Lespedeza
Over Lespedeza
Hoopkoop, vorm, kruiden, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Fabaceae. Een 40 soorten uit de warmere en subtropische gebieden van noord Amerika, bush clovers, oost en zuid Azië en Australië, Japanese clovers.
Struikachtig of klimmende planten met peulen.
8. uit delawarewildflowers.org
Lespedeza bicolor, Turcz. (tweekleurig) Dunne en sierlijke, drietallig, glanzende, kort gesteelde ovale bladeren met langer gesteeld topblad van 14-25mm lang en 12-22mm breed, topblaadjes is wat groter, donkergroen en van onderen blijvend behaard en grijs/groen.
Kantige roodbruine twijgen.
Tegen september zie je op het eind van de twijgen kleine purperroze bloemen in 6-8cm lange trossen staan, bloem is 1cm lang met blijvend schutblad onder de behaarde en kort getande kelk en de 2 bovenste tanden zijn zeer kort, vlag is geoord en veel groter dan de lang gesnavelde vleugel en kielblaadjes.
Peul is eivormig en plat met naar boven gerichte spitse punt.
Houdt van een droge en zonnige plaats op vochtige grond.
Bloeit op het eenjarige hout, dus in het voorjaar terugsnoeien.
Een struik met dunne en opgaande takken die 1.5m haalt en tot 3m kan komen, mits die niet afvriest.
Komt uit N. China en Japan. Is beschreven in 1858.
‘Yakushima; is een laag blijvende vorm met bloeit in de nazomer.
Naam, etymologie.
Lespedeza is zo genoemd door Asa Gray naar de Spaanse gouverneur van Florida, M. de Cspedez (verkeerd gelezen als Lspedez), 1784-1790, 1785, die de botanist Michaux hielp,
(Dodonaeus) ‘Deze vreemde soort van klaveren hebben we Trifolium ex America genoemd, dat is West-Indische klaver. Dan dat het een geslacht van grote of sterk ruikende klaver is schijnt ons de sterke reuk voldoende uit te wijzen en te betonen.’
Het is de Duitse Buschklee, Engelse bush clover, Japan clover, bush clover of hoop-koop plant, onze hoopkoop. Hagi in Japans.
Uit A. Wendel.
=Lespedeza thunbergii, (DC) Nakai (Zweedse botanist en leerling van Linnaeus Carl Peter Thunberg die Nederlandse kolonies bezocht, 1743-1828) Het blad is drietallig en donkergroen en staan aan een 4cm lange en behaarde bladsteel, elliptisch met zeer kort gesteelde elliptische deelblaadjes van 3-6cm lang en 1.5-2.5cm breed, aan bloeiende twijgen het kleinst blijvend, top is spits en aan de onderkant grijsgroen behaard.
Blauwpaarse bloemen staan in okselstandige pluimen van een 15cm lang en meestal op het eind van de twijgen met meerdere bijeen die samen een zeer grote schijntros vormen in juli/augustus. Kelk is behaard en tot op de helft getand en de tanden zijn lang toegespitst, de vlag is omgekeerd eivormig en niet geoord, vleugel is kleiner dan de kiel en vlag.
Peul is 1zadig en breed elliptisch met een rechte punt.
Groeit op kalkvrije gronden in zon en halfschaduw.
Groeit maar langzaam en ook hier vriezen de punten in de winter terug.
Komt uit N. China en Japan en is wat hoger, 1.5 tot 2.5m met naar alle zijden overhangende boogvormige takken.
Planten.
Vanwege hun grijze of bruinachtige kleur van de bladeren passen sommigen goed in de tuin.
Vanwege de late bloei zijn ze geschikt voor herfstversiering.
De meeste zijn van gemakkelijke cultuur, mits ze tegen vorst kunnen.
De belangrijkste zijn wel Lespedeza thunbergii (Lespedeza sieboldii) en Lespedeza japonica en Lespedeza bicolor die halfstruiken of struiken zijn en wortelscheuten maken. Ze kunnen jaarlijks tot de grond toe gesnoeid worden en bloeien hetzelfde jaar weer volop. Geef ze een zonnige en wat beschutte plaats en liefst geheel open plaats met een vruchtbare grond en in de winter wat bedekking
Lespedeza bicolor is te zaaien, ter plaatse in mei. Ook is stekken mogelijk, maar die vriezen in de winter gemakkelijk af. Wortelstek is goed bruikbaar bij 15 graden. Afleggen is een goede manier.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl