Galanthus
Over Galanthus
Sneeuwklokje, Valentijn, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt.
Uit J. Grandeville met Primula.
Mogelijk omvat dit geslacht een 20 soorten die voorkomen in Europa en W. Azië.
Voorjaarsbloeiende bollen, met 1 herfstbloeiende, met mooie, hangende witte bloemen. De witte bloemen, met ‘the heart-shaped seal of green’ bloeien al voordat alle sneeuw verdwenen is. Naar de mooie groene tekening op de bloem zijn ze vaak te onderscheiden.
Bladen komen recht omhoog.
Amaryllidaceae, Amaryllisfamilie, Amaryllis klasse.
Subsectie Glaucaefolii. (met blauwgroene bladeren)
4. uit citesbulbs.myspecies.info
Galanthus alpinus Sosn. (uit de Alpen) (Galanthus caucasicus, Bak.) (uit de Kaukasus) Bladeren zijn 18-24cm lang en 18-20mm breed. Bloeit in maart.
Verschilt van nivalis door de bredere bladeren en grotere bloemen. Is beschreven in 1887. Kaukasische sneeuwklokje.
5. uit citesbulbs.myspecies.info
Galanthus elwesii, Hook (Henry John Elwes, Engelse botanicus, 1846-1922 die de plant uit Klein Azië, bergen van Turkije, naar Europa bracht)
Een sneeuwklokje met bredere, blauwgroene bladeren van 15-20cm lang en 2cm breed.
Bloemstengels van 15-20cm lang met hangende en ca. 4cm grote bloemen in doorsnede, buitenste bloemdekbladeren zijn wit en 2-3cm lang, 12-20mm breed, de binnenste bloemdekbladeren ongeveer de helft korter en met een donkergroene vlek aan de voet.
Met de komst van deze plant in 1875 brak een nieuw tijdperk met sneeuwklokjes aan. Elwes’s snow drop, maar omdat dit gewas slecht groeit wordt deze soort in ons land vrijwel niet meer geteeld. Zeer apart en de eerste keus bij de grootbloeiende klokjes, kan al in januari bloeien. Uit Z. Europa, Turkije.
Dit is het grootbloemige of reuzensneeuwklokje, giant snowdrop, Groes Schneeglockchen.
‘Big Boy ‘is een ‘grote vorm. Gevonden door Alan Street in 1994 ‘’George Elwes’ naar zijn ontdekker genoemd. ‘Godfrey Owenՠis in 1990 in Shropshire in de tuin van Margret Owen ontdekt. ‘Ivy Cottage green tips’ is gevonden uit de Ivy Cottage. ‘Rubys Surprise’ komt van Gunther Waldorf. ‘Jeverend Hailstone komt van Anglesey abbey.
Subsectie Viridifolii. (met groene bladeren)
8. uit citesbulbs.myspecies.info
Galanthus ikariae, Baker. (Niet van Ikarius de zonnevlieger, maar van het eiland Nikarian, de plaats van afkomst) Het blad van deze is breder dan bij de andere sneeuwklokjes.
Dit is een groot groeiende vorm met middelgrote, klokvormige bloemen, bloemen als nivalis en de binnenste delen van elwesii.
Vermeerdert zich snel.
Stamt uit het oostelijk Middellandse Zeegebied tot aan de Kaukasus en werd beschreven in 1893.
Galanthus woronowii. Lijkt op ikariae, maar die heeft donkerder blad en de groene markering binnenin is die wel de helft van het bloemblad, bij woronowii is die veel kleiner. Zuiver witte bloemen.
Fris groen blad wat iets vorstgevoelig is.
Uit de Zwarte Zee.
Glanzend sneeuwklokje.
Andere typen zijn van minder belang.
De herfstbloeiende soorten worden door veel Latijnse namen vertegenwoordigd als Galanthus nivalis L. var. octobrensis Mallet (oktober) (Galanthus octobrensis, Hort.
Uit; http://luirig.altervista.org/flora/taxa/flora.php?genere=Galanthus
Galanthus reginae-olgae Orph. (is in 1876 voor het eerst beschreven en genoemd naar de toenmalige koningin Olga van Griekenland) uit Griekenland en Sicilië.
Bloeit in oktober-maart.
De zeer smalle bladeren, 5mm breed, met een blauwe waas komen na de bloei. Subspecie vernalis Kamari (in het voorjaar verschijnend) bloeit in de winter tussen reeds aanwezige bladeren, Subspecie corcyrensis (Beck) Kamarai.
Galanthus plicatus (gevouwen, geplooid) de naar buiten gevouwen rand van het blad.
Laag groeiende planten met breed blad in kleur van licht tot donkerder en zelfs blauwachtig.
Uit Zwarte zee, Roemenië en Turkije.
=Subspecie plicatus, subspecie byantinus.
‘Augustus ;’is genoemd naar Edward Augustus Bowles. ‘Babraham Dwarf’ is in 1985 ontdekt in Babraham door Robin en Joan Grout.
Uit; http://www.sevin.ru/redbook/contentp/15spbig.html
Galanthus lagodechianus (Lagodech, dorp in de Kaukasus waar deze plant voor het eerst werd gevonden) (Galanthus kemulariae)
Twee donkergroene glanzende smalle bladen.
Witte bloemen in januari.
Goed winterhard.
Uit de Kaukasus.
Sectie Galanthus:
1.
Galanthus nivalis, L. (sneeuwwit) Meestal 2 lijnvormige en stompe bladeren, blauw/groen en 10-15cm lang, 6-8mm breed en korter dan de bloemstengel.
Ronde bloemstengel met maar 1 bloem.
Hangende bloemen met de buitenste bloemdekbladeren helder wit en 1.5-2.5cm lang, de binnenste de helft korter met uit gerande top en aan de buitenkant met een halvemaanvormige groene vlek, van binnen groen gestreept in februari/maart.
Na de bloei verschijnen de zaden, die hebben een bijzonderheid, ze bezitten een aanhangsel. Dit aanhangsel wordt door mieren gegeten die de zaden naar hun nest slepen en zo voor de verspreiding zorgen.
Uit Z. Europa en Kaukasus wordt 15-20cm hoog.
Var albus verschilt doordat de binnenste bloemdekbladeren vrijwel geheel wit zijn op een zeer kleine groene vlek na.
Var. pictus verschilt doordat de buitenste bloemdekbladeren ook een grote groene vlek aan de top vertonen.
Var. pleniflorus verschilt door de dubbele bloemen.
Var. poculiformis (kopvormig) verschilt doordat de binnenste bloemdekbladeren geheel wit zijn en bijna even lang als de buitenste.
Vormen.
De cv. ‘Boyds Double,’ heeft een 20tal bloembladen die van binnen en buiten met een groene waas overtrokken zijn.
De ‘Flore Pleno,’ is een mooie dubbele vorm die al sinds 1731 in cultuur is, met varianten die verschillen in aard van verdubbeling.
De cv.’Pusey Green Tips,’ is gevonden aan de oevers van de Theems, bij Pusey, deze dubbele heeft de buitenste en binnenste bloembladen groen getipt.
De Engelse hybriden ‘Atkinsii’, ‘Robin Hood, ‘Brenda Troyle,’ ‘Magnet,’
S. Arnott, zijn zeer grootbloemig en uitstekend voor potcultuur geschikt.
De cv. ‘Straffan,’ zou gevonden zijn in de tuin van Straffan te Kildare, Ierland. Deze krachtige groeier bloeit iets later, in maart. Plezierig is dat het vaak met 2 bloemen uit een goed gegroeide bol tevoorschijn komt.
‘Viridi-apice,’ is een selectie die robuuster is dan het gewone sneeuwklokje. Hiervan bezitten de buitenste bloemblaadjes een fraai groen puntje.
‘Atkinsii,’ kruising tussen nivalis en plicatus is genoemd naar James Atkins.
‘Cedric Prolific,’ is door Chatto geselecteerd uit de tuin van Cedrik Morris.
‘Erway,’ komt uit Erway farm in Shropshire.
‘Lady Elphinstone,’ een wat geelachtige is ontdekt door sir Graeme Elphinstone in Heawood Hall te Cheshire.
Uit Galanthus nivalis is door de fa. Tubergen Galanthus nivalis ‘Maximus,’ geselecteerd, die forser is en grotere bloemen heeft.
In Galanthus nivalis onderscheidt de praktijk nog twee typen, namelijk de Franse en Hollandse. Het Franse type geeft in ons land kleinere bollen en kleinere bloemen dan het Hollandse type, ook bij langdurige teelt.
Lyrisch.
Een heldhaftige bloem, een bloem die bewonderd wordt. Het bengelende klokje straalt een eenvoud, elegantie en gratie uit. Het bloempje bezit een intense witheid, de witste tint die de natuur ten toon kan stellen. De bloemblaadjes zijn aan de buitenkant maagdelijk wit en bij de binnenste zijn de randen omfloerst met groen. Sneeuwklokje wordt het genoemd omdat het in de sneeuw al kan bloeien en klokje omdat het door zijn klokgelui andere bloemen uit de winterslaap wekt.
In landen waar veel sneeuw valt is er een algemeen geloof dat het bloempje niet volmaakt is voordat het zijn vriend de sneeuw omhelsd heeft.
Beets zegt:
‘Waag je ‘t, uit te spruiten
Durft gij ‘t kopje ontsluiten
Voor geen hagelvlagen
Voor geen storm beducht?’
Symbool van troost en hoop.
Het sneeuwklokje bloeit in een seizoen als de natuur dood schijnt, de aarde ineengekrompen lijkt van de koude. De snowdrop is de hoop, de eerste die de komende en lange heldere dagen aankondigt als een embleem van belofte en troost. Naar zijn vroege bloei wordt ze gewoonlijk als embleem van ongeduld gezien en jeugdige blijheid, net als zijn kleine elfenbruid, de Crocus. Het bloemke maakt zijn weg door de koude en harde winter zodat het door velen bestemd wordt als een teken van hoop en vriendschap in tegenspoed.
Naar de tijd van bloeien, de witte kleur, zuiverheid, nederigheid en onschuld.
Met de dichter Felix Rutten getuigen we:
‘Sneeuwklokjes luien de winter uit!
Sneeuwklokjes prijzen de lentebruid!
Sneeuwklokjes luien de lente in!
Sneeuwklokjes groeten de Meikoningin!’
Bloem.
Bij deze eerste lentebloem is men blij met zijn opkomst en besteedt weinig aandacht aan de bloem zelf. De bloem houdt toch haar geheimen van bestuiving en voortplanting niet verborgen want de melkwitte kleur is in de sobere februarinatuur zeer opvallend. De sierlijke honigmerken vertellen al dadelijk dat ze op druk bijenbezoek hoopt. Omdat ze echter bloeit in een tijd dat de nijvere honigpuurders zich nog niet buiten wagen is ons sneeuwklokje na weken wel gedwongen om zichzelf te bestuiven. Dan wordt het stuifmeel van de zes helmknoppen op de stamper van de eigen bloem uitgestrooid en zorgt de plant zelf wel voor instandhouding van de eigen soort. Als dan tegen de zomer, onder het dichte boomlover, de rode bes ineenschrompelt, dan vergasten zich de mieren aan de witte uitwasjes van de zaden die voor hen een ware delicatesse moeten zijn. Ze eten het liefst thuis en slepen de zaden zo overal heen. Dan zie je het volgend jaar opeens een kiem van het vastenavondzotje.
Afkomst.
Het sneeuwklokje komt in Europa, West-Azi en de Kaukasus in het wild voor. In de medische wereld is de plant niet in gebruik geweest. Daarom vind je haar pas in de tuinen als de bloemen als sierwaarde dienst beginnen te doen. De eerste beschrijving was in de tuin van de vorstbisschop van Speyer. Hier vermeldde de botanist Tabernaemontanus, die in deze tuin geregeld aanwezig was, de plant in de 16de eeuw als witte Hornungsblume (februari-bloem) Mogelijk verspreid door de monniken die het in de tuinen plantte. Gerard schrijft dat ze wild groeit in Italië en lang geleden in de Londense tuinen is gekomen.
Naam, etymologie.
(a) Galanthus, is een verwijzing naar de bloem, dit is genomen van het Griekse gala: melk, en anthos: een bloem. De witte bloemen met hun hartvormige groene zegel nemen een unieke plaats in de harten van de tuinliefhebbers. Het bloempje kreeg zijn naam van Clusius in 1583, een vertaling van het Duitse Schneeglockchen, -tropfen, Milchblume.
(b) Toen dacht men aan een vroegbloeiende Leucojum en vandaar Leucoium bulbosum praecox bij Gerard in 1597 wiens Engelse naam toen timely flowring bulbus violet was, Frans bulbous violet. Dit duurde een halve eeuw en in 1731 wordt vermeld dat de ‘bulbous-violet or snow-drop ‘zeer gewoon is in de meeste Engelse tuinen. Shakespeare heeft, vreemd genoeg geen woord voor de snowdrops. Hij moet ze gezien en gekend hebben, want Gerard, 1597, verhaalt dat ze in de Londense tuinen voorkwam.
C Zo werd het in Zweeds snodroppe, Engelse snowdrop, Duits Schneetropfen, niet omdat het bloempje op een sneeuwdruppel lijkt, maar naar de druppels van halssnoeren die de ladies in de 16de en 17de wrochten.
(d) Ze komt naakt op uit de sneeuw, Engelse naked maidens, vergelijk Hollands naakte wijfjes, Duits Nackte Jungfrau, Nakenasten, Nakend Wieffe, Engelse pierce snow, snow piercer, vergelijk Frans perce-neige.
Engeland.
(86) (e) In Engeland is het bekend onder de namen candlemas‑bells, (in Vlaams als lichtmisbloem) ook wel purification flowers en fair‑maids of februari. Dit omdat het plantje gewoonlijk bloeit op de tweede dag van februari die candlemas day genoemd wordt. Dit zou de dag zijn dat Maria het kind Jezus meenam naar de Tempel van Jeruzalem en de verjaardag hiervan, 2 februari, wordt er ter hare eren feest gevierd. Haar beeld wordt in de kerk met witte bloemen versierd terwijl de fairs‑maids: jonge maagden, in processie kransen van sneeuwklokjes naar de kerk brengen.
‘The follow two, all robed in white,
And each must snowdrops carry
This, some think, why these flowers we call
Fair maids of February’
In een oude Church Calendar verschijnen deze zinnen:
Ҕhe snowdrop in purest white arraie
First rears her hedde on Candlemas daie’.
Het plantje zou geïntroduceerd zijn in Engeland ten tijde van Queen Elisabeth en werd virgin flower genoemd ter ere van de maagden koningin.
(f) In enkele streken van Engeland, als bijvoorbeeld Devonshire, beschouwt men het als een symbool des doods, death ‘s flower. Daar meent men dat de bloem veel heeft van een in wit gekleed lijk en wacht men wel om een bloem aan iemand aan te bieden. Als je die geeft aan een persoon van de andere sekse betekent het zoveel als dat je zijn dood wil.
Behalve aan Maria, werd het bloempje later aan alle maagden gewijd en vooral aan hen die zich in het klooster terugtrokken. Het plantje komt dan ook veel in de kloostertuinen voor en velen willen overeenstemming vinden tussen het bescheiden kleine bloempje, met zijn neerhangende witte kopje, en het eentonige stille leven van de met door gebed gebogen kloosterhoofden.
Frankrijk.
(g) Dat de bloem door de sneeuw heenschiet, bewijst ook de Franse naam, perce‑neige. Ook vinden we daar clochette dըiver: winterklokje, niveole, van niveus: sneeuw, pucelle; maagdelijk en op de witte kleur duidende naam blancette du printemps, ook galanthine.
Italië.
(h) In Italië is de meest bekende naam primaticcia, naar aanleiding van zijn vroege verschijnen, ook pianterella.
Spanje/Wales.
in Spanje, campanula blanca: kleine witte bel, terwijl de Wells het clockmaben noemen: babybel.
Zwitserland.
(j) In Zwitserland heet het bloempje Amselblumli: zwarte vogelbloem, omdat het in bloei staat als de amsel (merel) begint te zingen. Ook wel daar, als in Duitsland, Schneeglokli, klokje, bloempje, vlokje of dropje, Merzebluemli.
Duitsland.
(k) In Duitsland komt ook de naam Jungfern in Hemd bij Fuchs voor en wordt daar beschouwd als een vriendelijk symbool van jeugdige liefde, reinheid en zeden. Brunfels weisse Hornungsblume (witte februaribloem) Schneeglockchen, -tropfen, -klocke, Sommerthurlein, Sommerdorchen, Schneetropfen omdat de plant zo al genoemd werd door Clusius in 1583.
Schneekiekers, omdat ze door de sneeuw heen kijkt, witte Fiolen, Jungfern in Hemd, Marzenglockle, Hbsches Februar-Mdchen, Lichtmess-Glckchen, Lichtmess-Glocken, Marienkerzen, Schnee-Durchstecher, Weie Jungfrau, Milchblume, Schneeblumchen, -flocken, -glokchen, -gaken, -guckerchen, katerl, (zie Leucojum) -tropfle, -weilen, Schubleemen, Swalenswyppesblome, nackend, witte Wiefke, -juffeerken, Nakenjuffeerken en nakend Wiefkes, echte Zeitlose, zie Colchis, Lausbuschel.
Vlaanderen.
(l) In Vlaanderen komen we met de gewone naam ook enige vreemde tegen, onder andere juffrouwkens te Killaar en lichtmisbloem. Te Assche snottebel, te Exaerde spytsche duyvelkens, te Kortrijk vastenavondzotje, naakt mannetje en naakt naarsje, Spijtse duvelkens.
Nederland.
(k) Winterliedertjes, vroegopjes, morgensterretjes, februarigekjes en hanghoofdjes spreken voor zich.
De sporkelbloem van Kiliaen, van sporkelle, een letteroverzetting van sprokkelmaand, februari. Dit is in oud-Saksisch sprout-kele, van sprout: spruiten, en kele: kool, wat moes betekent omdat die in deze maand begint te groeien. Vastenavondzotje, naakte mannetjes, naakte wijfjes, maakte eerstjes, naakte naarsjes of nakende aarsjes die ongeveer in de Vastenavond verschijnen als stille getuigen van het ieder jaar weer ontroerende: ‘Os ist ein geist erwacht, der sich in Bluten nun will offenbaren.’
Maar volgens de plantenkalender, die de bloei van veel planten gekoppeld heeft aan de verering van heiligen op hun naamdagen, moet het eerste sneeuwklokje al op de 2de februari bloeien. Dit is op Maria Lichtmis, wanneer de aarde uit haar winterpantser verlost wordt.
Dit herinnert aan het oude sprookje van heer Lente en Heer Winter die beiden aanspraak maakten op de eer van peter te zijn over dit bloempje. De Winter meende zijn goed recht te kunnen handhaven, omdat de Galanthus tijdens zijn heerschappij op aarde ontloken was. De Lente, omdat hij zijn tijd van verschijnen reeds gekomen achtte. Sneeuwbloem doopte de eerste haar en hij nam het tere bloempje in zijn ijzig koude handen zodat de blaadjes blank als sneeuw werden. Maar de ander noemde het plantje lenteklokje en al spelende kleurde hij de randen van de bloemblaadjes met een licht tintje groen. Eindelijk troffen Heer Winter en Heer Lente maar een schikking, waarbij zij akkoord gingen met de naam sneeuwklokje.
Overig.
(l) Deens St. Dorothe liellier, Zweeds snohvita en Hongaars hovirag.
Het is het lelietje van de H. Dorothea wier feest op 6 februari gevierd wordt. Het opent de deur voor de zomer, Sommerthurlein. Het is met recht een zomerzotteke omdat het zo vroeg tevoorschijn komt om ons die aan te kondigen.
Folklore/Sagen.
Een grote liefhebster van sneeuwklokjes was de Russische keizerin Katharina II. Zij liet eenmaal, midden op een rustplaats aan de Newa, een post opstellen om een bijzonder groot sneeuwklokje voor het afplukken te behoeden. Als in latere tijden deze post jaar in jaar uit daar stond, nadat de aanleiding ervan al lang vergeten was, was het eindelijk dat dit keizer Alexander II opviel en men tenslotte achter de oorspronkelijke reden kwam.
De plant bloeit in een seizoen als de natuur dood schijnt en de aarde ineengekrompen lijkt van de koude, is het sneeuwklokje de eerste die de komende en lange heldere dagen aankondigt, de eerste die ons de lente aankondigt, een embleem van belofte en troost.
De bloem zou volgens de legende ontstaan zijn toen Eva treurig op de onvruchtbare koude aarde zat en weende bij de herinnering aan al die heerlijke bloemen uit het verloren paradijs. Plots naderde een engel die haar trachtte te troosten. Sinds het bedrijven van de eerste zonde bloeiden er in Eden geen bloemen meer maar sneeuwde het zonder oponthouden. De engel blies naar een van de fijne witte vlokken die terstond op aarde viel als een schone, kleine bloem. En overal waar de engelenvleugelen de aarde beroerde schoten er een menigte van die witte bloempjes op. Getroost door het aanschouwen van die bloemenpracht ontlook er nieuw hoop in Eva ‘s hart.
Volgens een andere legende leefde er in de tijd van de eeuwige lente een ridder die een innige liefde had opgevat voor zijn aangenomen zuster en beloofd had met haar te trouwen.
Een kwade vrouw kreeg hem echter in haar macht zodat hij zijn beloftes vergat. Een machtige tovenares zag echter wat hij gedaan had en voordat hij zelfs zijn zuster het huis uit had gejaagd sprak zij een vervloeking uit.
Voor altijd bande zij de lente en zomer uit het land en gelijk was er alleen maar sneeuw en ijs. Het land verviel daardoor in grote armoede zodat de kwade vrouw, nu hij zonder geld zat, hem verliet. De ridder raakte aan de bedelstaf, maar zijn vroegere verloofde had medelijden en hielp hem, haar tranen deden de sneeuw voor haar voeten wegsmelten en daar ontstonden kleine plantjes met witte klokjes die lustig begonnen te klingelen, de sneeuwklokjes. De ridder die dat hoorde liep haar tegemoet, het ijs smolt en de zomer deed weer zijn intrede. Ze trouwden en leefden nog lang en gelukkig, maar voortaan zou op elke zomer de winter volgen om hen aan hun vroegere fouten te herinneren.
Valentijnsdag.
(215) Op andere delen wordt het bloempje met St. Valentijn, 14 februari, gegeven.
Lichtmis (Maria) ook vrouwendag en bij de Grieken Hypopanthe, is een feestdag na de 40ste geboortedag van Christus Leviticus XII 2:4 en alzo op de 2de februari. Door de RK kerk is die dag gewijd aan het tempelbezoek van Maria tot het brengen van haar reinigingsoffer en de voorstelling van haar eerstgeboren zoon, Lucas II: 22-24. De mis heet Lichtmis vanwege het grote aantal kaarsen die aangestoken worden als zinnebeeld van de voorspelling dat Jezus een ‘Licht tot verlichting van de heidenen (Lucas II: 32) zou wezen.
In sommige kerken worden op die datum nog altijd kaarsen gezegend en verspreid. Hun vlammetjes vertegenwoordigen Christus als het ‘licht van de Wereld.’
Als hulpmiddel om te voorspellen hoe de oogst het komende jaar zal uitvallen bedient men zich in sommige streken van een brandende Lichtmiskaars waarvan men het vet in een kom laat druppelen. Al naar gelang de gestolde vetdruppels zich op het water vertonen in de vorm van bloempjes of korrels zal de akker meer of minder vrucht opleveren.
Vrouwendagvuur.
Het is niet alleen een Engels gebruik, waarschijnlijk is dit een al zeer oud gebruik.
Mogelijk is dit een overblijfsel uit Griekse traditie. Wat Alkmene van Teiresias moest aansteken was het vrouwendagvuur, dat nog steeds in veel delen van Europa op 2 februari wordt ontstoken. Het doel ervan is het oude kreupelhout weg te branden en de nieuwe loten tot groei aan te moedigen. (3)
De fakkeloptocht van de Romeinen was het nabootsen van de gang van Ceres die met een fakkel door het duistere rijk van Pluto ging om haar dochter Proserpina te zoeken. Ofwel moeder natuur zoekt de levenskiemen die in de aarde verborgen liggen en geeft ze zonnewarmte ter ontkieming.
Dat zien we ook bij de vlierstruik, dit was de woning van de goede huisgeest, de hollermoeder, die het huis beschut tegen vuurgevaar en het vee voor ziektes. De vlier is een van de struiken die het eerst uitlopen, al in februari. Deze trouwe struik blikt in de duisternis door het venster en ziet of alles in orde is. Aan haar ontleent zich het oorspronkelijke oud heidense Lichtfeest. Een feest dat nog voort bestaat in gekerstende vorm als Maria Lichtmis op 2 februari. Op haar feest dansen de vrouwen in de steeds krachtiger warmer wordende zonnegloed die de voorjaar brengende godin bracht. Ze dragen vliertakken in de handen en slaan daarmee op de dansplaats op de naderende mannen los. In het oude IJsland liepen de vrouwen driemaal rond de hoeve om de ‘ontwakende zon ‘uit te nodigen binnen te komen. Op Terschelling en in West-Friesland mogen de vrouwen op deze dag wensen doen, die door de mannen vervuld moeten worden. (85) In Amsterdam en sommige andere plaatsen werd 2 februari ook wel vrouwendag genoemd. Op deze dag waren de vrouwen (openlijk) de baas in huis. Het was ook de dag waarop de dienstmeiden vrij hadden.
In Duitsland was het ‘frautrag’ vroeger op sommige plaatsen een algemeen gebruik wat al meer dan een eeuw verboden is. Het bestond daarin dat in de tijd van de winterzonnewende een vrouwentafel met een beeld van de heilige Maria 's nachts van de ene boerenplaats naar de andere, onder fakkel begeleiding, gedragen werd. Elke boerenhof achtte zich gelukkig het beeld te ontvangen. Waar het kwam bracht het zegen voorspoed en vruchtbaarheid.
Met recht verwijst men op de door Tacticus geschilderde omgangen van Nerthus en op de winterse ommegang van het Freyabeeld in Zweden en stelt daarmee de vrouwendag in een rij van gebruiken die vruchtbaarheid geven zou en wiens uitoefening in de tijd tussen winterzonnewende en Pasen valt.
Gezien het gebruik dat op de vrouwentafel uitsluitend de zwangere moeder Gods te zien is en dat de politie en de kerk het nodig vonden tegen dit gebruik in te gaan brengt duidelijk zijn oorspronkelijk gebruik naar voren. (19)
Lang geleden liep de kersttijd pas af op Maria Lichtmis, 2 februari. Bij de oorspronkelijke midwinterfeesten werd de laatste festiviteit gehouden op 2 februari, zoals in Oostenrijk en Scandinavische landen, met een fakkeloptocht. De 40 dagen tussen 25 december en 2 februari vertegenwoordigen de periode tijdens die welke de Joodse vrouwen na de geboorte van hun baby in huis bleven, voor de moeder zich ritueel liet reinigen. Het reinigen van de vrouwen werd nodig geacht om hen te zuiveren van de zonde van Eva, de voortplanting. In de christelijke wereld vervulde Maria de rol van de godinnen Ceres en Proserpina als ze veertig dagen na de geboorte van Jezus de tempel bezoekt. Op deze dag wordt een processie met kaarsen gehouden.
Volgens kardinaal Baronius werd deze lichtprocessie in 701 officieel in de R.K.-kerk ingesteld door Paus Sergius I. Toen heette het oude gebruik voortaan Maria Lichtmis om de ‘zuivering’ van Maria te vieren, namelijk precies 6 weken na de geboorte van Christus. Het werd waarschijnlijk ingesteld om de christenen weg te houden van een heidens feest dat ook in het begin van februari gevierd werd en waarbij het rondgaan met fakkels een voorname plaats innam.
Valentijn.
Eenzelfde gebruik als de meikoningin is de Valentijnsdag. Tot niet lang geleden heette in Engeland het meipaar Valentin en Valentine.
Het Valentijn gebruik in Engeland was op 14 februari waarvan men in heidense tijden geloofde dat dan de vogels paren. Of aan de vooravond van deze dag, waarop de Valentijn zich een voor een jaar lang een dame uitzocht die hij met kransen sierde, met bloemen overlaadde en die Valentine genoemd werd. Bij Shakespeare speelt Ophelia op dit gebruik in ‘to be your Valentine.’
‘Op morgen is het Valentijnsdag
Bij de eersten morgenschijn
Kom ik aan uw venster, verheugd
Uw Valentine te zijn.’
Het versje doelt op het eigenaardige volksgeloof dat het eerste meisje, dat iemand op die dag ziet, zijn vrouw zal worden. Het is het feest van het inhalen van de lente. De komst van de leeuwerik, het katknuppelen en het onthoofden van de gans. Het betekent niets anders dan het verdrijven van de in de donkere winternachten heersende maan uit haar rijk van duisternis. Elke vogel kiest zich een gevleugelde vriendin om mee te paren en ieder kiest zich een wijfje. Het is onze Sint Felten. Op deze dag kwam menige verloving tot stand. Sommige jongelui voegden zich bij elkaar voor deze dag en het komende jaar. Ze bleven elkaar dan het hele jaar Valentijn en Valentine noemen. Dit was de uitdrukking voor het ‘Sint Felten ‘lopen.
Dit gebruik dateert al van voor 1402. Madame Royal, de dochter van Henry IV, bouwde bij Turijn het slot Valentine. Op elk bal ontving iedere dame van haar ridder een bloemenstruik, terwijl zij bij elk toernooi voor rozen zorgde.
Volgens een andere versie bewaart Valentijnsdag nog de herinnering aan Freyr’ s (vrijer) bruidstocht naar Gerda, eertijds gevierd door ommegangen van jongelieden, met brandende fakkels in de hand (Freyer de zonnegod zinkt in de aard-omgordende zee)
Het oude Romeinse feest der Lupercalien is een reinigings- en verzoeningsfeest dat elk jaar op 15 februari gehouden werd, Lupercus, een andere naam voor Pan, viel toevallig samen met de sterfdag van Valentius. Deze christenmartelaar zou in het jaar 362 gekruisigd zijn, op de plek waar eens het altaar van de Romeinse god Pan stond, en waar de wolvin Romulus en Remus zoogde.
Bij de Lupercalien gingen jonge priesters vrijwel naakt door de stad om vooral jonge meisjes en vrouwen te slaan met riemen, die aanraking schreef men reinigende en bevruchtende kracht toe (zie het verkwikken)
Dit festival dat eigenlijk bedoeld was ter viering van de reiniging van de vrouwen, liep nog wel eens uit op een ordinair bacchanaal en dat was voor Paus Gelasius (492-496) aanleiding dit festival te verbieden. (13) Het merkwaardige aan dit feest is dat de gelovigen een brandend licht in de hand houden.
Waarschijnlijk is dit hetzelfde feest of een vermenging geweest met het vrouwen dragen. In latere tijden werd dit feest verdrongen en vervangen door het valentijnsfeest. In Duitsland vielliebchendag, men zendt elkander geschenken, bij voorkeur in elkaar geknoopte voorwerpen, de liefdesknoop en soms wordt ook een spotprent of ondeugend vers verzonden.
Planten.
Zoals zoveel voorjaarsbloeiers groeit ze het liefst in de schaduw en vochtige grond, toch kan het ook in de volle zon staan. Zo kan het ook in het gras geplant worden, hoewel je er op bedacht moet zijn dat het blad met grasmaaien niet mee wordt gemaaid. Wordt het gewas te vroeg afgemaaid dan komen er het volgende jaar minder bloemen tevoorschijn. Onder struiken of langs randen zal het zich goed vermenigvuldigen. Hier zal zich zonder zorg een bed vormen waarin duizenden bloemen geplukt kunnen worden op de eenzaamste tijd van het jaar.
Wordt het bed te vol kan men ze, nadat het blad afgestorven is, rooien en in het najaar weer opplanten. De bolletjes komen ongeveer 6cm. uit elkaar en 6cm diep te staan. Houd je bollen over dan kunnen er een 10 stuks in een niet te grote pot geplant worden. Die pot begraaf je onder de aarde en wordt in januari in huis gehaald, als de knoppen zichtbaar zijn. Als voorjaarsbloem kan ze slecht tegen warmte en moet in een koel vertrek neergezet worden. Na de bloei kan je de potten weer terug planten in de tuin.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl