Streptopus

mUit J. Sturm, www.BioLib.de.

Meerjarige kruiden die wat op Polygonatum lijken.

Opgaande stengels vanuit een korte, stevige of langere wortelstok, enkelvoudig of vertakt

Bladeren staan afwisselend en zijn ovaal tot lancetvormig, membraanachtig, zittend of stengelomvattend. Middelgrote bloemen zijn alleenstaand of met paren in de oksels, hangend en roze tot wit De plant valt meer op door de opvallende bessen.

Een 6 soorten in Europa, gematigd Azië en N. Amerika. Liliaceae.

Streptopus amplexifolius, Lam. & DC. (stengelbladerig) Langwerpige bladeren van 10-15cm lang met hartvormige voet en stengelomvattend, spits met blauwachtig/groene achterkant.

Opstaande stengel is bovenaan vertakt.

Lange bloemsteeltjes zijn gedraaid, okselstandige bloempjes staan met 1-2 bijeen en zijn een cm lang, groenachtig/wit met lancetvormige, aan de top omgebogen slippen in juni/juli.

De rode bessen zijn 1-1.5cm lang.

Korte en dikke wortelstok.

Uit de Alpen, Pyreneeën, Karpaten, O. Azië en N. Amerika, wordt 50-90cm hoog.

Is beschreven in 1758.

Naam, etymologie.

Streptopus, Grieks streptos: gedraaid, pous: voet, hier steel, naar de gedraaide bloemsteeltjes.

Duitse Knotenfuss, Hauchblatt bij Cordus, Kehlkraut, Halskraut, Bruchkraut en Engelse clasping twisted stalk.

Planten.

Planten in humusrijke grond op vochtige en half beschaduwde plaatsen.

Vermeerderen door zaaien en scheuren.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl