Eriophyllum

Over Eriophyllum

Woolly sunflower, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Naam, etymologie.

Eriophyllum, Grieks erion: wol, phyllon: blad, bladeren zijn wollig behaard. Woolly sunflower.

Uit jrbp.stanford.edu

Meestal 1 of houtachtige meerjarige planten met gewoonlijk gele bloemhoofdjes.

Het geslacht was vroeger ingedeeld onder Bahia door Bentham & Hooker maar is nu apart geplaatst.

Een 14 soorten komen voor in N. W. Amerika.

Asteracea.

Eriophyllum lanatum J. Forbes (wollig) (Eriophyllum caespitosum, Dougl. (zoden vormend) (Actinella lanata, Nutt., Tetraneuris lanata) De hele plant is grijs wollig behaard.

Bladeren zijn spatelvormig, ingesneden tot bijna dubbel geveerd, de bovenste lijnvormige en gaafrandig.

Talrijke grote en meestal alleen staande bloemen met goud/gele straalbloemen in juni/augustus.

Uit Brits Columbia tot Montana en Californië, wordt 15-40cm hoog. Is in 1826 beschreven. Lewis en Clark zagen Eriophyllum 's groeien boven hun kamp bij Clearwater bij tegenwoordig Kamiah, Idaho. Ze verzamelden twee van de tot dan toe onbekende planten op 6 juni 1806.

Var. grandiflorum verschilt door de grotere bloemhoofdjes.

Oregon sunshine, common woolly sunflower.

Planten.

Mooie en rijk bloeiende plant die geschikt is voor rotstuinen. Groeit gemakkelijk in elke grondsoort op zonnige en droge plaatsen.

Vermeerderen door scheuren, stekken en zaaien.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl