Rondeletia

Altijdgroene struiken en bomen.

Bladeren tegenoverstaand en zelden in kransen, zittend of gesteeld, leerachtig of zacht.

Bloemen staan in trossen, okselstandig en zelden eindstandig, rood, geel of wit.

Een 150 soorten komen voor in Z. Amerika.

De bloemen zijn meestal geurend.

Rubiaceae.

Uit B. Maund.

=Rondeletia odorata, Jacq. (geurend) (Rondeletia speciosa) De leerachtige en ovale bladeren zijn tussen de nerven gezwollen, bijna zittend.

De aanvankelijk roze en later bruine twijgen zijn donzig behaard.

Heeft 10-30 rode bloemen in een tros, elk is een paar cm in doorsnede, de keel is geel.

Kan een hoogte bereiken van een paar meter.

Uit Tropisch Amerika is beschreven in 1836.

Naam, etymologie.

Fragrant Panama rose is als eerste verzameld door Alexander von Humboldt en Aimé Bonpland in Mexico. De botanische naam kwam door Kunth in 1818 in de vierde editie van Nova Genera et Species Plantarum en is zo genoemd ter nagedachtenis van Guillaume Rondelet, 1507-1566, een Fransman en kanselier van de universiteit van Montpellier, leermeester van vele in hun tijd beroemde botanici als Bauhin, Clusius, Lobel en anderen.

Planten.

Ze zijn van langzame groei, de meeste hebben hier de tijd niet voor.

Stek van half rijp hout wortelt in elk tijd van het jaar.

Ze houden van een lichte, geen directe zon, plaats en warmte, minimaal 15 graden. Vochtige lucht vinden ze aangenaam.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl