Lagarostrobos
Over Lagarostrobos
Huon pine, vorm, bomen, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten,
Lagarostrobos: Grieks lagaros; dun, strobos; kegel.
Van Dacrydium met Lagarostrobos komen 16 soorten voor in het Maleise gebied, Tasmanië en N. Zeeland.
Het zijn bomen of struiken met schubvormige of kort naaldvormige bladeren, vaak verschijnen beide bladvormen op dezelfde plant.
De manlijke bloemen hebben de vorm van lange aren en de vrouwelijke bestaan uit een paar vruchtbladeren met ieder een zaadknop.
Sommige bomen kunnen in hun vaderland 30m hoog worden. Zie ook Prumnopitys.
Taxaceae, Podocarpaceae.
Uit ww.conifers.org
Lagarostrobos franklinii (Hook. f.) Quinn, (genoemd ter ere van Sir John Franklin, 1786-1847, scheepskapitein, arctische onderzoeker en gouverneur van Tasmania van 1836 tot 1843). (Dacrydium franklinii)
Huon den, pine uit Tasmanië, is beschreven in 1844. Een langzaam groeiende plant tot een hoogte van 10 tot 20 meter.
En grote boom en levert ook goed meubelhout.
‘Pendula’ is de treurende vorm.
Soorten hiervan zijn gevonden in fossiele staat. Deze bomen worden een 30m hoog en groeien zeer langzaam, ongeveer 1mm per jaar, het is een van Australië langst levende bomen en sommige zijn wel meer dan 2300 jaar oud. Ze vermeerderen zich door afleggers en wortelscheuten en via zaad, mannelijke en vrouwelijke kegels staan meestal op verschillende planten en worden via water of vogels verspreid.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl