Pisonia

Over Pisonia

Bird catcher tree, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen,

Naam, etymologie.

Pisonia is zo genoemd naar Willem Pies (in Latijn Piso), een Hollandse geneesheer die eerst arts te Leiden was en later in Amsterdam, grondlegger van de koloniale geneeskunde, 1611-1648.

Linnaeus noemde Pisonia een boom die er duister uitziet vanwege zijn doornen en Үaar een traditie over Piso die ook duister is, als het waar is dat een familielid van Marcgraf hem aanklaagt, namelijk dat hij al zijn kennis verkreeg van Marcgraf na zijn doodӮ

Para-para of bird-catcher tree.

Opgaande of half klimmende bomen of struiken.

Bladeren tegenoverstaand, soms half in kransen.

Bloemen staan in eind- of okselstandige trossen, roze, groenachtig of geel.

Ongeveer 10-80 soorten komen voor die inlands zijn in de tropen en subtropen van Amerika, een paar in Azië, Mascarene eilanden en Polynesië.

Nyctaginaceae.

=Pisonia brunoniana Endl. (Robert Brown, Latijn Bruno, Engelse botanicus 1773-1858) is een kleine boom van 6m of meer.

Het hout is zacht en de twijgen bros.

Grote tegenovergestelde groen blijvende bladeren staan afwisselend en zijn ovaal, vaak tot 20-35cm lang en 8-12cm breed, de korte steel is soms wat verdikt, hoofdnerf is vaak wat kleverig., glad en glanzend, stomp tot rond aan de basis.

De bloemen zijn onaanzienlijk en staan in spreidende eindelingse trossen.

Zeer kleverige vruchten zijn 2-3cm lang waarin vogels mee gevangen worden.

Uit B. Van Nooten.

Een erop gelijke soort is =Pisonia umbellifera Seem.(scherm dragend)

Uit Nieuw-Zeeland, Norfolk Island, Lord Howe Island en Hawaii, een boom die bijna een 15m haalt. Is beschreven in 1907.

De peulen zijn met een zoete gom bedekt wat ze aantrekkelijk maakt voor vogels, vandaar de naam vogelvangplant.

De gewone naam in Nieuw-Zeeland is Parapara of Birdcatcher tree, in Hawaï als pāpala kēpau. De kleverige vruchten worden in Hawaï gebruikt om vogels te vangen om veren te verzamelen voor jassen en dergelijke.

Hier wordt vooral de bontbladige ‘Variegata,’ gekweekt, jonge bladeren zijn wat roze gekleurd.

Vermeerderen door kopstek en oogstek.

Uit Natural History Museum, London.

=Pisonia grandis R.Br. (groot) (Pisonia sylvestris, (van het bos) (Pisonia alba Spand.) (wit) die kan 20m groot worden. Het is een kromme en zeer lage en onregelmatig vertakte, dikke boom.

Het blad wordt door mens en dier gegeten.

Grand devilՠs claws.

Gebruik.

Het gebruik van de bloemen is lang door een sluier van geheimzinnigheid omgeven geweest als zijnde de widjaja koesoema van de Javanen. De plant groeit op een eenzame rots die zich boven de zee verheft.

Het was eertijds een gewoonte die alleen aan de vorsten van het keizerrijk Mataram en aan de keizer Soesoehoman van Surakarta voorbehouden was om de bloem van deze boom te plukken. De vorst sierde zich eens in zijn leven met deze bloem en dat was op de dag van zijn kroning. Bij deze gelegenheid werd hem de bloem op een zilveren schotel aangeboden.

De Javaanse vorsten lieten bloemen halen van Noesa Kambangan bij het bestijgen van de troon en bij zwangerschap van de vorstin die ze in de vorm van roedjak nuttigt, opdat, wanneer zij een zoon baart die zal worden als de naam van de bloem aangeeft, wi: beschaafd, djaja: moedig en gelukkig, koesoema: van hoge staat. De gewone lezing is dat de djaja koesoema of bloem der overwinning aan een nieuw opgetreden vorst met veel statie aangeboden wordt. Of liever werd, het zenden van een gezantschap om bloemen te halen is in onbruik geraakt als het teken van een voorspoedige regering.

Wat er verder mee gebeurde is nooit geheel opgehelderd. De vorst begaf zich, na de bloemen te hebben aangenomen, daarmee geheel alleen naar een vertrek, waarschijnlijk deed hij er niets mee en bewaarde het bij zijn andere relikwieën.

Beroemd geworden in de Javaanse legenden is de Wijaya Kusuma-bloem die voor elke buitenlander, en vooral voor de Europeanen, een hele lange tijd omhuld bleef in een geheimzinnige waas. Ondanks de geheimzinnigheid omtrent de Bunga Wijaya Kusuma (de Wijy Kusum of de Heilige Kroningsbloem) is deze bijzondere plant redelijk goed onderzocht door plantkundigen die daardoor de Wijaya Kusuma konden plaatsen in de wetenschap van de hortus botanicus of botanische tuin. Het betreft Pisonia sylvestris. Het is de lievelingsbloem van Nyai Loro Kidul, waardoor de Soesoehoenan van Surakarta deze bloem verlangt op de dag dat hij gekroond wordt tot vorst van Surakarta. Talrijke edelen moeten zich daarvoor vanuit Cilacap begeven naar twee kleine rotseilandjes bij het bloemeneiland Nusa Kambangan in de Indische Oceaan. Op de top van de twee rotseilandjes (Bandong Lelaki en Bandong Perempuan) groeit de heestersoort die de Wijaya Kusuma bloem schenkt. De kolkende zeegolven die constant te pletter slaan rond de uit fijne kristallen koraalkalk bestaande rotseilandjes zal het de bloem-plukkers enorm moeilijk maken. Vandaar dat de Javaanse naam Wijajaya Kusuma met recht aan deze bloem werd gegeven (wi = beschaafd, jaya = moedig, kusuma = bloem of van hoge komaf ).

Wanneer de Sunan een droom zou verkrijgen over deze bloem, was het de tijd om de bloem te gaan zoeken en te plukken. Van de bladeren wordt een soort rujak (groentegerecht) gemaakt, en de verwachte zoon zou dan worden zoals de betekenis van de Wijaya Kusuma en wel beschaafd, edel, moedig en van hoge komaf. Dat de bloemplukkers niet zomaar zoծ steil uit de roerige zeemassa stijgend eilandje konden beklimmen wordt in legendarische overleveringen in herinnering gehouden. Vandaar dat de bloemenpluk uitgevoerd wordt met een zo kalm mogelijke zee en rustig weer. Nyai Loro Kidul zou anders vertoornd worden ondanks alle rituele ceremonin.

De bloem van de overwinning is de bloem van koesoema, Pisonia sylvestris. Wie de bloem bij zich draagt overwint en is onkwetsbaar.

Uit www.natureloveyou.sg

Pisonia buxifolia Rottb. (met blad als Buxus) (Maba buxifolia (Rottb.) (Ehretia ferrea) Maba ebenus Wight, (ebbenhoutachtig) Deze maba heeft oneven geveerde bladeren.

Zijn spinthout is wit, maar het kernhout is zwart.

Stamt uit de Indische archipel, Madagaskar en Ethiopië. Het draagt daar de naam van mozzoengha. Ebony tree.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl