Festuca
Over Festuca
Zwenkgras, vorm, grassen, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit soilcropandmore.info
Een geslacht van meerjarige grassen.
200-300 soorten van bossige grassen komen voor in de gematigde en koudere delen van de wereld.
Er zijn kleine grassen bij van 10cm groot met fijn verdeelde, draadachtige bladeren van 1mm breed tot grote grassen van 2m hoog met grote bladeren van 60cm lang en 2cm breed. Geschikt voor gazon en voer. Festuca vergiftiging, veroorzaakt door een fungus, komt bij drachtige merries voor.
Poaceae, grassen, Festuca klasse.
=Festuca arundinacea, Schreb. (rietachtig) kan wel 60-120cm hoog worden.
Bladen zijn plat en lopen op een punt uit, ruig aan de bovenkant en glad aan de onderkant.
Bloempluim is los en spreidend met vele takjes die meestal in paren staan. Elk paartje draagt 2 of meer aartjes die in elkaar gedraaid zijn na de bloei. De aartjes hebben korte naalden in juni/ juli.
Meerjarig.
Groeit in vochtige weiden en waterkanten, liefst in klei van Eurazië, N. Afrika. Verschilt van de beemdlangbloem door zijn veel vertakte en spreidende bloempluim. Verschillende subspecies.
Naam.
Rietzwenkgras, Engelse tall fescue grass, Rohr Schwingel.
Uit; http://www.plantmaster.com/gardens/eplant.php?plantnum=218
Festuca amethystina L. (amethist blauw gekleurd) Groen blijvend gras dat in de lente blauwachtig wordt met koperen accenten.
Fijne overhangende violette halmen.
45cm hoog.
Uit Europa, Turkije.
=’Superba.’
Tufted fescue, hair fescue. Blauw schapengras.
Uit; https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Festuca_brevipila,_hard_zwenkgras.jpg
Festuca brevipila Tracey. (korte aar) (Festuca cinerea) . Meerjarig gras met pollen van 30-80cm.
Bloeit in juni, juli, bloeiaar van 3-12cm lang.
Groene of grijsgroene bladeren van een mm breed.
Uit Europa en West Azië.
Hard zwenkgras, Fries skieppegers, Blauschwingel, blue fescue, feuque cendree.
Uit www.pictokon.net
Festuca gautieri, (Franse botanist Marie Clement Gaston Gautier, 1841-1911) (Festuca scoparia, Kern. en Hackel.) (bezemachtig) 10cm, is heldergroen en vormt zeer snel ronde egeltjes.
De bloei is echter niet rijk, geeft zeer fijne en draadvormige aartjes.
Uit Z. Europa.
Naam
Berevelgras, Barenfellschwingel, Brenfellgras, Engels bearskin fescue.
Festuca glauca, Lam. (zeegroen blauw) Borstelvormige bladeren zijn samengevouwen en tamelijk stijf, scheden van de onderste bladeren zijn bijna tot aan de voet gespleten.
Stengels en bladeren zijn blauw berijpt.
Opstaande stengels of halmen zijn rond en bezet met stijve en dichte, 5-9cm lange pluimen van kleine elliptische, platte en gesteelde aartjes die elk 3-5 bloempjes bevatten, de onderste kroonkafjes zijn meestal behaard en kort genaald, bovenste kroonkafjes zijn spits in mei/juli.
Festuca is zeer geschikt voor grote aanplantingen. Groeit in mooie ronde bollen van 20-30cm hoog waarboven de ijle pluimpjes uitsteken. Zwenkgras geeft torentjes als fijn geweven kantwerk die tegen de blauwe luchten prijken.
Het is een zeer mooi inheems en decoratief gras doordat het fraaie en fijne blauwe gras goed contrasteert met omringende planten of stenen.
De cv. ‘Harz’ is natuurlijk een donkere vorm, vergelijk de donkere Harz. ‘Olijah Blue, ‘Intense Blue’ wintergroene blauwe bodembedekkers.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) ‘De naam Festuca betekent in het Latijn gewoonlijk alle kafachtige vezels en schubben die gauw met de wind wegwaaien en daarnaar hebben deze miswassen van koren hun naam ook gekregen.’ (zie dravik en evenie)
Midden Engels festuca: een strobundel, oud-Fries festu.
Blauw schapengras of zwenkgras, Duitse Wiesenschwingel, Zweeds svingel, van swingen of vibreren naar de lange slanke aren.
Franse fetuque, van Festuca, poil de chien: hondenhaar, de aar.
Engelse fescue grass, van Festuca.
Uit J. Kops, www.BioLib.de.
=Festuca gigantea, Schreb. (gigantisch)
De bladen zijn breed, plat en ruig aan beide kanten en van een diep groene kleur.
De stengel is bladig en de bovenste schede is langer dan het blad.
Bloempluim is vertakt en hangt aan een kant. De aartjes zijn 3-6 bloemig en licht groen in juli/augustus.
Het is een van onze grootste grassen en groeit in beschaduwde bossen en vochtige hagen. In die laatste plaats overgroeit het de struiken, soms wel 180cm hoog, op drogere plaatsen maar de helft.
Meerjarige uit Eurazië, N. Afrika.
Naam.
Reuzenzwenkgras, Engelse tall bearded fescue, Riesenschwingel.
Uit J. Kops, www.BioLib.de.
Festuca ovina, L., (voor de schapen) is een wat grijzige en zodenvormende plant van een 25cm hoog.
Bladen zijn allen borstelvormig. Er zijn vele blaadjes die min of meer gedraaid zijn en worden geel in de herfst, soms zelfs oranje.
De bloempluim is dicht en draait wat naar 1 kant op. De aartjes hebben meestal naalden van hun halve lengte.
Meerjarig.
Wordt wel op droge gronden gebruikt. Uit Europa, gematigde streken van Azië, N. Afrika en N. Amerika.
Naam.
Schapengras, Duits Schafschwingel, Engels sheep ‘s fescue gras. Linnaeus noemde het zo omdat schapen er dol op zijn.
Een zeer variabel gras waartoe ook enkele kleine soorten behoren.
In de var. tenuifolia (zachte bladeren) zijn de bladeren veel langer dan normaal, in de var rubra (rood) geeft de wortel meestal uitlopers die weer opgaande scheuten produceren.
Kenmerken.
Overblijvend, in bolle polletjes groeiend gras.
Halmen min of meer rond.
Blad borstelvormig, vaak stijf gebogen afstaand.
Bladscheden gespleten.
Takken van de bloeiwijze min of meer naar 1 zijde gericht.
Pakjes met als regel 5 bloemen.
Kafnaalden aanwezig.
Tongetje moeilijk herkenbaar.
Oortjes klein, staan op een knobbeltje.
Uit J. Kops, www.BioLib.de.
Festuca pratensis, Huds. (van de weiden) is een zodenvormende plant.
De bladen zijn plat en ruig.
De stengel wordt een 70cm hoog.
De bloemaar is altijd dicht, de takjes staan in paren en zijn zeer lang.
Meerjarige uit Europa en gematigde streken van Azië.
Naam.
Beemdlangbloem of weidegras, meadow fescue grass, Duits Wiesen-Schwingel.
Herkenningstekens.
Losse zoden vormend, overblijvend gras.
Halmen min of meer rond
Blad is helder groen.
Basis van de spruiten rood.
Takken van de bloeiwijze min of meer naar 1 zijde gericht.
Pakjes gewoonlijk met 7-9 bloemen, geen kafnaalden.
Tongetje klein, 1mm.
Strak aanliggende oortjes.
Uit J. Kops, www.BioLib.de.
Festuca rubra L. (rood)
Het blad van vegetatieve spruiten is ingerold of min of meer vlak en 0,6 tot 1,3 mm breed. Op het blad zitten meestal 5 nerven met naast de randen nog 2 zeer zwakke nerfjes. De bladschede is meestal behaard en het tongetje is ongeveer 0,2 mm breed.
Pluimvormige bloeiwijze.
Gewoon roodzwenkgras en roodzwenkgras met fijne uitlopers wordt veel gebruikt voor de aanleg van gazons. Roodzwenkgras kan goed tegen schaduw en groeit goed op zowel kleigrond als op arme, droge zandgrond. Komt uit Europa, gematigde streken van Azië, N. Afrika en N. Amerika.
Var. fallax, var. rubra, var. trichophylla.
Naam.
Festuca rubra var. commutata. (van kleur verwisselend) Gewoon roodzwenkgras vormt zeer fijne bladeren en een zeer dichte zode, Duits Horstrotschwingel, Rot-Schwingel, Engels red fescue, Frans ftuque rouge gazonnante.
Festuca rubra var. rubra. Roodzwenkgras met forse uitlopers, Duits Ausluferrotschwingel, Engels creeping fescue, Frans ftuque rouge traante.
Festuca rubra var. trichophylla. (haarachtig blad) Roodzwenkgras met fijne uitlopers, Duits Rotschwingel mit kurzen Auslaufern, Engels slender creeping red fescue, Frans ftuque rouge demitraante.
Festuca valesiaca Scheleich. ex Gaudin. (uit Valais) Is een van de zilverkleurige vormen.
Grijsblauw blad.
Bloeit in juni-juli.
Wordt 30cm hoog.
Winterhard.
Uit Europa en Azië.
Volga fescue.
Planten.
Ze worden in de weiden gezien en in de tuinen.
De meeste houden van droge gronden.
Het plantje houdt van zon en kan zeer goed tegen droogte en slecht tegen zware grond. Combinaties zijn mogelijk met talrijk bloeiende planten.
Vermeerderen door scheuren in մ voorjaar of zaaien bij 20 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl