Angostura

Over Angostura

Cusparia, vorm, bomen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.

Uit J. Carson.

Rutaceae.

Angostura trifoliata. T. S. Elias (driebladig) (Cusparia febrifuga) (koortswerend) (Galipea officinalis) (geneeskrachtig)

Een kleine boom met rechte stam en onregelmatig vertakt, 5 - 6m hoog.

Gladde grijze bast.

Gesteelde bladeren die ovaal en puntig zijn, uit 3 bladeren bestaan, glad en glanzend groen.

Heeft witte bloemen met een speciale geur, okselstandige trossen.

De gewreven bladeren geven een tabak achtige geur.

Is afkomstig uit Tropisch Z. Amerika.

Naam, etymologie.

Cusparia, Grieks cuspis: een punt, naar de draden die geen meeldraden hebben.

Angostura komt van de oude naam van tegenwoordig Ciudad Bolvar, Tom de Guayana de Angostura del Orinocoլ of St. Thomas van Guyana aan de samenkomst van de Orinocoլ te Venezuela. Daar woonde rond 1830 de Duitse dokter Johann Gottlieb Benjamin Siegert die naar een medicijn zocht die de appetijt en vertering van de maaltijden van soldaten zou verbeteren. Dat vond hij in deze plant en noemde die bitter Amargo Aromatico’, Engels cusparia bark of angostura, Frans cusparie, Duits Cuspabaum, Angustarinde en Italiaans cusparia.

De bast is een van de vriendelijkste van de bittere kruiden, angostura bitters. Het is wel verboden in Belgi, sterk opwekkend middel. Het wordt daarom veel gebruikt voor likeuren en bitters. Het is al eeuwen bekend bij de inwoners van Z. Amerika als een bitter- en koortswerend middel, ook als tegenmiddel tegen tetanus. Het wordt in- en uitwendig aanbevolen tegen zweren. De inlanders gebruiken het om vis te verdoven net als ze doen met de kininebast, Cinchona.

Eerst werd het gebruikt in Madrid in 1759 en een paar jaar later was het in Engeland bekend door de apotheker van koningin Charlotte, Brande.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl