Tiliaceae

Deze familie bestaat uit bomen of zacht houtige struiken, zelden zijn het kruiden. De bladen staan verspreid en zijn eenvoudig en vaak hartvormig.

Bloemen tweeslachtig en 5tallig, 5 kelk en kroonbladen met talrijke meeldraden, vruchtbeginsel bovenstandig en doos of nootvrucht.

Meer dan 35 geslachten en 350-400 soorten komen erin voor die wijd verspreid zijn door gematigde en tropische regionen, weinigen, zoals Tilia, in de noordelijke gematigde zone.

Van enkele zijn de vrucht en olierijke zaden eetbaar. Verscheidene belangrijke vezelplanten behoren hiertoe, zoals Tilia en de in Tropisch Afrika gecultiveerde Corchorus olitorius. Die leveren bastvezels, jute en hout. Ze zijn dan ook nauw verwant met de Malvaceae die ook nogal wat vezelplanten telt. Ze bevatten net als de Malvaceae slijm. De boomachtige leveren waardevol timmerhout, dat van Grewisia asiatica is flexibel en wordt gebruikt om er bogen van te maken. De vruchten ervan werden in India gebruikt als een soort sherbet. Mooie zaden van anderen werden tot halskettingen gemaakt in India.

Fossielen van Tilia en Grewia zijn in tertiair bekend. Tilia vindobonensis komt de in Z. Europa voorkomen Tilia argente na.

De familie is verwant met de Malvaceae en Sterculiaceae.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl