Erodium
Over Erodium
Reigersbek, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
60-75 soorten komen voor in dit geslacht die groeien in de gematigde streken, vooral M. Zee en O. Azië.
Het zijn rozetvormende planten met een roodachtige bloeistengel die zich steeds weer vertakt, zodoende komen er steeds langere liggende en opgaande vertakkingen.
Een geslacht van n- en meerjarige.
De Alpine vormen hebben fijn ingesneden bladeren en meestal purperen of witte bloemen.
Kruiden die soms wat houtig zijn aan de basis.
Bladen tegenoverstaand of afwisselend en de een wat smaller dan de ander, getand, gelobd of verdeeld.
Bloemen zijn regelmatig of bijna zo, en staan meestal in schermen. Er zijn diverse kleuren, van rood roze tot purper met donkere blokken aan de bovenste bloembladen en lijnen die in de donkere tinten uitlopen.
De reigersbek heeft rijpe vruchtjes die aan de top een in vijven gespleten en belangrijk in grootte toenemende stijl bezit. Dit verdroogde deel is zeer hygroscopisch en bij droog weer spiraalvormig opgerold, bij vochtig weer wordt dit weer afgerold, reden waarom de vruchtjes vroeger gebruikt werden ter voorspelling van het weer.
Door deze eigenschap kunnen ze zichzelf in de grond trekken en zo zichzelf planten.
Geraniaceae, ooievaarsbekfamilie.
=Erodium cheilanthifolium, Boiss. (met blad als Cheilanthus) Eivormige en dubbel geveerde bladeren zijn lang gesteeld en aan beide kanten grijs viltig, de slippen zijn eivormig en stomp.
Stengelloze plant voor beschutte plaatsen.
Bloemen staan met 2-4 bijeen en zijn 1.5cm in doorsnede, purper/roze, de twee bovenste bloembladeren zijn aan de voet zwart gevlekt in juni/juli.
De snavel van de vruchtjes is 2.5cm lang.
Uit Spanje en N. Afrika ,wordt 5-10cm hoog.
Cheilanthus leaved heron ‘s bill.
Uit J. Sinthrop.
Erodium gruinum, (L.) LՈer (op de snavel van een kraanvogel gelijkend) Een dicht begroeid plantje met vrij kleine bleekblauwe bloempjes.
De zaden, de reigerbekken, zijn interessanter en vallen meer op.
Eenjarig.
Uit Iran, Cyprus, N. Afrika, W. Azië, is beschreven in 1596.
Iranian stork’s bill.
Erodium lebelii Jord. (Franse botanist Jacques Eugene Lebel, 1801-1878) (Erodium glutinosum Dum.) (kleverig) is een sterk geurende eenjarige plant die sterk met klierharen bezet is en daardoor kleverig, 5-30cm hoog.
Blauwachtige, veervormig samengestelde bladeren met klierharen als gewone haren.
Bloeit met 2-3 licht roze of bijna witte, 6-8mm grote bloemen, mei-herfst.
De 15-24 mm lange, spiraalvormig gedraaide snavel van de vrucht laat van boven naar beneden toe los, waarbij de zaden niet vrijkomen.
Komt voor in de duinen voor op droge, kalkrijke zandgrond, kust van West-Europa.
Naam.
Kleverige reigersbek, Duits Drusiger Reiherschnabel, Engels sticky stork’s -Bill, Frans bec de cigogne glutineux.
Uit; https://www.flickr.com/photos/sveineriklarsen/6972973621
Erodium malacoides L’her. (Malva-achtig) Kruidachtige een of tweejarige. Uit een grond komt een knobbelige stengel van een halve meter hoog.
Kleine lavendel kleurige bloemen met zacht gestelede kelkbladeren.
Uit Eurazië en N. Afrika.
Mediterreanean storks bill, mallow leaved storks bill of soft storks bill.
Uit J. Sowerby.
= Erodium moschatum, L’herit. ex Ait. (muskus geurend)
Bladen zijn dubbel gezaagd tot vrijwel veerspletig, deelblaadjes bijna zittend en ingesneden. Het blad is diep groen en wat klammig, ga je er met de hand door laat het een aangename muskusachtige geur achter.
Liggende stengels zijn harig en veelbloemig.
Is veel groter en mooier dan de gewone reigersbek.
Groeit op vochtige plaatsen en bloeit de hele zomer.
Het sap werd wel gebruikt als een aromatische bitter.
Eenjarige inheemse en wordt een halve meter hoog.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Ooievaarsbek die naar de muskus ruikt en in het lang van Lobel beschreven is heeft de gedaante van duivenvoet en in het Latijn noemt hij dat Myrrhida Plinii, Rostrum Ciconiae, Acus moschata officinarum of ook Acus pastoris en Geranium moschatum, in het Frans bec de cicogne sentact le muse. Sommige noemen het Moscatella of Muscatella en van de gewone man Acus moschata, dat is muskusachtige naald vanwege de reuk die ze heeft die van de muskus gelijk is als men die op de handen slaat en vooral ‘s morgens en ‘s avonds. Ooievaarsbek die naar de muskus ruikt wordt zeer geprezen om te laten plassen.’
Muskusreigerbek en Engelse musk stork’s bill of ground needle.
Uit; https://nl.pinterest.com/pin/424393964860654264/
Erodium x variabile (variabel) Լspan class=SpellE>Bishopճ Fromՠis een laag blijvende en groen blijvende plant van een 5-10cm hoog. (hybride van reichardii en corsicum)
Donker roze geaderde bloemen van mei-september.
Matig winterhard, bedekken.
ԁlbumՠis een witte vorm.
1. uit O. Thome.
Erodium cicutarium, L’herit. (gelijkend op Cicuta)
Dit plantje heeft verschillende kleine en ronde lichtgroene bladeren die aan de randen ingesneden zijn. Het blad lijkt wel wat op een Malva en staat op een lange, roodachtige en harige steel. Ze liggen in een ronde vorm op de grond. Hieruit komen een twee, drie of meer roodachtige geknoopte, dunne en zachte stengels.
Bossig, laag en spreidend, stengels kruipen en zijn harig.
Hieraan komen de kleine, maar helder rode bloempjes die je vrijwel de hele zomer ziet. Ze zijn van een mooie zachte tint, maar de bloembladen zijn fragiel en worden gemakkelijk vernield door de wind. Daarna verschijnen de smalle zaadhoofdjes met hun bek vooruitgestoken.
Het is een een- of tweejarige en een zeer variabele plant.
Groeit op zandgronden van W. Europa.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘In Nederland noemt men dit kruid eigenlijk ooievaarsbek omdat het nadat de bloemen vergaan een priem voortbrengt die grote gelijkenis met de bek van de ooievaar of diergelijke scherp gebekte vogels heeft en daarom heet het ook in het Grieks en Latijn Geranium. Het wordt ook van sommige Acus pastoris genoemd, dat is herdersnaald naar de voornoemde priem of bek die na de bloemen volgt. Valerius Cordus geeft het de toenaam supinum, dat is liggende of kruipende en daarna mag men dat ook in het Diets kruipende of liggende ooievaarsbek noemen omdat van de andere te onderscheiden. Voorts, zo wordt dit geslacht van ooievaarsbek voor het Geranium gehouden daar Plinius van vermaant dat van hem voor alle andere soorten van dit gewas beschreven wordt in het elfde kapittel van zijn 26ste boek met deze navolgende woorden; Լspan class=SpellE>Geranion wordt van sommige Myrrhis en van sommige Merrhrys genoemd. Het lijkt op de Cicuta, dat is dolle kervel, maar heeft kleiner bladeren en korter steel die rond is van reuk en smaak lieflijk of genoeglijk. Maar dat kruid, wat Plinius daar beschrijf, is de Myrrhis van de Grieken die hij wat onbedacht voor ooievaarsbek gehouden heeft.’
In het oosten van ons land storksnavel, in Limburg harken of hanekam. Duits Storckenschnabel, Aebarsschnabel of Adbarschnibb, Cranichsnabel in midden-Hoogduits, Cranchsnabel bij Hildegard, Kranchsnabel, ook Frangenkraut Seissլblum, Grietmannsblume, Strahl, Krahenharen, Uhrradl.
(578) (b) Erodium, is afgeleid van het Griekse erodios: een reiger, het is een verwijzing naar de overeenkomst van stijl en vruchten naar de bek en het hoofd van een reiger. Symbool van nijd. Reigersbek, Duitse Reiherschnabel, Franse bec de grue en Engelse herons ‘s bill.
(c) In de folklore ook wel duvelsblom of duvelsklauwen, de naald, priem- of bekvormige vruchten deden denken aan de klauwen van de duivel.
(d) Linnaeus noemde de plant Geranium cicutarium, naar de vorm en het blad dat op die van Cicuta leek, vandaar Engelse hemlock stork ‘s bill, Schirlingkraut bij Bock.
(e) Engels pin clover of pin grass of wild musk, van Acus muscata.
Gebruik.
Alfilaria of alfilerilla omdat ze in Amerika ook als voer gebruikt wordt, net zoals alfalafa, ook pin-clover.
Ondanks het zachte gewas is het een plant van Mars. Het kruid stelpt inwendige bloedingen.
4. uit www.flickr.com
Erodium amanum Boiss. (van Amanus bergen in de Taurus)(Erodium absinthoides var. amanum )(absintachtig) (Erodium chrysanthum, LՈer )(goudkleurige bloemen))
Geheel zilverwit behaarde plant.
Onderste bladeren zijn breed eivormig, stomp en geveerd, lang gesteeld, de slippen lancetvormig.
Opgerichte stengels zijn onderaan houtig.
Bloemen staan met 2-5 bijeen en zijn ca. 1.5cm in doorsnede, donker zwavel/geel in juni/augustus.
De snavel van de vruchtjes is 0.5cm lang.
Uit Griekenland, Turkije, Syrië, wordt 5-15cm hoog. Is beschreven in 1897.
8. uit www.barewalls.com
Erodium chamaedryoides, L’Her. (Chamaedrys-achtig) (Erodium reichardii) (Franse botanist Reichardi die de plant vond op het eiland Minorca) ) (chamaedrys-achtig) Bladeren zijn eirond met wat hartvormige voet, lang gesteeld en gekarteld, weinig of niet behaard en 1cm in doorsnede
Ook een lage vorm die stengelloos is.
Alleenstaande bloemen zijn wit met roze nerven in juni/augustus.
Snavel van de vruchtjes is 1cm lang.
Stamt uit Corsica en Balearen en wordt 5-8cm hoog. Is beschreven in 1783.
‘Roseum’, is licht lila roze met donkere aders.
Baby Swiss geranium.
10. Uit The garden met W. Robinson.
Erodium glandulosum (Cav.) Willd. (met klieren bezet) (Erodium macradenum, L’her.)(met grote klieren) Langwerpige tot eivormige bladeren zijn dubbel geveerd, helder groen en lang gesteeld, wat behaard, de slippen zijn lijn/lancetvormig en spits.
Stengelloze plant.
Bloemen staan met 2-6 bijeen en zijn ca. 1.5cm in doorsnede, bleek violet/roze en rood geaderd, de twee bovenste bloembladeren zijn aan de voet zwart gevlekt in juni/augustus.
Snavel van het vruchtje is ruim 1.5cm lang.
Uit de Pyreneeën wordt 10-20cm hoog. Is beschreven in 1867.
Black eyed heron’s bill.
12. Uit The garden, W. Robinson.
=Erodium manescavii, Coss. (Manescau, Franse liefhebber/botanicus die deze plant voor het eerst vond) Zeer grote en lancetvormige bladeren zijn kort gesteeld en diep veerdelig ingesneden, behaard, slippen zijn eivormig en spits, geveerd.
Sterke en gemakkelijk groeiende, stengelloze plant.
Bloemen staan met 5-12 bijeen en zijn 3-3.5cm in doorsnede, paars/rood in juni/september.
Snavel van de vruchtjes is 4cm lang.
Tweejarig.
Uit de Pyreneeën, wordt 15-25cm hoog.
Var. luxuriana (weelderig) van 25-50cm verschilt door de forse groeiwijze, grotere bladeren en veel grotere bloemen.
Showy heron’s bill.
14. uit J. Sibthrop
Erodium absinthioides, Wild. (absintachtig) Onderste bladeren zijn omgekeerd eivormig en kort gesteeld, grijs/groenachtig behaard en dubbel geveerd, de slippen zijn lijn/lancetvormig, gaafrandig tot getand, stengelbladeren zittend.
Opgerichte stengels.
Bloemen van 2cm in doorsnede die met 2-8 bijeen staan, violet/roze bloembladeren in juni/augustus.
Snavel van de vruchtjes is 4-4.5cm lang.
Uit Armenië en Klein Azië wordt 10-20cm hoog.
Var. amamum verschilt doordat de hele plant zeer dicht behaard is en lichter gekleurde, bijna witte bloemen heeft.
Planten.
Vermeerderen door te zaaien bij 20 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl