Cephalotus
Over Cephalotus
Australische bekerplant, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.
Uit C. Lemaire.
Cephalotaceae. Een familie van meerjarige kruiden.
Opvallend is dat ze 2 soorten bladeren bezitten in een rozet. Het ene blad is lancetvormig en gewoon. Het andere blad is de vangkokerplantblad met gevleugelde zijden en een kapsel.
1 geslacht en 1 soort komt voor.
Deze familie is verwant met de Saxifragaceae, waarmee het vroeger was verenigd en verschilt hiervan door zijn etende gewoonte.
Cephalotus.
Cephalotus follicularis, Labill. (zakjes dragend) De korte kruipende wortelstokken vormen 2 soorten bladeren in elk seizoen, eerst een set van 4-6 platte opstaande bladeren en later komen evenveel gekleurde vangbladeren van 1-6cm. Die vangbladen staan als kinderschoentjes in de rozet. De vangbladen zijn rijk gekleurd, groen, rood, purper en wit, met die kleuren en klieren trekt het blad insecten aan. Die glijden van de gladde geribbelde riem in de holte.
Witte bloemen, 20-30cm hoog.
Wordt gevonden in 1791 tijdens een expeditie van botanicus Archibald Menzies in de moerassen van de Swamp river en in King George ‘s Sound, zuidwest Australië, bij Albany. Is beschreven in 1806 door Jacques Julien Houtton de La Billardire beschreven.
Deze opmerkelijke kleine insectenetende plant wordt wel gekweekt als curiositeit.
Naam, etymologie.
Cephalotus, het Griekse kephale betekent hoofdvormig en is een verwijzing naar de knob-achtige zwellingen achter elke meeldraad.
Albany pitcher plant, fly-catcher plant, mocassin plant of Western Australian pitcher plant. Zwergkrug, zelden Westaustralische Kannenpflanze.
Vermeerderen door blad en wortelstek.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl