Trientalis

Een geslacht van glanzende en kleine meerjarige.

3 soorten komen erin voor. Rizomen zijn dun en kruipend.

De bladen hebben meestal hetzelfde aantal als de bloembladen en staan meestal wat in kransen en zijn ovaal/elliptisch tot lancetvormig.

Primulaceae, sleutelbloemfamilie.

Trientalis europaea, L. (uit Europa)

Heeft een paar grote bladen bij de top en twee of drie kleine bladen staan eronder, ovaal/eivormig en stomp, bronskleur in de herfst.

Een dunne stengel komt zonder vertakkingen 8-15cm hoog. Boven de laatste en in een krans staande bladeren verschijnen een tot vier dunne stelen die elk een kleine witte bloem draagt met een gele ring in juni.

De zaden hebben een mooie bedekking, als kantwerk.

De plant houdt van vocht, schaduw en zure grond en vormt daar lange dunne uitlopers.

Meerjarige die voorkomt in noordelijk gebied, Eurosibirisch en N. Amerika.

Naam, etymologie.

(a) Trientalis is afgeleid van het Latijnse triens: eenderde van een voet, de hoogte van de plant.

(b) Sterbloem, zevenster, Duitse Siebenstern, zevendeel, heet zo omdat de bloemkroon en kelk zevendelig zijn, ook (of 6) zeven bladeren heeft, Sternblumchen of Schirmkraut.

(c) Wintergroen, Engels winter green, naar de wintergroene plant die met lancetvormige bladeren in een rozet staan, Arctic starflower, chickweed evergreen, Frans trientale.

Planten.

Vermeerderen door te scheuren in het voorjaar.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/