Agastache

Uit J. Lindley.

Het is een kruidengeslacht waar maar weinig van bekend is, het was er opeens. Een cultivar is zelfs de plant van het jaar geweest.

Het zijn duidelijk lipbloemigen, naar de bloem, vierkante stengel en de geur. Bijenplanten.

Ze groeien vaak met wortelscheuten zoals de munt en kunnen zich zo goed verspreiden en gescheurd worden.

Agastache is een geslacht met een 9-20 verschillende soorten. Ze komen voor in Noord-Amerika en 1 in China en Japan.

Ze groeien stijf rechtop met stevige hoekige stengels die bekleed zijn met getande, lancetvormige bladeren.

Bladeren zijn vaak zacht en behaard wat betekent dat het planten zijn die wel wat tegen schaduw kunnen.

De bloemen zijn meestal wit, roze, mauve of purper. Er zijn nu vele hybriden

De lengte is meestal van een halve meter tot een en zelfs 3meter.

Labiatae, lipbloemige.

=Agastache foeniculum, O. Kuntze, (venkelachtig, de geur) (Agastache anisata) (anijsachtig) is een wat harige plant met rechte stengels van een 75cm. lang.

Lancetvormig tot ovaal geurend blad.

De stengels zijn vierkant en zacht behaard.

Vanaf juli tot september staat de plant in volle bloei met langbloeiende bloemaren met buisvormige bloemen.

Zacht violette bloempjes die niet opvallen maar er wel lang aan zitten. De hardste vorm.

Uit Canada tot Colorado. Blue giant hyssop, anise hyssop.

Vormen.

‘Alabaster’ komt met witte bloemen en iets lichtere bladen dan de soort. ‘Blue Fortune’.’Rugosa’.

Naam, etymologie.

Agastache komt van het Grieks agan: veel, en stachys: aren, bloeirijk.

Het wordt dropkruid genoemd naar de geur van het blad. Welk soort drop het is, is niet bekend, mogelijk katjesdrop. Ook komt de naam anijsplant voor, omdat sommigen menen dat de plant naar anijs ruikt, Engelse anise hyssop, giant hyssop, hummingbird mint, Duits Anysisop.

Uit Curtis botanical magazine.

Agastache cana Wooton & Standl. (askleurig behaard) (Cedronella cana, Hook) Tegenoverstaande bladeren zijn harig en zeer fijn behaard, hartvormig/ovaal, getand/gezaagd, de vele bovenste bladeren zijn klein, harig en ovaal met een geur van bubblegom en kamfer.

Harde stengels zijn vierkant en half struikachtig met vele zijtakjes, vooral aan de onderkant, 20-100cm.

Vele aren met roze bloemen, 15-25mm lang, die in dichte kransen staan met 15 of meer bloemen in juni/oktober.

Is beschreven in 1851.

Hoary balm of Gilead. Zijn inlandse namen zijn: grayish white giant hyssop, hummingbird mint, mosquito plant, double bubblemint.

Wordt gevonden in Texas en New Mexico op zuidelijke bergen van 1500-2000m hoogte. Trekt vlinders aan en kolibries, zou muskieten verdrijven als het blad op de huid gewreven wordt. ‘Heather Queen’. =’Heatwave’.

Uit Apeldroon.groei.nl

Agastache rugosa Kuntze (gerimpeld) (Lophanthus rugosus Fisch. & Mey.)

Een mooi verticaal vertakte, stevige plant met vele zacht violette, 10 cm lange bloeiaren.

Het blad is zeer aromatisch en ruikt naar anijs en munt, wordt gebruikt om thee te zetten die de poriën opent tot reinigend zweten.

Het is de enigste vorm die uit Azië komt. ‘Alabaster’.

Naam.

Agastache: van agan; heel veel, en stachys; een aar. Koreaanse munt, anijsplant, Duits Koreaminze, Engels Korean mint, blue licorice, patchouli herb, purple of wrinkled giant hyssop, Chinees huo xiang (Agastache seu-pogostemon) Het werd als medische plant gebruikt bij de Chinezen.

Uit www.braun-jungpflanzen.de

Agastache mexicana Linton. (uit Mexico) (Cedronella mexicana, Benth. Ovaal/lancetvormige bladeren, de laagste hartvormig, zijn gezaagd/getand en worden purperachtig aan de onderkant, gesteeld.

Bloemen zijn helder roze, met een pepermuntgeur.

Wordt 20-60cm hoog, kruipende wortel. Komt uit Mexico. ‘Blue Fortune.

Mexicaanse gigantische hysop. Mexican giant hyssop, Duits Mexikanischer Anisysop.

Teelt.

De plant verlangt een goed doorlatende, vochtige grond en is redelijk winterhard. De minder winterharde Agastache-soorten kunnen buiten overleven als ze een beschutte plaats en een goede bescherming hebben. Jonge planten kunnen maar het beste binnen op een vorstvrije plaats overwinteren. Vermeerderen door in het voorjaar te zaaien of op het eind van de zomer te stekken.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl