Phyteuma
Over Phyteuma
Rapunzel, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit Curtis botanical magazine.
Een geslacht van kruidachtige meerjarige, 5- 90 cm.
De staan afwisselend en variëren, de onderste bladeren zijn groter en breder dan de bovenste die lang en smal zijn, bladrand is getand.
Bloemen staan in dichte pluimen, elke bloem met een smalle, diep vijflobbige bloemkroon van 1-2 cm of meer cm lang, paars, soms lichtblauw, zwart, roze en wit. De vrucht is een doosvrucht met veel kleine zaadjes.
Ze worden gebruikt voor borders en alpine tuinen.
Ongeveer 40-45 soorten komen voor in Europa en aangrenzend Azië, de meeste in de bergen en soms zelfs op zeer grote hoogtes.
Onze inlandse vormen worden wat groter dan de alpine rapunzels, die laatste houden ook meer van de zon.
Bij sommigen lijken de bloemen, op het eerste gezicht, op flesjes die in een groepje bij elkaar staan als bij Phyteuma charmelii en Phyteuma comosum. Bij anderen splijt het flesje in de top en spreidt zich uit tot een wielvormige bloem.
Ook is er een groep die in aren bloeit zoals Phyteuma nigrum (zwart) onze Limburgse inlandse zwarte rapunzel, en Phyteuma spicatum, L. (aarvormig) de witte.
De bloemen van Phyteuma zijn meestal schaduwen van blauw, min of meer purper en zelden wit.
Campanulaceae, klokjesfamilie.
2. =Phyteuma comosum, L. (gekuifd of een bundel bloemen dragend)
Hartvormige bladeren, of die aan de stengel, lancetvormig en spaarzaam getand.
Bloeit in juli met opvallende blauwe bloemen in een soort scherm, onderaan zijn de bloemen licht lila en aan de bovenkant donker purper. De bloem is een rond bolletje die niet opengaat en op het eind verlengd is.
De wortels zijn dik en vlezig, stevig verankerd in de rotsgrond.
Lage en onvertakte plant van een 20cm hoog.
Uit Oostenrijk is beschreven in 1752.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) ‘De zesde wordt van sommige op het Grieks Alopecuros, dat is vossenstaart, genoemd zo het schijnt naar de aar die vol bloemen is en als die bloempjes open zijn zacht en wolachtig is en vrijwel op een vossenstaart lijkt. Maar Alopecurus is een gans ander gewas en daarom hebben sommige dit kruid dat we hier beschrijven Rapunculum Alopecuron genoemd, dat is raponce met vossenstaarten om dat zo van het echte Alopecurus te onderscheiden. Maar men zou het beter raponce met aren of met aarvormige bloemen mogen noemen. Grote rapunzel noemt Lobel Rapuntium majus Alopecuri comosa flora en in het Engels wald rampion.’
Tufted horned rampion. Zungenblatt-Teufelskralle.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Aangaande de rapunzels, sommige voedsters hebben bevonden door lang gebruik dat de wortel van de kleine of gewoonste rapunzel zeer goed is om de melk te vermeerderen in de borsten. Dan als men die de voedsters te eten wil geven moet men ze koken en dan met lange peper bereiden.
Deze wortels zijn zeer zoet en liefelijk van smaak en worden meestal in salade rauw gegeten, maar ook gekookt, gebraden of gebakken en met meel en olie of boter gefruit.
Ze verwekken de appetijt, dat is de graagte tot eten en maken een goede maag.
Is de rapunzel of het halskruid de Erinos van Nicander dan is de wortel of ook het loof goed tegen allerlei vergif.
Deze wortels klein gestampt en met meel van lupinen gebruikt verdrijven en nemen weg alle vlekken en plakken of sproeten van de huid.
Het water dat van deze wortels gedistilleerd wordt is zeer goed om het vel helder en blinkend of rein te maken.’
De planten worden wel gebruikt als een veevoer. Ze zijn echter moeilijk in massa te vermeerderen waardoor het weinig gebruikt wordt.
5. uit Curtis botanical magazine.
Phyteuma betonicifolium, Vill. (met blad als betonie) is een meerjarige plant van 20-60cm hoog.
Grondbladeren zijn hartvormig, spits en getand.
Blauw violette bloemen van juli tot augustus.
Groeit in de Alpen op zure grond van 1000–2600m hoog.
Ziestblattrige Teufelskralle, Betonienblattrige Rapunzel.
6. Uit O. Thome, www.BioLib.de.
Phyteuma spicatum L. subsp. spicatum Rouy (aarvormig) wordt 20-80cm hoog.
Geelwitte, 10 mm lange bloemen, die aan de top vaak groenachtig of iets blauwachtig zijn in een 4-10cm lange aar die later cilindervormig uitgroeit, eind mei tot half juni.
Breed eironde tot eirond-lancetvormige wortelbladeren zijn dubbel gezaagd of dubbel gekarteld, soms ook ongelijk gezaagd of gekarteld. Midden op het blad zitten soms zwarte vlekken.
Witte rapunzel, Duits harige Teufelskralle, Weie Teufelskralle. Engels spiked rampion, Frans raiponce en pi.
Naam, etymologie.
(a) Phyteuma is een oude naam van de plant. Mogelijk is het woord afgeleid van het Griekse phyteuo: planten, of van het Griekse phyton: wat plantaardige groei betekent, phuteuma betekent plant. De naam werd gebruikt door Dioscorides voor een kruid, mogelijk Reseda of als Dodonaeus zegt voor een Scoabiosa, Linnaeus gebruikte de naam voor deze plant.
Plinius XXVII. 99: ‘Phyteuma quale sit, describere supervacuum habeo, cum sit usus eius tantum ad amatoria.’ De plant werd als afrodisiaca gebruikt. Zie Campanula rapunculus
(b) Phyteuma soorten worden, net als sommige Campanula-soorten, rapunculus of rapunculum: raapje, genoemd waaruit de naam rapunzel, Frans raiponce of raponcule, Duits Rapunzel en Engels rampion is ontstaan. Hier werden de vlezige wortels mee bedoeld. Bauhin beschreef de bolrapunzel als Rapunculus folio oblongo, spica orbiculari, oftewel de rapunzel met lang blad en kogelronde aren. Witte rapunzel, Engelse spiked rampion, Rapunzli in Zwitserland, grosser of weisser Rapunzel bij Nemm, Waldrapunzel bij Bock, Rapunzeln, Spickel, Waldglokchen.
Duitse Triftwurz, groeit op Triften, weiden
(d) Teufelskralle: duivelsklauw, zou in verband staan met de als klauwen omgebogen bloemknoppen. Naar die omgebogen knoppen stamt ook de Engelse naam horned rampion. Het was een van de heksenplanten.
Witte rapunzel.
Uit J. Kops, www.BioLib.de.
Phyteuma spicatum L. subsp. nigrum Rouy (zwart) (Phyteuma nigrum F.W. Schmidt) lijkt in groei en gewas op spicatum, 20-100cm hoog.
Breed eironde tot eirond-lancetvormige wortelbladeren zijn in tegenstelling tot de witte rapunzel zelden gezaagd of duidelijk dubbel gekarteld. In het centrum zitten soms zwarte vlekken.
Bloeit van eind mei tot half juni met donker paarsblauwe, soms fletsblauwe in een aar, eerst eirond, later cilindervormig.
Een plant van vochtige, voedselrijke grond in loofbossen, graslanden en sloten van Midden-Europa.
De wortel is eetbaar en werd vroeger gecultiveerd en gegeten als een salade of gekookt.
Groeit in loofbossen en vooral in beukenbossen, vochtige weiden van Z. en Midden-Duitsland, Alpen. Is beschreven in 1597.
Naam.
Zwartblauwe rapunzel, Duits Schwarze Teufelskralle, Schwarze Rapunzel, Engels black Rampion, black-horned rampion, Frans raiponce noire, raiponce bleue.
7. uit web.utanet.at
Phyteuma ovatum Honck. (ovaal) (Phyteuma halleri, All. (Albrecht von Haller, Zwitserse botanicus, 1708-1777) Dubbel getande tot bijna ingesneden bladeren, de onderste zijn lang gesteeld en breed eivormig met hartvormige voet, de bovenste langwerpig en toegespitst.
Een sterk groeiende plant met opstaande, holle stengels.
Langwerpig/eivormige trossen van 6cm lang met violet/blauwe bloemen van 1cm lang waarvan de meeldraden aan de voet wollig behaard zijn in juni/juli.
Uit de Alpen, Pyreneeën en Apennijnen, wordt 50-80cm hoog. Is beschreven in 1822.
Hallers Teufelskralle, Eirunde Teufelskralle, Eikopf-Teufelskralle, horned rampion.
10 . uit J. Seboth.
=Phyteuma globulariifolium Sternb. (met blad als Globularia) is een meerjarige plant van 1-6cm hoog.
De grondbladeren staan in rozetten en worden meestal 1-3cm lang, stengelbladeren zijn kleiner.
Blauwviolette bloemhoofdje met 2-7-bloemen in juli-september.
Groeit in de Alpen en Pyreneeën.
Kugelblumenbalttrige Teufelskralle, Armblutige Teufelskralle, Kleinste Teufelskralle.
11. uit J. Seboth.
=Phyteuma hemisphaericum, L. (bolvormig lichaam) Bladeren staan voor het meest aan de voet van de opgerichte stengels, grasachtig, de bovenste gesteeld en lijnvormig, 1-2mm breed, gaafrandig tot zwak getand, de bovenste lancetvormig en half stengelomvattend.
Bolvormige 1.5-2cm grote trosjes van ca. 12 zittende violet/blauwe bloempjes met eivormige schutblaadjes die toegespitst en onbehaard tot gewimperd zijn in juli/augustus.
Kalkarme grond.
Zodenvormende plant.
Uit de Alpen en Karpaten, wordt 5-20cm hoog. Is beschreven in 1752.
Naam.
Teufelskrallen in Tirol, Halbkugelige Teufelskralle, Grasblatt-Teufelskralle, Engelse linear leaved horned rampion.
14. uit C. Loddiges.
=Phyteuma orbiculare, L. (cirkelvormig) Hart/eivormige bladeren zijn gesteeld en gekarteld/gezaagd, de bovenste lijn/lancetvormig en zittend.
Zodenvormende plant met opgerichte stengels.
Eivormige en ongeveer 2.5cm lange trosjes van zittende donker violet/blauwe bloemen van 1.5cm lang met schutblaadjes die ongeveer even lang zijn als de bloemen, eivormig en lang toegespitst, meestal omgebogen in juni/augustus.
Uit de Alpen wordt 20-40cm hoog.
Bolrapunzel, round headed horned rampion. Kugelige Teufelskralle.
15. uit flora-aragon.blogspot.com
Phyteuma charmelii, Vill. (plaats Charmeil in Frankrijk in Auvergne) Lang gesteelde bladeren zijn niervormig met hartvormige voet, stomp en meestal gaafrandig, de bovenste bladeren lancetvormig.
Opgerichte stengels zijn dicht bebladerd.
Bolvormige trosjes van kleine blauwe bloemen, schutblaadjes zijn iets langer dan de bloemen en lijn/lancetvormig, spits en behaard in juni/augustus.
Uit Z. Europa wordt 15-25cm hoog. Is beschreven in 1823.
Var. serratum verschilt doordat de onderste bladeren ei/lancetvormig en getand, de bovenste gezaagd en vaak wat omgekruld zijn.
Long bracted horned rampion.
16. uit Curtis botanical magazine.
=Phyteuma scheuchzeri, All. (Johan Jacob Scheuchzer, Zwitserse botanicus, 1684-1738) Elliptisch/lancetvormige bladeren zijn spits, de voet smal in de lange steel uitlopend, gekarteld/getand, de bovenste lijn/lancetvormig en wat gezaagd tot gaafrandig.
Opgerichte stengels.
Eivormige trosjes van zittende donker violet/blauwe bloempjes met schutblaadjes die veel langer zijn dan de bloembladeren, lijnvormig en spits in juni/juli.
Uit de Alpen, wordt 20-40cm hoog. Is beschreven in 1813.
Oxford rampion of horned rampion.
Uit commons.wikimedia.org
Phyteuma pauciflorum, L. (weinig bloeiend)
10 cm hoge plant met blauwe bloemen in mei.
Uit Zwitserland is in 1823 beschreven.
Naam.
Teufelskrallen in Tirol, Engelse few flowered horned rampion.
Planten.
Planten in zandige kalkhoudende grond op matig vochtige en goed doorlatende niet te zonnige plaatsen. In de winter is veel vocht nadelig voor de planten.
Vermeerderen door zaad, december/maart zaaien bij 20 graden, niet bedekken, of scheuren in het voorjaar.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl