Wulfenia

Over Wulfenia

Hundszunge, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit J. Jacquin.

Meerjarige glanzende of licht harige kruiden die geschikt zijn voor de border of rotstuin.

Bladeren zijn gesteeld en getand.

Bloemen trosvormig aan de top van de aar of alleenstaand in de oksels van de schutbladen en hangen in blauw.

Een 8 soorten komen voor in Europa en Azië.

Scrophulariaceae, nu Plantaginaceae.

Wulfenia carinthiaca, Jacq. (uit Karinthië, Karnten) Bladeren staan in een rozet en lang gesteeld, ovaal en dubbel gezaagd, licht gelobd en versmallend aan de basis, wigvormige voet, stomp met wat behaarde achterkant.

De opstaande bloemstengel kan tot een halve meter lengte komen, niet vertakt en niet bebladerd, wat behaard.

Dichte, wat behaarde en eenzijdige tros die aarachtig is en tenslotte verlengd met kort gesteelde, knikkende en buisvormige, 1.5cm lange donker lila/blauwe bloempjes in juli/augustus.

Uit Karinthie en Oostenrijk, wordt een 20-30cm hoog. Is beschreven in 1817.

Naam, etymologie.

Wulfenia is zo genoemd naar zijn ontdekker in 1779, Franz Xaver, Freiherr von Wulfen, Oostenrijkse botanicus, 1728-1805.

Duitse Hundszunge, Kärntner Wulfenie, Kuhtritt.

Wulfenia x schwarzii is een hybride van orientalis x baldacci die door Wilhelm Schacht gekweekt is.

Grote gekartelde bladeren staan in brede rozetten.

In het voorjaar komen hieruit trossen met diep blauwe bloemen die naar 1 kant gericht staan.

Planten.

Planten in humus houdende grond op vochtige en half beschaduwde plaatsen.

Vermeerderen door scheuren in het voorjaar.

Zaaien in januari/maart bij 10 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl