Paradrymonia
Over Paradrymonia
Hypocyrta glabra, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Struikvormige, opgaande, kruipende of klimmend planten.
Kleine succulente bladeren met een stevige bovenkant.
Kruipende, vertakte en spreidende vorm, meestal een epifyt en gebruikt als hangplant.
Ze zijn inlands in Tropisch Amerika met mogelijk een 10 soorten. Velen zijn in een ander geslacht geplaatst.
Gesneraceae.
Uit Zeably inc.
=Paradrymonia hypocyrta Wiehler (Hypocyrta glabra, Hook) (glad)
Blaadjes zijn gaafrandig en donkergroen, leerachtig en glimmend, 2-5cm lang met lichtere achterkant. Het lijkt op een soort vetplantje.
Rechtop gaand met later wat hangende stengels.
Okselstandige oranjerode bloemen met oranje/gele lobben en sterk opgebolde kroonbuis, kan heel rijk bloeien.
Uit Z. Amerika, is beschreven in 1847.
Naam, etymologie.
Hypocyrta, Grieks hupo: onder, kurtos: gedraaid, de buis van de bloem is onderaan gebogen.
Paradrymonia; Grieks para; ernaast, dicht bij en Drymonia; Grieks drymos; eikenhout.
Planten.
Behandel ze als een Gesneria.
Vermeerderen door scheuren of zaaien en stekken.
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/