Mitella
Over Mitella
Bisschopsmuts, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit W. Barton.
Een geslacht van lage en kleine meerjarige met een wat kruipende wortelstok en trossen van kleine groen/witte bloemen.
Blad is rond en hartvormig, meestal afwisselend staande aan de wortelstok of uitlopers met dunne bladstelen. De bladeren aan de bloeiende stengels staan tegenovergesteld.
Een paar soorten komen voor die inlands zijn in Amerika en 2 verschijnen er in O. Azië.
Nauw verwant aan Tiarella, verschilt door de bloembladen.
Saxifragaceae, steenbreekfamilie, Saxifraga klasse.
=Mitella diphylla, L. (tweebladig) De hartvormige bladeren zijn spits en wat 3-5lobbig, getand en wat behaard, 4-8cm breed.
Opstaande bloemstengels met veel bloemen en met 2 bijna zittende bladeren, 15-20cm lang met talrijke kleine witte bloempjes met 10 meeldraden in mei/juli.
Uit Quebec tot Carolina en Minnesota tot Montana wordt 15-30cm hoog. Is beschreven in 1731.
Twoleaf mitrewort, biscop’s cap.
Uit www.botanicalgarden.ubc.ca
Mitella nuda, L. (naakt) Bladeren zijn rond tot niervormig en dubbel gekarteld.
Opstaande bloemstengels hebben geen blaadjes en eindigen in een 10-15cm lange tros van kleine, groenachtig/witte bloempjes in mei/juli.
Uit Labrador en Pennsylvania, Minnesota en Montana, wordt 10-15cm hoog. Is beschreven in 1758.
Naked mitrewort.
Uit www.classicnatureprints.com
Mitella pentandra, Hook. (5 meeldraden) Rond/niervormige bladeren zijn gelobd en gekarteld/gezaagd en wat behaard, 3-8cm in doorsnede.
Opstaande stengels zonder blaadjes eindigen in een aarvormige, korte tros van kleine geelachtige bloempjes met fijn ingesneden bloemblaadjes en 5 meeldraden in mei-juli.
Uit Brits Columbia tot Colorado en Californië, wordt 15-30cm hoog. Is beschreven in 1827.
Fivestamen miterwort.
Uit commons.wikimedia.org
Mitella trifida, Graham. (3spletig) Rond niervormige tot hartvormige bladeren zijn gelobd en gekarteld.
Opstaande stengels zonder bladeren eindigen in een korte tros van witachtige bloempjes met wigvormige en 3spletige bloemblaadjes, kelk met stompe, witte slippen en mei/juni.
Uit Brits Columbia tot Colorado en Californië, wordt 20-30cm hoog. Is beschreven in 1827.
Tree toothed mitrewort.
Naam, etymologie.
Linnaeus noemde het geslacht Mitella in 1753 en William Jackson Hooker noemde het Mitella pentandra in 1829 van planten die gegroeid waren van zaad dat Thomas Drummond verzameld had in de noordelijke Rockies. Mitella is Latin voor turban, muts of mijter naar de vorm van de zaadpeulen. Bisschopmuts, Engelse miterwort of bishop’ s cap, Duitse Mitelle en Bischofskappe.
Gebruik.
Het zaad van deze plant wordt door de inwoners van Amerika gebruikt om verf te maken. Hiertoe weken ze het zaad in water totdat het buitenste rode gedeelte er geheel afgesmolten is, dan koken ze dit in water, net als bij suikerriet, totdat dit vrij dik wordt. Dat wordt dan in een kan gedaan die op een smeulende as gelegd wordt zodat het dik gemaakt kan worden tot ballen. De Indianen schilderen hun lichaam ermee, vooral als ze ten oorlog gaan. Volgens sommigen wordt dit gedaan om te beletten dat men hun bloed niet ziet als ze gewond zijn. Men veronderstelt dat ze er moedig door worden, maar het voornaamste gebruik is wel om ongedierte en vliegen te beletten. Deze verf werd ook gemengd onder chocolade.
Planten.
Planten lijken wat op Heuchera. Ze groeien gemakkelijk in elke zandige tuingrond op matig vochtige en niet te zonnige tot half beschaduwde plaatsen.
Vermeerderen in september/november door middel van de uitlopers of stek in mei met 1% ibz, zaaien.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/