Zingiber
Over Zingiber
Gember, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Uit W. Roscoe.
Een geslacht van meerjarige kruiden met horizontale rizomen.
Het zijn kleine en aromatische rietachtige planten van een ruime halve meter hoogte.
Ze geven dichte en trosachtig staande bloemen.
De wortelstok groeit horizontaal en zijn bolachtig. De stengels zijn bebladerd en de bladeren ovaal/lancetvormig die de stengel omgeven door de lange scheden.
Ongeveer 100-150 soorten komen voor in de tropen van de oude wereld.
Zingiberaceae, gemberfamilie.
=Zingiber montanum Link ex A. Dietr. (van de bergen) (Zingiber cassumunar, Roxb. ) (Cassumunar) wordt een halve meter hoog.
Komt uit India en is in 1796 beschreven. De knollige wortel is sinds 1660 medisch in gebruik.
Naam.
Blockzittwer, gelber, falscher of runder Zittwer, Engelse Bengal root, cassumunar ginger.
Uit; http://www.wikiwand.com/fr/Zingiber_mioga
Zingiber mioga Roscoe. Japans voor een idioot, naar het volksgeloof dat buitensporig gebruik van myoga vergeetachtigheid kan brengen) Kruidachtige meerjarige schaduwplant met rhyzomen.
Mooi groen blad.
In september komen de bloemstengels,
Kan tegen -16.
Japanse gember, Japanese ginger, myoga ginger. Alleen de bloemknoppen worden gegeten.
Uit Japan, China, zuid Korea.
Uit W. Roscoe.
=Zingiber zerumbet, Sm. (bitter, Zerumbet) is een andere bekende gembersoort.
Meerjarige kruid.
Licht bruine kruipende rizomen.
In het voorjaar komen de geveerde bladeren met 10-12 afwisselend geplaatste deelblaadjes van 15-20cm lang tevoorschijn aan een dunne opgaande stengel tot 1.2 hoog..
De knotsvormige bloemhoofdjes komt aan aparte en kortere stengels in de zomer.. ze zijn eerst groen en 3-10cm lang met overlappende schalen die kleine geelwitte bloemen bevatten. Als de knoppen groeien worden ze gevuld met een aromatische slijmerige vloeistof en heldere rode kleur.
Uit India.
Deze is in 1690 beschreven, broad leaved ginger, shampoo ginger, bitter ginger.
De Javanen kweken een bijzonder soort, Zingiber gramineum, (grasachtig) Ze kweken die als een haagplant om zo de kwade geesten weg te houden.
Uit W. Roscoe.
Zingiber officinale Rosc. (geneeskrachtig) Uit de vlezige wortelstok stijgen de tot 1m hoge bebladerde stengels op die bezet zijn met lancetvormige bladeren. Daarnaast staan afzonderlijke en alleen met schubben bedekte bloemstengels die aan hun top een dikke aar van bloemen dragen.
Heeft rode schutbloemen en een bloem met een paarsrode lip.
Ondergronds heeft het dikke en knolachtige wortelstokken, de handen, waaruit de gember gewonnen wordt.
Gember is een overblijvende kruidachtige plant die afkomstig is uit Tropisch Azië, komt daar niet meer in het wild voor. Gember kan hier gekweekt worden, maar moet vorstvrij gehouden worden.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Deze wortel is hier te lande bekend met de naam gengebeer, gengber, gember en gimber, in Engeland genger, in Frankrijk gingentre of gingembre, in Italië gengeno, in Spanje gengivre. In het Latijn of in de apotheken heet het Zinziber of Gingiber, in het Grieks ook Singiber of Singiberis, in het Arabisch zingilel (kwalijk lengibel) in het Turks en Perzisch gengibil, in het Indiaans imgi en aliaa en groen adrac en droog sucte’.
Gember, Engelse ginger en in 1631 gingeberre, half 13de eeuw gingibere wat stamt uit oud-Frans gingibre van ca, 1100 stamt (Frans nu gingembre). Dit komt weer uit Latijnse zingiberi en dat uit Grieks singiberis wat weer afgeleid is uit het Arabische zanjabil en dat weer uit Palisch singivera en die tenslotte uit Dravisch singi: gember +vera: wortel. (of van oud Indisch schringaverâm: hoornvormig)
Daartussen verschijnt het Sanskriet sringavera of singabera: gevormd als een hoorn, een verwijzing naar de wortels die als een gewei gevormd zijn. Italiaans zenzero, Spaans en Portugees gengibre, Zweeds ingefara, Boheems zazwor en Hongaars gyomber.
Dodonaeus (b) ‘Het heet in Hoogduitsland Ingber en Ingwer’.
In het Duits ging vanaf de 11de eeuw het woord gingibere een andere kant op, in 1200 was het Ingeber en vervolgens werd het Ingewer, Ingber, Imber, Immerwurzel, Ingwerwurzel. Gingiber, Ingeber en Ingebern bij Hildegard.
Gember heet in Javaans djahe en in het Chinees chiang.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (141, 164, 310, 562) ‘De wortels zinken niet meer dan dertig cm diep in de aarde en ook lijken ze niet op Cyperus van gedaante en hangen niet verschillend zoals Cyperus wortels, maar zitten aaneen net zoals die van Iris. Zodat Dioscorides de gember niet goed gekend schijnt te hebben.
De bladeren van gember, zoals blijkt uit Dioscorides, werden hier vroeger gebruikt net zoals wij nu salie of ruit gebruiken, maar nu gebruikt men niets anders dan de wortels alleen en als die noch vochtig en vers zijn weinig scherpte hebben en klein gesneden, met andere kruiden in salade gegeten worden met azijn, olie en zout en ook met vlees en met vis gekookt om die een goede smaak en reuk te geven.
Bij de spijs gedaan maakt het die veel smakelijker en dan is ze ook goed voor diegene die dikwijls in onmacht vallen. Een half lood ingenomen als men slapen wil gaan met azijn ontlast het ingewand van alle kwade vochtigheden door zweten. In het kort, gember is voor alle mensen goed gebruikt die oud of van binnen koud of verkild zijn of al te vochtig en wordt voor goed gehouden om de bijslapen lust en macht te vermeerderen. Diegene die kramp of pijn in de darmen of buik hebben die van winden komen zullen drinken wijn daar gember met wat komijn in gekookt is. Gember met siropen of suiker gemengd die men tot hoest en verkoudheid gebruikt zuivert de borst en laat de taaie fluimen goed rijpen en rijzen. Is ook zeer goed in de oogzalven gedaan die het gezicht versterken.
In Italië wordt deze droge gekonfijte gember zeer veel geacht om het melk en zaad te vermeerderen en niet om de slijmerige maag te stelpen, maar ze zeggen dat ze goed is voor diegene die geen tijd hebben om ‘s morgens te ontbijten want een stukje of twee van deze gekonfijte gember, omdat ze wat hard om te verteren is, geeft de maag de ganse dag genoeg te doen zodat ze tot de avond toe zonder spijs vertoeven mag’.
De wortelstok levert in gekonfijte toestand de gember. Die heeft een fijne flexibele scherpte die samengaat met zware sausen of marinades, ook wordt het verwerkt in fijne cakes. In gedroogde toestand werd het in de geneeskunde gebruikt.
Kaneel, ginger, kruidnagel en notenmuskaat, zouden, volgens vroeger geloof, de delen, vruchten en bloemen zijn van dezelfde boom.
Historie.
Gember werd al door Confucius, 551‑479 v. Chr. in zijn Analecta, tjiang‑chiang genoemd. Gedurende de vijfde eeuw na Chr. werden door de Chinezen planten in potten meegenomen op hun zeereizen zodat men altijd vers voedsel bij zich had waarmee het optreden van scheurbuik werd voorkomen.
Het was een van de eerste oosterse specerijen waarmee de Grieken en Romeinen in aanraking kwamen. Dioscorides noemde het als voorbehoedmiddel tegen vergiften. In de tweede eeuw na Chr. kwam gember voor op de lijst van ingevoerde goederen die onder de Romeinse invoerrechten vielen. De specerij werd aangevoerd via de Rode Zee.
Het kruid komt voor de in de Koran 76:15‑17: “Zij, (de rechtvaardigen in het paradijs) geven elkaar schalen door van zilver en drinkbekers van glas, een bokaal waarin een gemberdrank”. De Arabieren gebruikten het als afrodisiacum. In de veeartsenijkunde werd het poeder wel bij behandeling van onvruchtbaarheid gebruikt.
In de middeleeuwen speelde het een belangrijke rol in de handelsbetekenissen tussen Europa en het Oosten.
Het gewas zou al aan Marco Polo bekend zijn geweest, Montecorvino beschreef het in 1292. De H. Hildegard schrijft over ingeber of ingwer. Mendoza bracht het gewas naar Amerika en in 1547 voerde Jamaica dan ook al gember uit, in 1584 Santo Domingo, in 1654 gevolgd door Barbados.
Engeland.
In Angelsaksische medische boeken uit de elfde eeuw komt gember voor. In the Tale of Sir Thopas vertelt Chaucer in zijn Canterbury Tales (1387) over liefelijke dingen:
“Of romances that been roiales
Od popes and of cardinales
And eek of love-likynge
They fette hym first the sweete wyn
And mede eek in a mazelyn, (: gemaakt in een bowl)
And roial spicerye
Of gyngebreed that was ful fyn
And lycorys, and eek comyn
With sugre that is trye”.
Hendrik VIII raadde het aan als middel tegen de pest. Gemberbrood was heel populair in Engeland. Shakespeare, Love’s Labour Lost V: 1: “En als ik op deze wereld ook maar een stuiver bezat, dan zou ik die aan jou geven om gemberbrood te kopen”. Ginger komt ook voor in Shakespeare’s Twelfth Night, II, 3, 126 en Measure for Measure, IV, 3,6,9.
Ook moest er een goedkoop soort ginger geweest zijn, Winter’s Tale IV, 3,20 en King Henry IV, II, 1,26, zoals de clown in de Winter’s Tale zegt dat hij dit kon krijgen: “I spent eleven pence (for ale), beside three races of Ginger. Tapster, ho, for the king a cup of ale and a fesh toast; her’s two races more”. Race is mogelijk een afgepaste hoeveelheid.
Tegen het einde van de 19de eeuw hadden Engelse herbergiers gemalen gember in voorraad om die op het bier van dorstige klanten te strooien en door te roeren met een gloeiende pook, de ginger ale, -beer.
Ingemaakte ingwer kwam met suiker in de handel. Huisvrouwen maakten vaak hun eigen ginger. Hierbij was het wel belangrijk om de handen te beschermen bij het schrapen van de wortels, anders branden je handen dagenlang. In 1884 kocht men in Engeland 5.600.000 ponden in voor een waarde aan 620 000 Engelse ponden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl