Styphnolobium

Over Styphnolobium

Pagodeboom, vorm, bomen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

mEen geslacht van houtachtige en zelden kruidachtige bladverliezend of bladhoudende planten. Geveerde en tegenovergestelde bladeren, meestal met kleine deelblaadjes.

Bloemen zijn onaanzienlijk en vlinderbloemig en staan in trossen of eindstandige bladige trossen. Tweeslachtig kelk is bekervormig en kort 5tandig, bloemkroon met afstaande vlag, 10 aan de basis vergroeide meeldraden, leerachtige ronde peulvrucht met weinig tot talrijke zaden.

Ongeveer 45 soorten komen voor in de gematigde en subtropische regionen van Z. O Europa, Z. Azië, N. Zeeland, China en Chili. Sommige soorten zijn nu in het geslacht Styphnolobium geplaatst, die hebben geen stikstof fixerende bacteriën op de wortels. Verder in het geslacht Calia, mescalbeans.

Fabaceae, vlinderbloemige, Genista klasse.

Pagode boom geslacht. Dat bestaat uit 4 kleine bomen of struiken.

Naam, etymologie.

Styphnolobium; Grieks styphno; zuur, astringent, lobion; peul.

Styphnolobium japonicum (L.) Schott. (Sophora japonica, L. (Japans) De kronkelachtige takken dragen zachtjes de fijne en zachtgroene blaadjes. Het blad doet varenachtig aan, is diep groen en bleker aan de onderkant. Bladeren zijn 18-25cm lang en soms langer aan jonge bomen, met gewoonlijk 4-7 paar tegenoverstaande blaadjes die kort gesteeld zijn en 3-6cm lang, ei/lancetvormig en aan de top stekelig gepunt.

Bladsteel is aan de voet sterk verbreed en bijna de knoppen omvattend.

Jonge twijgen hebben in de winter een groot bladmerk en kleine boven elkaar staande knoppen. Opvallend is de felgroene kleur van de jonge twijgen.

De plant blijft jong vrijgezel, pas op zijn dertigste draagt die in de nazomer een pluim van crème witte vlinders die oversausd zijn met geel, waar bijen dol op zijn. Bloemen zijn 1cm lang in tot 30cm lange trossen.

Peulvruchten zijn 5-8cm lang en blijven zeer lang aan de boom.

Zijn boeddhistisch voorkomen dankt de plant waarschijnlijk aan de vruchten, die zijn ingesnoerd, grijsachtig, als een rozenkrans of parelsnoer.

De kaarsrechte stam heeft een schors die in de lengte gespleten en met lange grove richels bedekt is.

Het is een mooie laanboom, grote park- of straatboom en is tolerant tegen industriegassen en verhardingen en daardoor een stadsboom. De boom vraagt een beschutte standplaats op een kalkrijke humusrijke grond. Op hoge gronden blijft hij klein en warrig. Je ziet ze veel in Italië

Vormt wel veel dode scheuten en heeft neiging tot gaffelen. De sierwaarde is door de late bloei in augustus/september.

Honigboom of Japanse Pagodeboom vormt een kleine boom met een gewelfde kroon of grote struik, in China 25m hoog en komt hier ook een heel eind. Uit O. Azië, voornamelijk China en is vandaar naar Japan gebracht.

‘Pendula’ is een treurvorm voor kleine tuinen. Die is gent op hoogstam. De stam is vaak bochtig en gegaffeld en bedekt met een grijsbruine gegroefde schors. De hangende heeft gesteelde en eironde blaadjes. De crème/wit tot geelachtige bloemen staan in 30cm lange pluimen en verschijnen in augustus/september. De ingesnoerde peulvrucht van 8cm verschij1nt zelden. In Nederland is deze vorm geregistreerd in 1827.

‘Regent; is een opgaande met rechte takken en snelle jeugdgroei. Gewonnen door Princeton Nurseries uit Amerika. De plant werd in 1964 in de handel gebracht.

Uit D. Ehret.

Naam.

(Dodonaeus) (a) Soffera of Sofra is een heesterachtig en is van Alpinus beschreven. Sophera, zegt hij, is een heesterachtig gewas dat in Egypte algemeen is en vijf en veertig cm hoog is en heel veel op Galega kijkt, met hardere takken en bladeren als Myrtusloof, doch dunner en veel in het getal die aan beide zijden aan zijsteeltjes groeien. De bloemen zijn saffraangeel en die van de Cassia boom gelijk, zonder reuk daar kleine hauwtjes na volgen en vijf of zes zaadjes hebben die van Sesban of fenegriek heel gelijk, doch de voor mensen schadelijk, ja heel venijnig zijn.’

Sophora is afgeleid van de Arabische naam, sophera of sofera, voor een vlinderbloemige boom. Deze plant is afkomstig uit China/Korea, de plant is in Japan ook ingevoerd. Zaden zijn er vanuit China opgestuurd door de Jezuïet d’Incarville en bereikten Frankrijk in 1747. Die boom is nog te zien in het Jardin des Plantes te Parijs. Engeland bereikte het in 1762. Een zaailing hiervan staat nog in de Kew Gardens. De Chinese naam is gevormd uit hout en een demon, eens zou een herder van dit hout een huis gebouwd hebben en binnen een maand was zijn familie overleden, demonen zouden in dit hout geweest zijn en is daarom niet geschikt om er mee te bouwen. In de natuur groeien andere soorten er ook niet vlak bij.

(b) Het is de honigboom naar de honingrijke bloemen, (bijenboom) Engelse honey tree, Duitse Honigbaum, Franse arbre de miel.

(c) Snoerboom naar de ingesnoerde vruchten, Duitse Japanische Sauerhulse en Japanischer Schnurbaum, Rosenkranzbaum.

(d) Japanse Pagodeboom omdat het in China veel bij tempels werd aangeplant, Engelse Japanese pagode tree, Franse sophora du Japon.

Het is de boom die bij de graven geplant werd van hoge beambten zoals de pijn voor koningen, de levensboom voor prinsen en de populier voor het gewone volk. Als resultaat van het planten komt het in heel China voor. Dit gebruik stamt af van de Chou dynastie, 1122-340 v. Chr. zo ook Koelreuteria. Chinese Scholar. De Guilty Chinese Scholartree was een historische pagodaboom in Beijing waaraan de laatste heerser van de Ming Dynasty, Chongzhen, zich ophing. In Chinees pinyin: hui, het is een van de 50 fundamentele kruiden in de Chinese kruidkunst.

Gebruik.

De gedroogde bloemen geven een verf, vooral om groen te krijgen op blauwe kleren.

Onder de naam van sari koening worden in midden en oost Java de uit China aangevoerde gedroogde bloemknoppen, zogenaamde geelbessen, gebruikt in de batikerij. In China wordt de gedroogde bloem, (waisa) voor geel- en groenverven gebruikt.

Het zeer vaste hout bevat een sterk ruikende scherpe stof die bij verwondingen in het bloed komt en dan giftig werkt. Alle delen van de boom werken purgerend.

Het extract van de bladeren en vruchten wordt wel gebruikt om opium te vervalsen.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl