Mandevilla

Over Mandevilla

Chileense jasmijn, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Mandevilla atroviolacea uit A. Gand.

Naam, etymologie.

Mandevilla zo genoemd naar Henry John Mandeville (1773-1861), een Britse diplomaat en botanist die het eerste exemplaar van Mandevilla laxa naar Engeland bracht. Vaak worden ze ook ;Nelson’ genoemd door tuinlieden ter eren van Nelson Mandela.

De oude naam was Dipladenia, Grieks diplos, diplo: betekent dubbel, en aden: een klier, een dubbele klier, een verwijzing naar de dubbele klieren op het vruchtbeginsel.

Apocynaceae, maagdenpalmfamilie of hondsdoodgewassen.

Chileense jasmijn.

Dit is een charmant geslacht van klimmers, soms zijn ze opgaand. Sommige soorten zijn vooral in het begin opgaande struiken en kunnen zo gesnoeid worden.

Een 100 soorten komen voor in Tropisch Z. Amerika, vele van de Organ’ s Mountains en meestal uit Brazilië.

De bloemen zijn groot en zeer opvallend, min of meer trechtervormig met een opmerkelijk kleur arrangement, zelden in het wit of donkerrood, maar gespecialiseerd in roze kleuren en met kelen die vaak briljant geel gekleurd zijn, de bloemknoppen zien er al aardig uit.

Ze zijn meestal houtachtig en zelden kruiden.

Bladen zijn meestal tegenoverstaand en meestal met borstels of klieren aan de basis, leerachtig en glanzend groen.

Het geslacht is net zo interessant als Allamanda, een familielid.

Ook verwant met Vinca.

Uit; http://brendaaiken.com/gallery/

Mandevilla x amoena ‘Alice du Pont,’. Kruising van amabilis x splendens. Houtachtige klimmende plant tot 4m.

Donkere glanzende ovale bladeren.

Trossen van trompetvormige roze bloemen het hele jaar door.

Pink Allamanda. Chileense jasmijn.

Uit Curtis botanical magazine.

Mandevilla boliviensis Woodson (uit Bolivia) (Dipladenia boliviensis, Hook.) Langwerpige bladeren.

Platte, witte bloemen met goud/geel binnenste in juni/juli.

Kan 4m hoog worden, groeit vaak als epifyt op andere planten.

Is beschreven in 1866.

Naam.

White mandevilla, summer snow, Frans dipladnia blanc, dipladnia de Bolivie, Duits Chilenische Jasmin.

Uit Curtis botanical magazine.

Mandevilla eximia Woodson. (uitmuntend) (Dipladenia eximia, Hemsl. )Elliptische bladeren.

Grote, roze/rode bloemen.

Uit Brazilië.

Falscher Jasmin.

Uit L. Van Houtte.

=Mandevilla laxa Woodson, (losse of slappe tros) (Mandevilla suaveolens, Lindl. (zoet geurend) groeit als een klimmer, is bladverliezend in koudere klimaten, anders groenblijvend en kan 6m hoog worden.

Bloeit in de zomer met vele witte bloemen die zwaar geuren.

Een plant die bloeit met witte geurende bloemen.

Komt uit Argentinië.

Chileense jasmijn, Engelse Chilean jasmine, Duits Chilenischer Jasmin.

Uit gudzolga.deviantart.com

Mandevilla sanderi Woodson. (Duits/Engelse kweker Henry Frederick Conrad Sander, 1847-1920, fa Sander & Sons, kwekers te St. Albans bij Londen in de tweede helft van de 19de eeuw.) (Dipladenia sanderi, Hemsl.)

Net als meer soorten van is de plant eerst heestervormig en gaat later klimmen.

De plant heeft mooie roze, trompetvormige bloemen, van binnen zie je een gele keel.

Is afkomstig uit Brazilië en is beschreven in 1896.

Brazilian jasmine, Brazilaanse jasmijn.

‘Rosacea,’ met grote, licht zalm/roze bloemen die in de keel een donkerroze ring heeft.

Dit is de meest gekweekte, de hybriden hiervan zie je in de winkels. ‘Fair Lady’ met roze/witte bloemen, ‘Red Riding Hood.’ met roze bloemen en ‘Scarlet Pimpernel,’ met rode bloemen en gele keel.

Sundaville is een merknaam van door Suntory ontwikkelde hybriden van Madevilla sanderi.

Uit Hortus camdenensis.

Mandevilla splendens Woodson. (schitterend) (Dipladenia splendens, A. DC.) Vrij grote bladeren.

Grote, zacht roze bloemen met stervormig, violet/roze middengedeelte in juli.

Groeit 3m hoog.

Uit Brazilië, Organ Mountains, is beschreven in 1841.

Planten.

De planten gaan eerst omhoog en ontwikkelen later klimranken. Ze kunnen goed geleid worden en zo tot een bossige vorm behouden worden. Ze houden van een gewone temperatuur, het mag wel warm, maar hoeft niet, een vochtige en lichte omgeving, geen felle middagzon.

Stekken op de manier van zomerstek, met 1% ibz groeistof in februari. dat is op het moment dat ze begint te groeien, snoei de plant terug. De dikste delen zijn goed stekhout. Neem 2 paar bladogen, onderste bladen verwijderen, verwonden, groeistof, planten in gezeefde turfgrond, 3 in een potje, aangieten, plastic eroverheen en geregeld controleren op vocht en ziektes. Binnen een maand zitten er wortels aan, overpotten in de eindpot. Bij het stekken houden ze wel van wat warme temperaturen.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/