Tecophilaea

Over Tecophilaea

Chileense krokus, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit www.hillkeep.ca.

Naam, etymologie.

Tecophilaea is zo genoemd naar Teophila Billotti-Colla, de dochter van de botanist Colla uit Turijn voor wie ze veel planten tekende, 1766-1848.

De Chilean crocus ofwel de Chileense krokus.

Bolachtige planten, mooi voor potten als kamerplant in het voorjaar.

Bladeren zijn er maar een paar of 1 die ingesloten is in een vliezig omhulsel aan de basis. Het blad is spreidend, lijnvormig of lancetvormig.

1 bloem of een paar bloemen, blauw.

2 soorten in Chili. Amaryllidaceae, Tecophilaeaceae. Door sommige schrijvers worden ze onder de Liliaceae geplaatst.

Tecophilaea cyanocrocus, R. Br. (donker blauwe krokus) De 2-3 wortelstandige bladeren zijn lijn/lancetvormig en 7.5-12cm lang en 4-8mm breed, spits en gekield, donker groen.

Stengel is 8-15cm hoog met 1-2 kleine blaadjes en 1-3 bloemen.

Bloemsteetjes van 3-5cm lang met bloemen van 4-5cm in doorsnede die wijd open staan met 6 hemelsblauwe, aan de voet ongelijk wit gestreepte bloemdekslippen, van de meeldraden zijn er 3 vruchtbaar en 3 onvruchtbaar in maart/april. De bloemen ruiken viooltjesachtig.

Niet behaarde plant met een kleine, schijfvormige knol.

Uit Cordillera bij Santiago in Chili op een hoogte van 3000m, wordt een 15cm hoog. Is beschreven in 1872.

Chilean blue crocus. Chileense krokus, gentiaan krokus.

Planten.

Planten in een beschutte, zonnige en niet te natte, goed doorlatende grond. In september 5-8cm diep planten, dan kunnen ze jaren blijven staan, in de winter wat bedekken.

Vermeerderen door zaaien en broedknolletjes.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/