Araceae

Deze familie omvat ruim 100 geslachten en 900 soorten die karakteristieke planten zijn van de Tropische oerwouden van Afrika, Azië en Amerika. Sommigen komen voor in N. Amerika en de landen rondom de M. Zee, weinigen in de rest van Europa.

De kruidachtige zijn meestal afkomstig uit het Noordelijk halfrond en voelen gewoonlijk zacht aan. Ze bezitten vaak een wortelstok of blijven over via een knolachtige wortelstok. De meeste zijn echter tropische vormen met palmachtige stengels die tot 4m. , of klimplanten die 30m. halen of epifyten met luchtwortels. De luchtwortels zijn dikwijls bedekt met een speciale water absorberende huid. Die wortels worden gebruikt om sarsaparilla bladeren in te bossen voor de verkoop. Anderen vormen grote rhyzomen of knollen en soms zijn de zetmeelrijke knollen eetbaar. Vele soorten zijn van naturen liefhebbers van moerasachtige gronden, die hebben vaak een goed ontwikkeld wortelsysteem. Vaak zijn de dikke wortels met lucht gevuld om te voorkomen dat ze in de slappe grond wegzakken.

De bladen laten vaak een wat spinnenwebachtig nervatuur zien. Bladeren zijn er in allerhande vormen, getand, gelobd, gevlekt en soms ook voorzien van gaten..

Sommige soorten bezitten een melkachtig sap. Ze hebben vaak giftige eigenschappen. Lagenandra toxicaria van Sri Lanka is zelfs extreem giftig.

De bloemen zitten in een bloeikolf die door een bloemschede is omgeven. De vrucht is meestal een besvrucht. De bestuiving van de Araceae is vaak ingewikkeld en opmerkelijk. De bestuiving gebeurt meestal door vliegen die aangetrokken worden door de kleuren en de aparte geur.

Nauw verwant is deze familie met de Lemnaceae, Palmaceae en Cyclanthaceae, waarvan ze meer door de vorm onderscheiden wordt dan door structurele details.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl