Coriaria
Over Coriaria
Leerboom, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit dictionnaire des sciences naturelles.
Een familie die uit struiken bestaat.
1 geslacht met 8 soorten komt erin voor die wijd verspreid zijn in de warmere gebieden. Bladeren zijn enkelvoudig en gaafrandig, tegenoverstaand of in kransen. Bloemen tweeslachtig en mannelijk, 5 kelk en 5 kroonbladen, 10 meeldraden en 5-10 afzonderlijke stijlen. Vrucht is besvormig, kroonbladen zijn na de vruchtzetting blijvend en sluiten zich om de vrucht.
Coriariaceae. Deze familie is niet nauw verwant met andere families, mogelijk met Empetraceae.
De familie vertegenwoordigt een oude groep. Fossiele soorten zijn bekend.
Coriaria.
Een geslacht van kleine bomen, struiken of meerjarige kruiden die gekweekt worden om hun ornamentele vruchten.
Breed uitgroeiend planten met kantige en veel merg bevattende twijgen.
Bladverliezend, de bladen zijn kort gesteeld of bijna zittend, geveerd met 3-9 delen en tegenovergesteld, 2-9cm lang.
Bloemen staan in dunne eind- of okselstandige trossen van 2-30cm lang en zijn klein, groenachtig met 5 kleine bloembladen.
De vruchten zijn opvallend geel, rood of zwart, in sommige soorten zeer giftig, van Coriaria terminalis zijn ze eetbaar.
Ongeveer 5-30 soorten komen voor in O. Azië, M. Zeegebied, Z. Amerika en N. Zeeland.
De bladen van sommige soorten worden gebruikt om leer te looien. De vruchten van sommige soorten zijn giftig en eetbaar bij andere.
De M. Zee soort, Coriaria myrtifolia, is bekend als Redoul en verschillende Nieuw-Zeeland soorten zijn bij de Maoriճ bekend onder de naam Tutu. de Z. Amerikaanse soort, Coriaria ruscifolia, (met blad als Ruscus) is een altijdgroene klimmer en bekend als Deu of Huique, zijn vruchten worden in Z. Chili gebruikt om er rattenvergif van te maken.
=Coriaria myrtifolia, L. (mirtbladig) Bladeren zijn 3-6cm lang en donkergroen met iets lichtere onderkant, 3nervig, ovaal/lancetvormig met puntig toelopende top.
Bloeit in april/mei aan vorig jaar gevormde twijgen met groen bloemen die in korte, zijstandige, opstaande trossen staan.
Vruchten komen in september/oktober en zijn eerst groen/geel en dan zwart.
De mirtbladige sumach bevat veel looistof. De bessen en bladeren zijn giftig.
Deze lijkt wel wat op Coriaria japonica, heeft ook tamelijk dikke en kantige twijgen en groeit zeer breed uit.
Stamt uit het westelijk M. Zeegebied en wordt 1-2m hoog. Is in 1629 beschreven.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) ‘Theophrastus vermaant van twee soorten van dit gewas en noemt de eerste mannetje en de andere wijfje waarvan de ene vruchten draagt en de ander onvruchtbaar blijft. Plinius in het 2de kapittel van zijn 24ste boek beschrijft ook twee geslachten van Rhus, het een is rood wat niets anders is dan het zaad van dit gewas en het ander is een wild kruid met bladeren als Myrtus bladeren en daarna zegt hij dat het Frutex coriarus genoemd wordt en rosachtig van kleur is en vijf en veertig cm hoog wordt en zo dik als een vinger of daar omtrent. Sommige noemen dit gewas (Rhus coriaria) Myrtifolium en Myrtopetalon, doch oneigenlijk, want ze zijn toenamen van een wilde Rhus met smalle bladeren.’
Coriaria is van het Latijnse corium afgeleid, huid of vel, arius: achtig, de plant werd gebruikt om te looien. Een struik om leer te looien werd door Plinius beschreven als Frutex coriarius.
Het is de leerboom, Engelse tanners ‘s tree en de Duitse Myrtenbltatriger Gerberstrauch of Redoul, Engelse myrtle leaved tanner’s tree. (Zie Rhus coriaria)
De Spaanse naam emborrachacabras; ‘Geitendrank’, verwijst naar het effect ervan als geiten het eten. De Fransen en Engelsen noemen het redoul, Catalanen roldor dat van Latijn Rhus tyrius is afgeleid, Syrische tyr sumac, Sirian-Tyr sumac, naar het gebruik in leerlooierij.
Uit plantillustrations.org
Coriaria japonica, Gray. (uit Japan) Bijna zittende bladeren zijn 3-8cm lang en wat glanzend heldergroen, duidelijk 3nervig, ei/lancetvormig met een zeer lang toegespitste top.
Een zeer breed groeiende struik met tamelijk dik en veel merg bevattende glanzend bruine, kantige twijgen die dicht bezet zijn met tamelijk grote lenticellen.
Bloeit in mei aan vorig jaar gevormde twijgen in zijdelings geplaatste, pluimvormige trossen, soms eindstandig aan korte zijtwijgen met onaanzienlijke groene bloemen.
Vruchten worden al in augustus purperrood en later violet/zwart.
Wordt 1-3m hoog.
Chinesischer Gerberstrauch, looimirte, komt uit Japan.
Coriaria pteridoides W.R. B. Oliv. (als Pteridium) plant van 70cm hoog.
Bloeit in mei-juni.
Glimmend zwarte bessen in de herfst.
Varenachtig blad.
Uit Nieuw Zeeland.
Uit www.newzealandantiqueprints.co.nz
Coriaria ruscifolia, L. (met blad als Ruscus) altijdgroene klimplant.
De vruchten bevatten een wijnachtig sap dat gedronken wordt.
De zaden zijn giftig.
Het gewas levert ook een zwarte kleurstof die door schoenmakers gebruikt wordt.
Komt uit Z. Amerika.
Tutu poison plant of toot plant, Duitse Ruskusblttriger Gerberstrauch, in Chili Huiqueҍ gebruikt om er rattenvergif van te maken.
Coriaria ruscifolia L. subsp. microphylla (Poir.) L. E. Skog (zeer kleine bladeren) (Coriaria thymifolia Humb.) (met blad als tijm) is een plant van de Noordelijke Andes met hallucinerende en verdovende bessen als Vaccinium. Vele bergbeklimmers die dat niet gewend waren hebben de verdovende bessen gegeten.
Shanshi.
Uit pl.wikipedia.org
Coriaria terminalis, Hemsl. (eindstandig, de bloem) Bladeren zijn bijna ongesteeld en 3-7cm lang, 3-4cm breed, matglanzend donkergroen en van onder iets lichter en meestal 5nervig, breed eivormig met toegespitste top.
De jonge twijgen vriezen ճ winters wel terug, zijn rood/bruin en lang niet zo stevig als de voorgaande.
Bloeit in juni/juli met groene bloemen in tot 15cm lange eindstandige trossen.
De talrijke vruchten zijn zwart in augustus/september.
Komt uit China en wordt 1m hoog en is beschreven in 1897.
var. xanthocarpa (met gele vruchten) is een mooie vorm en wordt als een halfheester gebruikt.
Vruchten zijn wasgeel en staan in overhangende en eindstandige trossen, eetbaar.
Mooie plant voor de rotstuin in zandige en humus houdende grond op een beschutte en wat zonnige plaats.
In de winter vriezen de twijgen vaak af, maar de plant loopt weer opnieuw uit.
Vermeerderen.
Vermeerderen door zaden, zaaien in februari bij 20 graden en dit bedekken. Ook door zomerstek en afleggers. Delen is ook heel goed mogelijk, worteluitlopers.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl