Prinsepia

Over Prinsepia

Doornkersen, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

uit Curtis botanical magazine.

Naam, etymologie.

Prinsepia is zo genoemd naar Macaire-Prinsep, botanist te Genève, Zwitserland.

Houtachtige planten die hoofdzakelijk gekweekt worden om de vroeg bloeiende bloemen en het heldere groene, verspreid staande lancetvormige bladeren die dicht bijeen staan.

Bladverliezende struiken, twijgen met dorens in de bladoksels en geladderd merg.

3 soorten komen voor in de Himalaya en O. N. Azië tot N. W. China.

De eetbare vruchten worden in die landen verzameld.

De twee soorten in cultivatie zijn lage doornige struiken die spaarzaam vertakt zijn.

Witte of gele bloemen en tweeslachtig met 5 iets teruggeslagen kroonbladen en 5 meestal vlak staande kelkbladen, 10 meeldraden en 1 stamper.

De bloemen komen met de bladen in het vroege voorjaar en worden gevolgd door zwarte kersachtige vruchten met leerachtige binnenschaal. In cultivatie worden de vruchten zelden gezien, waarschijnlijk omdat de bestuivers, insecten, niet aanwezig zijn.

Rosaceae, afdeling Prunaceae.

=Prinsepia sinensis, Oliver. (uit China) Bladsteel is 5-10mm lang.

Bladen zijn donkergroen en ovaal/lancetvormig en soms wat gezaagd, helder groen aan de bovenkant en lichter eronder met in elke oksel een doorn van dezelfde kleur als de twijg, 6-10cm lang en 15-28mm breed, top is lang gepunt van onderen licht groen.

De jonge takken zijn glad en licht grijs en de ouderen bruin met korte dorens van 5-10mm lang en iets gebogen. Opvallend is de afbladderende schors bij oudere takken waarvan het hout zeer hard is met een glanzend licht gele kleur.

De iets geurende en wat gesteelde bloemen staan met 1-4 bij elkaar in helder geel op het eind van maart tot begin april, kroonbladen zijn omgekeerd eivormig en iets gesnaveld.

De donkerrode bessen met de grootte van en kers zijn in september rijp en smaken aangenaam scherp.

In jonge vorm wat gevoelig voor vorst, bij oudere leeftijd volkomen winterhard.

Het is een struik die uit Mandsjoerije komt en een paar meter hoog wordt. Is beschreven in 1897.

Dornkirschen.

De andere is Prinsepia uniflora, Batalin. (eenbloemig) die wordt een ruime meter hoog.

Planten.

De struiken zijn winterhard, alleen de bloemen lijden van voorjaarsvorst. Dan zijn ze al aantrekkelijk als andere planten nog zonder blad staan.

Stekken in juni/juli met 1% ibz.

Zaaien in maart bij 15 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl