Rindera
Over Rindera
Deer grass, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit www.fands.org.uk
Naam, etymologie.
Rindera is zo genoemd naar A. Rinder, arts te Moskou, de ontdekker van deze plant in de tweede helft van de 18de eeuw.
Meerjarige en opgaande, grijs behaarde of gladde planten, enkelvoudige stengels of spaarzaam vertakt.
De smalle bladeren staan afwisselend.
Eindstandige trossen of pluimen zonder schutbladen.
Een 10-15 soorten in Z. Europa, W. en Centraal Azië.
Boraginaceae, ruwbladige.
=Rindera lanata, Bunge. (wol dragend) Lang gesteelde bladeren zijn smal langwerpig met wigvormige voet en grijsachtig behaard, bovenste bladeren stengelomvattend.
Opstaande stengels zijn vertakt en behaard.
Flinke trossen van knikkende tot hangende buisvormige bloempjes van 6-12mm lang die eerst roze/rood en later hemelsblauw zijn waarvan de lijnvormige slippen veel langer zijn dan de kelkbuis in mei/juli.
Uit Armenië, Koerdistan en Klein Azië, wordt 20-40cm hoog.
Uit ro.wikipedia.org
Rindera umbellata, Bunge. (scherm vormend) Lang gesteelde lancetvormige tot smal langwerpige bladeren, de voet smal in de steel uitlopend zijn spits en ruw grijs groen behaard, de bovenste zittend.
Opstaande stengels zijn behaard.
Grote trossen van 1.5cm grote bruinachtig paars/rode bloempjes waarvan de slippen even lang zijn als de bloembuis in mei/juni.
Uit Hongarije, Servië en Bulgarije, wordt 40-60cm hoog.
Deer grass of meadow beauty.
Planten.
Planten in matig vochtige tot vrij droge, beschutte en tamelijk zonnige.
Vermeerderen door zaaien en scheuren.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl