Loasa

Naam, etymologie.

Loasa, een Zuid-Amerikaanse naam. (synoniem Caiophera en Blumenbachia)

Uit revue de l'horticulture belge.

Een- of meerjarige, kruiden of halfheesters van Tropisch Amerika.

Opgaand of klimmend.

De bladeren staan afwisselend of tegenoverstaand.

80-100 soorten komen voor.

Ze lijken teveel op brandnetels zodat ze over het algemeen weinig in cultuur zijn. De pijn van hun steken kan dagen aanhouden.

Loasaceae.

=Loasa lateritia, Gillies (lateris; rode steen of zegelsteen, zegelsteenachtig, vanwege de kleur der bloemen) (Caiophora lateritia Bentham) Een rankende en rijk vertakte plant die wel anderhalve meter kan klimmen.

Grote abrikooskleurige bloemen waarbij de meeldraden in bundeltjes staan.

Steekt ook, dus voorzichtig vast pakken.

Uit Chili, Tucuman, is beschreven in 1835.

Uit N. Jacquin.

Loasa urens, Jacq. (brandend) Eucnide urens Gray) is een eenjarige kleine netel van een halve meter hoogte, de steek is zeer pijnlijk.

De gele bloemen zijn echter interessant.

Common Chili nettle, desert rock nettle.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl