Leucanthemopsis
Over Leucanthemopsis
Alpenmargriet, vorm, kruiden, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
Een diverse groep van kruidachtige en half struikachtige planten van 50-150cm met typische witte, roze of gele en enkele bloemen en diep gelobde bladeren. De meer belangrijke groepen zijn in cultuur verbeterd in vorm en kleur.
Het zijn een- of meerjarige.
Mogelijk komt dit geslacht met 30 soorten voor in gematigde zone, waarvan de meeste in de oude wereld, Azië en N. Europa.
Margriet en chrysant behoren tegenwoordig tot een andere groep, Leucanthemum en Dendranthema, die is echter teruggeplaatst. Andere geslachten worden weer in een andere groep geplaatst als Argyranthemum, de struikmargriet, verder in Glebionis, Leucanthemopsis, Rhodanthemum en Tanacetum.
Asteracea, Helenium klasse.
Uit en.wikipedia.org
Leucanthemopsis alpina (L.) Heywood (uit de Alpen) (Chrysanthemum alpinum, L )
Onderste bladeren zijn omgekeerd eivormig en geveerd met breed lijnvormige, gave tot zwak getande en wat behaarde slippen, stengelbladeren zijn lijnvormig en soms 3tandig.Een zodenvormende rotsplant met opgerichte, eenbloemige stengels. De lang gesteelde bloemhoofdjes van 2-4cm groot hebben helderwitte straalbloemen met goudgele schijfbloempjes, omwindselblaadjes met een brede, vliezige zwart/bruine rand in juli/augustus. Alle vruchtjes zijn zwak 5kantig en gekroond met een kelkzoom. Alpenchrysant komt uit de Alpen, Pyreneeën, Karpaten en Apennijnen en wordt 5-20cm hoog.
‘Cuneifolium,’ heeft grotere en meer wigvormige, kamvormige getande bladeren en grotere bloemhoofdjes.
‘Roseum, komt in roze.
Deze vorm wordt gezaaid bij 5-12 graden.
Naam, etymologie.
Leucanthemopsis, Leucanthemum, margriet, Grieks leukos; wit, opsis; achtig.
Alpine chrysant, Engelse Alpine chrysanthemum, Alpenwucherblumen.
Bauhin beschreef deze plant als Chamaemelum alpinum, alpenkamille, Mogelijk vond hier een verwisseling plaats met het aromatische duizendblad, Achillea. Linnaeus heeft deze plant bij de chrysant ondergebracht. De Duitse onderzoeker F. von Schrank bracht het weer onder bij de onderafdeling Parthenium, ofwel de maagdenbloempjes.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl