Cyathea

Over Cyathea

Boomvaren, voorkomen, groei, eigenschappen.

Filicinae, varens, Klasse 4 Cyatheaveae.

Naam, etymologie.

Cyathea, wat kop of beker en bevatten betekent, een verwijzing naar de kopvorm.

Dit zijn meestal boomvarens met grote en veel samengestelde bladeren.

Deze familie heeft 7 geslachten en ongeveer 300 soorten waarvan 115 behoren tot Cyathea, 112 tot Alsophila en 44 aan Hemitelia.

Ze komen voor in de tropen van beide halfronden.

De soorten vormen een grote verscheidenheid.

Die uit de gematigde zones zijn meestal stevig en niet doornig. De tropische vormen zijn slanker en in veel gevallen gewapend met stevige dorens.

Ze zijn allen altijdgroen.

Verlangen een overdaad aan water bij de wortels en de stam moet constant vochtig gehouden worden. Ze verlangen weinig potruimte en geven slechts zelden zijscheuten naast de stam.

Ze worden dan ook vermeerderd door sporen die gemakkelijk kiemen. In een paar seizoenen heb je al mooie planten.

De boomvarens behoren meestal tot de Cyatheaceae familie.

Sommigen hebben een korte stam maar de meeste bezitten een stam van 1m tot 13m hoog.

De gehele plant is onmiskenbaar boomachtig in grootte en afmetingen.

De bladeren zijn gewoonlijk groot en worden geboren in een palmachtig hoofd op het eind van de stam.

De stam zelf is gemerkt met tientallen bladmerken, de merken geven de ouderdom van de plant weer.

Ze zijn van langzame groei.

Een van de sierlijkste is Cyathea arborea, (boomachtig) die in Engeland in 1793 door Admiraal Blight gebracht werd. Tasmanian cup fern.

Uit; http://www.forestferns.co.uk/tree-ferns/cyathea/cyathea-dealbata

Cyathea dealbata Forster. (wit bestoven) Kan 10m hoogte halen met een breedte van 4m.

De kroon is dicht met drievoudig geveerde bladeren die wel 4m meter lang kunnen worden met een zilverwitte onderkant.

De sori zitten aan weerszijden van de middennerf.

Komt uit Nieuw-Zeeland en is daar het nationale sportsymbool en staat op het shirt van de All Blacks, hun rugbyteam.

Zilveren boomvaren.

De dichte en wolachtige bedekking van de stengels van vele soorten werden gebruikt om kussens te vullen. Het meelachtige merg van sommige N. Zeelandse vormen was vroeger in gebruik als voedsel. In India werd een verdovende drank van het merg gemaakt.

Anderen zijn belangrijke kasvarens als Cibotium, Cyathea, Hemitelia, Alsophila.

=Alsophila crinita.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl