Weigelia

Over Weigelia

Vorm, heesters, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit www.olivesandmountains.com

Een geslacht van sierlijke, hoog opgroeiende struiken die gekweekt worden vanwege hun opvallende bloemen in het voorjaar en vroege zomer.

Bladverliezend. Het blad is tegenoverstaand en gezaagd en gesteeld, zelden zittend, duidelijk zijn de nerven. Roodbruine en met merg gevulde takken.

De bloem is oksel- of eindstandig met een 3-4 bloemen in een tros die wit, roze of rood zijn en soms geelwit, bloemkroon is niet 2lippig, regelmatig, meeldraden meestal niet langer dan de bloemkroon.

Een doosvrucht met dikke wanden, kantige of gevleugelde zaden.

Ze groeien in voedzame grond in de volle zon.

Een 12 soorten komen voor in oost Azië met een paar honderd cultivars. Nauw verwant aan Diervilla, die groeien in N. Amerika.

Caprifoliaceae, nu Diervillaceae.

=Weigelia coraeensis, Thunb. (uit Korea) Bladstelen zijn 1-2cm lang.

Bladeren zijn 7-12cm lang en 4-7cm breed, breed elliptisch met toegespitste top, gezaagd, donkergroen kaal of spaarzaam langs de middennerf behaard, van onderen langs de nerven behaard.

Een breed uitgroeiende struik met zeer spaarzaam behaarde en later kaal wordende grijze twijgen Bloeit in met wijd geopende klokvormige roze bloemen met 1-3bijeen aan ene gemeenschappelijk steel, kelk is diep getand met gewimperde tanden, bloemkroon tot 3cm lang met licht roze gekleurde buis en witte zoom, stijl steekt niet voor de bloemen uit, stempel is niet gelobd.

Uit Korea, ook in Japan komt deze soort voor en wordt 2m hoog.

Japanse Weigelia, Koreanische Weigelie.

Uit Curtis botanical magazine.

Weigelia florida, K. Koch. (bloeiend) (Weigelia rosea) (roze) Kort gesteelde of soms zittende bladeren van 5-12cm lang en 3-4.5cm breed, ovaal of elliptisch met lang toegespitste top, gezaagd, fris groen en langs de nerven spaarzaam behaard, van onderen dichter langs de nerven behaard.

Een hoog opgroeiende struik met geel/bruine twijgen met 2 lijnen.

Bloeit eind mei begin juni met 1 bloem of meerdere bijeen in oksels van korte zijtwijgen, kelk met ongelijk lange lancetvormige tanden, bloemkroon tot 2.5-3cm lang, roze en aan de binnenkant wat lichter, stijl met duidelijke 2lobbige stempel, vruchtbeginsel is behaard.

Doosvrucht is kaal.

In een van de mooiste eilanden ter wereld, het eiland Chusan buiten de kust van N. China, werd deze Weigelia in 1843 ontdekt door een Engelsman, R. Fortune. Wordt 3m hoog.

‘Nana Variegata’, is een nana vorm van maar een meter hoogte.

De vorm ‘Purpurea’ is iets lager, heeft purperbruin blad met donkerroze bloemen.

Variegata’ heeft geel gevlekte bladeren.

’Alba’ is de witbloeiende vorm.

Naam, etymologie.

Weigelia is zo genoemd naar Christian Ehrenfried von Weigel, professor in de botanie te Greifswald, 1748-1831, schrijver van verschillende botanische werken. Vandaar de ook voorkomende naam Weigela. Duits Rosa Weigelie, Glockenstrauch, Engels bush honey suckle.

Weigelia had nogal wat problemen met de naam. Geregeld werd van naam gewisseld met Diervilla.

De grootbloemige rode vormen uit oost Azië heten nu Weigelia en de kleinbloemige gele vormen uit Amerika heten nu Diervilla. Het omgekeerde is bij mensen het geval. Symbool van accepteer een trouw hart.

Uit J. Zuccarini, www.BioLib.de.

Weigelia floribunda, A DC. (overvloedig bloeiend) Zeer kort gesteelde of soms zittende bladeren van 5-9cm lang en 3-4.5cm breed, eivormig met lang toegespitste top, fijn gezaagd, frisgroen en van onderen grijs/groen en blijvend behaard.

Eerst opgaand groeiend en later met meer overhangende twijgen en zo een breed uitgroeiende struik vormend met zeer lang behaard blijvende grijze twijgen.

Rijke bloei met donkerrode bloemen aan zijtwijgen, zelden meer dan 1 bijeen en okselstandig, mei/juni met 3cm lange bloemen, kelk is diep getand, bloemkroon met van de basis tot de korte zoom gelijkmatig toelopende bloembuis, kelklobben eerst opstaand en later meer vlak, stijl en meeldraden zijn iets langer dan de kroonbuis.

De doosvrucht is behaard.

Uit Japan wordt 3m hoog.

Reichblütige Weigelie.

Uit J. Zuccarini, www.BioLib.de.

Weigelia hortensis, K. Koch. (van de hof of tuin) Bladstelen zijn 5-7mm lang en behaard.

Bladeren zijn 5-12cm lang en 3.5-6cm breed, eivormig met toegespitste top, iets ingesneden/gezaagd, frisgroen en van onderen blijvend behaard en iets lichter gekleurd.

Een opgaand groeiende struik met iets overhangende stevige takken.

Bloeit in mei/juni met meestal 3 bloemen bijeen aan zijtwijgen, kelk en kelktanden zijn behaard, bloemkroon tot 3cm lang, licht karmijnrood met stompe en geen afgeronde kroonlobben, stijl is even lang of iets langer dan de kroonlobben.

Doosvrucht is kaal.

Uit Japan, wordt 3m hoog.

’Albiflora’ is de witbloeiende vorm.

Garten Weigelie.

Uit vonsiebold.blogspot.com

Weigelia japonica, Thunb. (uit Japan) Bladeren zijn kort en soms zeer kort gesteeld, 5-10cm lang en 3-4.5cm breed met toegespitste top, fijn gezaagd, spaarzaam bestrooid behaard en donkergroen, van onderen langs de hoofd en zijnerven blijvend behaard.

Een breed uitgroeiende struik met aan de top behaarde grijs/bruine twijgen.

Bloeit in mei/juni met 3 bloemen bijeen, okselstandig aan korte zijtwijgen, kelktanden gewimperd, bloemkroon trechtervormig, licht roze tot roze/rood, 2-3cm lang, kroonbuis is in het midden iets wijder, stijl steekt niet of weinig voor de bloemkroon uit, vruchtbeginsel spaarzaam behaard.

Kale doosvrucht.

De Japanse weigelia, Japanische Weigelie, wordt tot 2m hoog, arriveerde in 1884 in Europa.

Uit Curtis botanical magazine.

Weigelia middendorffiana (Russische arts en plantenverzamelaar A. Th. von Middendorff, 1815-1894) (Macrodiervilla middendorffiana, Nak.) Bladeren zittend of zeer kort gesteeld en 5-8cm lang, ei/lancetvormig met spitste of toegespitste top, fijn gezaagde gewimperde bladrand, fris groen en van onderen iets lichter, aan beide zijden langs de nerven behaard.

Een laag blijvende en dicht vertakte struik met olijf/groene behaarde twijgen met 2 lijnen die net als de bladeren bij het uitlopen wat rood gekleurd zijn.

Bloeit mei/juni met licht gele bloemen met 2-3 bijeen, okselstandig, kelk 2spletig en fijn gewimperd, bloemkroon is aan de basis zeer smal met plotseling verwijdende buis, opstaande of iets teruggeslagen kroonlobben die aan de binnenkant donkergele vlekken hebben, meeldraden steken niet boven de kroonbuis uit.

Kale doosvrucht, zaden zijn aan beide zijden gevleugeld.

Komt uit Siberië en N. China en wordt 1.5m hoog.

Gelblütige Weigelie. Gold Weigelie.

Ontwikkeling.

Weigelia’s voor tuingebruik zijn kruisingen uit deze 3 stamhouders, wie waar van af stamt is vaak moeilijk meer aan te geven. Vele hybriden zijn vooral verkregen door Lemoine uit Nancy. Die had op een bepaald moment meer dan 60 rassen. De laatste aanwinsten zijn afkomstig van het proefstation te Boskoop.

Hybriden:

Abel Carriere’, heeft carrière gemaakt, een aanbevelenswaardige karmijnroze weigelia die donkerder in knop is en zeer grootbloemig.

Bristol Ruby’ is wat later in bloei met karmijnrode bloemen die van binnen helderrood zijn. Een krachtig groeiende vorm.

‘Eva Supreme’ verschijnt met grote en glanzend rode bloemen.

Rosabelle’ is roze met lichtroze zoom.

Planten.

Weigelia’s zijn elegante heesters die veel gekweekt worden voor tuinen en parken. Ze groeien overal en gemakkelijk en zijn goed te verplanten. In het frisse voorjaarsgroen komen zachte kleuren in fijne trompetten.

Aan de lange en dunne scheuten die sierlijk alle kanten opgaan, verschijnen slingers van bloemen met een aangename kleur. Bij ouder worden verdiept de bloem zijn kleur. De bekendste kleuren zijn rood, roze, wit, ook met bonte bladeren en rode bladeren, zowel lage als hoge. De bloei is in mei/juni. Na de bloei kan men het beste de oude en dikke takken eruit halen.

De bladeren zijn tegenoverstaand eivormig en scherp gezaagd en net als de bloemen fijn behaard.

De struik heeft roodbruine met merg gevulde takken.

Vermeerderen.

Deze planten zijn via winterstek te vermeerderen. Knip eind februari stengels van snoeischaarlengte, +20cm, onder en boven een knoop. Dan verwond je het onderste oog, niet erger dan dat je het met je duimnagel zou doen, en stek ze ter plaatse 3 bij elkaar en zo diep dat er nog maar een paar cm. van de top te zien is. De bovenste top hoeft alleen maar uit te lopen, de rest verdroogt dan niet en kan overal wortelen. Plaats er een merkteken bij zodat je in mei, dan beginnen ze te groeien, weet waar ze staan.

Ook kan je ze in een diepe pot steken en gewoon buiten neerzetten. Wat plastic eroverheen stimuleert een betere opkomst. Denk dan wel om het verbranden van het stek door de zon. Er moeten altijd waterdruppeltjes op het plastic zitten. Dan worden de zonnestralen tegen gehouden en weet je dat de luchtvochtigheid hoog genoeg is. Met warm weer luchten, halfweg mei kan je het plastic er af halen. Bij sommige planten is het gewenst dat ze een struikvorm hebben of meer vertakt moeten zijn. Top de eerste scheuten dan in mei op een 5-10cm boven de grond. Geef dan ook (kunst)mest.

Stekken in juli met 1% ibz.

Zaaien in februari bij 20 graden, zaad bedekken.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl