Romulea

Uit Redoute.

Naam, etymologie.

Romulea, een naam die genomen is van Romulus, de mythische stichter van Rome.

(Synoniem Trichonema, Grieks thrix: haar, nema, een draad, stuifmeeldraden zijn bekleed met fijne haren)

Krokusachtige bollen en planten maar met een bloemstengel.

Bladen zijn smal en meestal groeien ze over de bloemen heen.

Stengels zijn eenvoudig of vertakt.

Bloemen lila, purper en geel, altijd alleenstaand en buisvormig.

Een 90 soorten uit het M. Zeegebied, Tropisch en Z. Afrika.

Ze zijn nauw verwant aan Crocus.

Iridaceae, irisfamilie.

=Romulea bulbocodium, Sieb. & M. (bolwol) Omgebogen bladeren zijn lijnvormig en gegroefd, groen en langer dan de steel.

Stengel met meestal 1 bloem.

Violette bloemen van 4cm lang zijn aan de voet geel met behaarde keel, elliptische/lancetvormige bloemdekslippen zijn spits, stijl is langer dan de meeldraden in maart/april. Uit Z. opa, Balkan, Klein Azië en N. Afrika, wordt 5-20cm hoog. Is beschreven in 1739 Var. of soort crocea heeft oranje/gele bloemen.

Uit home.wanadoo.nl

Romulea columnae, (zuil of kolomvormig) (Romulea parviflora, Bub. (kleine bloemen) Opstaande tot omgebogen bladeren zijn lijnvormig en veel langer dan de stengel, gevoord en terug draaiend.

Stengel met 1-3 bloemen.

De licht hangende bloemen zijn ca. 1cm lang en violet/blauw met citroen/gele keel, langwerpig/lancetvormige bloemdekslippen zijn spits, stijl is korter dan de meeldraden en die zijn niet tot zwak behaard in maart/april.

Heeft een bolachtige wortel.

Een zeldzame plant die wel in Engeland voor kwam.

Uit Engeland, Z. Europa en Azoren, van 3-10cm hoog.

Zandkrokus, sand crocus. La romulée de colonna.

Planten.

Planten in humus houdende grond op zonnige tot half beschaduwde, niet te natte grond, in de winter goed bedekken. Planten in augustus op 10cm diepte.

Vermeerderen door zaaien en broedknolletjes.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl