Onobrychis

Over Onobrychis

Esparcette, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

nUit www.ckkaempfe.de

Een geslacht van meerjarige, soms zijn ze struikachtig en doornig.

Bladen zijn geveerd en de bloemen purperachtig, rozekleurig of witachtig en staan in okselstandige trossen.

23 of meer soorten komen voor in Europa, N. Afrika en W. Azië.

Verwant aan Hedysarum.

Fabaceae, vlinderbloemige, Hedysarum klasse.

=Onobrychis montana, DC. (uit de bergen) Geveerde bladeren met 5-7 paar elliptische blaadjes.

Liggende tot opstijgende stengels zijn behaard.

Aarvormige trosjes van karmijn/roze, 1-1.5cm lange bloemen waarvan de kiel langer is dan de vlag in juni/augustus.

Uit de Alpen, Jura en Pyreneeën, wordt 20-30cm hoog.

Onobrychis montana DC. subsp. cadmea (Boiss.) P. W. Ball, (zink oxide-achtig) Klein Azi en Z. Europa.

Onobrychis montana DC. subsp. montana, uit Midden en Z. Europa.

Berg esparcette, Frans sainfoin montagnard.

Uit O. Thome.

= Onobrychis viciifolia, Scop. (wikkebladig) Verschijnt met 9‑12 parige geveerde bladeren die tot 5cm lang zijn en ovaal.

In juni/augustus bloeit het gewas met dichte en roze/rode bloemen met donkere strepen die in trossen staan.

Een mooie meerjarige die het waard zou zijn om in de tuin gecultiveerd te worden.

Sinds de 18de eeuw wordt het gewas gecultiveerd.

Het voer overtreft alle klaversoorten en is geschikt voor alle huisdieren. Ook is het een goede bijenplant.

Esparcette of esparcetteklaver wordt een 30‑60cm hoog, kruipend en opgaand.

Groeit in Z. Europa en midden Klein Azië en Syrië, vooral op kalkrijke grond.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Dit kruid heeft bij de nieuwe meesters geen eigen naam, dan het schijnt de Onobrychis van de ouders te wezen, want hetgeen dat van de Onobrychis bij Dioscorides of Plinius vermaant staat, al hetzelfde komt met dit gewas zeer goed overeen.’

Onobrychis, is afgeleid van het Griekse onos: een ezel, en bruko: bijten, het is een favoriet voedsel voor ezels. Volgens een fabel zou de ezel balken als die dit kruid ziet en het niet kan bereiken. Symbool van agitatie, of van brycho ; graag eten. Duitse Eselswicken.

Dodonaeus (b) ‘Clusius zegt dat het in Brabant van sommige hane-kammekens of op het Latijn Crista gallinacea heet want de bloemen van dit gewas die door de hitte verdrogen en vergaan brengen een hauwtje voort als een kamachtig helmpje met doorntjes bezet. Het heeft noch deze namen bij Lobel, Caput Gallinaeceum Belgarum.’

Hahnenkamm in Berner Oberland, Hanhaupt in oud-Hoogduits, Hanenhabt, -houbit, -kopf, in midden-Hoogduits, Hanhaupt, -hoibt in oud-Hoogduits, onze hanenkammetjes, de rode bloemstand, zie ook Hedysarum, vandaar Engels cock ‘s head.

Dodonaeus 'Het heet in het Frans sainct Foin, in het Italiaans uppuparia de maghi.

Een uitweiding over de waarde van deze plant werd gepubliceerd omstreeks 1671 waar de naam gespeld was saint foine. Gezond hooi, wat ontleend zou zijn aan Latijn sanum foenum. De plant zou gevonden zijn tussen de kruiden en grassen in de stal waar onze Heer zou zijn geboren. Het plantje opende plotseling zijn bloemen om een krans te vormen rond zijn hoofd. Vandaar het Latijnse sanctum en foenum bij oude schrijvers, Franse le sanfoin en Engelse sainfoin. Het is nu het heilige hooi, gespeld sainct-foin en zelfs saint foin. Vandaar de ook in het Frans voorkomende woord, plante sacree en Engels holy hay.

(Dodonaeus d) ‘Het heet bij Lobel ook Onobrychis Dioscoridis, Polygala vera Dalescampii, in het Engels medick vetcheling.’

Engels heeft red fitching, henճ bill, fodder grass, en medick fetch.

Dodonaeus (e) ‘In Duringerland wordt het Kerstwurtzel genoemd. Men zegt dat het aan de dijken van de zee, op de duinen en diergelijke plaatsen van Zeeland en Holland groeit en ook omtrent Parijs waar dat het ook sparse genoemd wordt.’

Eperklee, Espar, Esparsette, Esparzette, Esper Esper, Espassel, of Sparsette, Zwitsers Eschper, Espara, Esparsette, Duits Esparsette, stamt van Frans eparcet of esparcette uit de 13de eeuw, van Spaans esparcilla, esparcir: uitbreiden, geeft vele stengels. Of van epars: verstrooid, wat afgeleid is van het Latijnse sparsus.

(f) In Frans heet het ook Bourgogne, de plaats van eerste cultivatie, die in Duitsland in 1750 bekend en geprezen werd. Om de zaden voor een zo hoog mogelijke prijs te kunnen verkopen gaf men voor dat ze uit Turkije stamden, grosser turkischer Klee, Turkenklee Spanischer Klee in Z. Duitsland, grosser turkischer Kleberklee in Wurzburg, Schweizerklee, Engels French grass.

In Duits verder; Igelsklee, rothe Ramsen, Sussklee en Wildhopfenkraut.

Planten.

Planten in zandige, kalkhoudende grond op droge en zonnige plaatsen.

Zaaien in januari/maart bij 20 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl