Berchemia

Over Berchemia

Supple Jack. Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariëteiten.

Uit aoki2.si.gunma-u.ac.jp.

Mooie houtachtige struiken met wijduitstaande en overhangende wat windende twijgen die meestal gekweekt worden vanwege hun helder groen en sierlijk blad. Meer dan 30 soorten waarvan de 2 onderstaande soorten gebruikt kunnen worden als klimheester of voor beplanting van hellingen.

Bladverliezende struiken, klimmende planten of middelmatig grote bomen.

Een 12 soorten komen voor in Z. en Centraal Azi, N. Amerika en O. Afrika.

Deze dunne klimmende struiken hebben onopvallende groen-witte bloemen in eindstandige trossen op het eind van de twijgen die gevolgd worden door vlezige rode of zwarte steenvrucht.

Het gesteelde blad staat afwisselend en heeft opvallende parallelvormige nerven die zich naar de top toe ombuigen.

Rhamnaceae.

=Berchemia racemosa, Sieb. & Zucc. (trosvormig, de bloeiwijze) Bladsteel is 4-5mm lang en de bladeren 3-5cm lang en 1.5-3.5cm breed, donkergroen en aan de onderkant blauw/groen, ovaal tot breed/ovaal, nerven meestal 6-8 aan elke kant.

Jonge twijgen glanzen iets en zijn geel/bruin.

Geeft trossen van groene bloemen in lange, eindstandige en 10cm lange en meestal bebladerde trossen.

De vrucht van 4-6mm is eerst rood en dan, zeer opvallend, wordt later zwart.

Het is 3m hoge en zeer breed uitgroeiende struik met sterk vertakte en overhangende twijgen die uit China/Japan stamt. Is beschreven in 1888. Paniculous supplejack.

Uit www.nehrlinggardens.org

Berchemia scandens, Koch. (klimmend) Wijkt af van de vorige door iets grotere bladeren die aan de top meer zijn toegespitst en meest 9-12 paar nerven, van onderen grijs/groen en iets lichter getinte bloemen in tot 4cm lange trossen.

Vrucht is 6-8mm lang en eivormig, blauw/zwart.

Komt uit O. N. Amerika en wordt 4-6m hoog. Is beschreven in 1714.

Naam, etymologie.

Berchemia is zo genoemd naar Berthout van Berchem, Hollandse botanist.

Duits Berchemie.

Klimmende berchemia of supple Jack, Alabama supplejack, rattan vine.

Uit www.fruitipedia.com

Berchemia zeyheri Zeyher. (Duitse botanist Karl Ludwig Philipp Zeyher) is een altijdgroene tot half groene loofboom van 15m.

Heeft een geel hart en zwaar kernhout.

De bloemen zijn geelachtig tot groenachtig wit.

De geelachtige tot bruine vruchten zijn geschikt voor mens en dier.

Het is een zeldzame roze-achtig Afrikaanse houtsoort en geschikt om er luxeproducten van te maken als biljartkeus en messen.

Groeit in Zimbabwe, Mozambique en Z. Afrika.

Het hout is extreem hard, dichtheid van 990 g/dm³.

Het is de koninklijke boom van de Zoeloes omdat alleen de koninklijke familie het hout mag bezitten, iedereen anders zou ter dood gebracht worden, ook buitenlanders. Mogelijk een legende om de waarde van het hout te vermeerderen toen het geëxporteerd ging worden.

Pink ivory, red ivory, umnini of umgoloty. Rosa Elfenbein.

Planten.

Ze houden van een zonnige en beschutte standplaats en een droge, niet te schrale bodem

Vermeerderen door afleggen, zomerstek of wortelstek. Het kan ook door zaaien, het zaad wordt eerst gestratificeerd, dit is in lagen in zand in buitenbakken gedaan, doorheen geschept en vervolgens in maart gezaaid.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl