Medicago

Over Medicago

Luzerne, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Een geslacht van voerplanten die ook voor sier gekweekt worden.

Het zijn meestal kruiden en zelden struikachtig.

Kleine geveerde driedelige gesteelde bladeren, blaadjes zelden gaaf en meestal getand of gestekeld.

Meestal kleine purperen of gele bloemen die in hoofdjes of korte eind of okselstandige die in lang gesteelde trossen staan of enkele bijeen, kelk getand en meestal behaard, de vlag is gewoonlijk groter dan vleugel en kiel.

De peul is zelden recht en meestal gebogen of spiraalvormig en soms, bij de kruidachtige, gestekeld.

Waarschijnlijk omvat het geslacht een 50-80 soorten die afkomstig zijn uit Europa, Azië en Afrika, meeste in M. Zeegebied, enkele zijn belangrijke onkruiden.

Sommigen lijken veel op klavers. Voor agrarische doeleinde is Medicago sativa de enigste belangrijke.

Fabaceae, vlinderbloemige, Trifolium klasse.

=Medicago arabica, Huds. (uit Arabië) (Medicago maculata) Deelblaadjes zijn hartvormig.

Bloemen staan met 2-4 stuks bij elkaar, een geelbloeiende soort waarvan de blaadjes purperachtig gevlekt zijn met hartvormige vlekjes in het centrum, gevlekte rupsklaver, van juni tot september.

Peulen zijn spiraalvormig in elkaar gedraaid tot een prikkelige bal.

Eenjarig.

Groeit op dijken en langs wegen, kleigronden.

De wormachtige peulen van deze soorten werden soms gebruikt als een surprise in salades en soepen, ze zijn niet eetbaar.

Uit M. Zeegebied tot China.

Naam.

(Dodonaeus) ‘Zulks is de Medica Arabica van Camerarius genoemd wiens elk blad met een paarse plek getekend is..’>

Gevlekte rupsklaver, in het Engels is de vrucht bekend als caterpillar: rups, ook spotted medick, heart clover.

Folklore.

De gevlekte rupsklaver is ook bekend als Christus doornenkroontje. De plant zou volgens een legende ontsproten zijn onder het kruis waar het in zijn kelk zijn bloeddruppels opving. Nog draagt dit bloempje de bloedrode drop, nog vouwt het als het nacht wordt zijn bladertjes op, nog torst ieder teder knopje een doornenkroon.

= Medicago lupulina, L. (hopachtig) Aan de veel vertakte stengels verschijnen klaverachtige blaadjes die omgekeerd eivormig zijn met fijne tandjes. Lijkt veel op de gewone klaver en verschilt door de bloemen.

De kleine gele bloemen staan in compacte en langgerekte trossen in de bladoksels. De bloemen worden bezocht door hommels, mei tot september.

Een n- en soms tweejarig, maar meestal overblijvend kruid van een halve meter hoogte. Hopklaver is algemeen in grasland, grazige wegbermen en dijken en werd ook gecultiveerd als voerplant, nu weinig meer.

De wortels werden soms wel gebruikt om de tanden te schonen. Bijen en voerplant.

Uit Eurazië en N. Afrika.

Naam.

(a) Hopklaver of gele keien. De bloemen hebben een overeenkomst met die van hop, hopklaver of hoppige rupsclaver, Engelse hop clover, hop medisck, Duitse Erdhopf, Hopfenklee, Hopfenluzerne en Franse luzerne lupuline.

Unser Frauen Hopfe, wilde Hopfen, geckiger Klee, kleiner Gelbklee

(b) Als klaver, Steinklee bij Bock. Feldklee, Engels melilot trefoil of yellow clover, soms wordt het in Ierland verkocht als shamrock.

Engels black grass, black medick, landvolk in Norfolk noemt het wel nonsuch of black none such. Duits Schneckenklee, Museklawer, Sneerklewer, Zottelklee, Zedderkla.

Uit C. Loddiges.

= Medicago arborea, L. (boomachtig) Altijd groene bladeren zijn drietallig en gesteeld, blaadjes 10-18mm lang en 5-8mm breed, donkergroen en van onderen grijs viltig en zacht blijvend behaard, omgekeerd eivormig, zijblaadjes zittend.

Een struik met kantige en grijs/bruine viltig behaarde twijgen.

Gele bloemen staan in korte en eindstandige trossen aan de zijtwijgen, kelk is diep getand en behaard, de vlag is ovaal en in het midden het breedst.

Peulvrucht is spiraalvormig omgebogen.

Is hier niet volkomen winterhard.

Komt uit Z. Europa en de Balkan en wordt 4m hoog.

Moon trefoil, shrub of tree medick. Strauch-Schneckenklee, Baum-Schneckenklee.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

Medicago minima, L. (zeer klein) Deelblaadjes zijn omgekeerd hartvormig en donzig.

Bloemen staan met 2-4 stuks bij elkaar, geel in mei tot augustus.

Peulen zijn in elkaar gedraaid tot een prikkelige bal.

Eenjarige op zandige grasgronden.

Klein plantje van 10-40cm hoog uit Eurazië.

Naam.

Kleine rupsklaver, Engelse little bur-medick, prickly black medick, woolly bur medick, Duits Zwerg-Schneckenklee, Frans luzerne fluette, luzerne naine.

Uit J. Kops, www.BioLib.de.

=Medicago polymorpha, L. (veelvormig)

Deelblaadjes zijn omgekeerd hartvormig, bijna glad en niet gevlekt.

2-4 bloemen staan bij elkaar, kleine gele bloemen in mei/augustus.

Peulen staan in een losse spiraal, plat en prikkelig en zijn versierd met mooie nerven.

Eenjarige uit M. Zeegebied.

Naam.

Ruige rupsklaver, Engelse California burclover, toothed bur clover, toothed medick. Rauer Schneckenklee.

Uit J. Kops.

Medicago intertexta, Mill. (Latijn voor er tussen gezet) Uit W. Middellands Zeegebied.

Stekelrupsklaver, Hedgehog medick, Calvary clover, Calvary medick.

(Dodonaeus) ‘Kleine Medica met doornachtige hauwtjes daar Camerarius van vermaant en die hij Medica pusilla capsulis echinatis noemt groeit omtrent Leipzig in een bos.’

Uit J. Sibthrop.

Medicago scutellata, Mill. (schotel of schildvormig) snail vessel medick, shieldmedick, van Z. Europa, heeft een grote zaadpeul met verschillende kronkelingen als een slak.

Uit O. Thome.

Medicago sativa, L. (van Latijn serere: zaaien, gekweekte of tamme plant) is een groenbemester.

De zachte, maar ruige en opgaande stengels komen tot 80cm, ze leunen naar beneden en zijn bezet met gevleugelde bladeren. Deelblaadjes zijn ovaal en getand.

Uit de toppen van deze stengels verrijzen dunnere stengeltjes, naakt zonder bladeren tot aan de top waar vele bloemen in een tros bloeien, paarsblauwe met wat blauws om hen heen in juni/juli

Hierna verschijnen de spiraalvormige gevormde donzige peulen.

Meestal onderscheidt men van de luzerne een 3tal botanische soorten.

1. Medicago sativa, de gewone blauwviolet bloeiende luzerne is een zeer productieve en bladrijke plant met hoog opgaande stengel en diepgaande wortel.

Deze minder wintervaste soort komt voor in het gebied ten zuiden van de Kaspische Zee en Klein Azië.

2. De zogenaamde Turkestan groep van Medicago sativa omvat vormen die korter en breder groeien en iets meer behaard zijn.

3. Medicago falcata, L. (sikkelvormig) bloeit licht geel, soms met wat violet. De peul is sikkelvormig en springt open, de stengels zijn korter en meer liggend, terwijl de hele plant een plattere habitus heeft.

De sikkellucerne is minder productief, maar zeer vorstresistent.

Die vindt zijn natuurlijke verspreidingsgebied in meer Noordelijke streken, Midden Azië, Zuid Siberië tot aan het Baikalmeer en China en komt op droge gronden ook in Nederland voor, wordt echter niet geteeld. Blue alfalfa, sickle alfalfa, sickle medick, yellow lucerne, yellow-flowered alfalfa. Sichel-Schneckenklee of Gelbe Luzerne.

Waarschijnlijk door bastaardering van de beide voorgaande soorten ontstond Medicago media, Pers. die thans Medicago x varia, Martijn (gevarieerd) heet, de bastaard of bonte lucerne. Deze bloeit bont (in alle nuanceringen van rood tot wit en geel) stelt geringere eisen aan de grond dan de gewone luzerne en bezit een grote vorstresistentie. Is eveneens zeer productief maar grover van stengel en minder bladrijk.

Een gewas luzerne vertoont meestal een grote vormenrijkdom en dat niet alleen in bloemkleur, maar ook in bladrijkheid, fijnheid van de stengel, stevigheid van de stengel en vroeg- en laat rijpheid. Hierdoor past ze zich gemakkelijk aan bodem- en klimaatomstandigheden aan en door haar verkreeg luzerne dan ook haar grote verbreiding. Bastard-Luzerne, Bastard-Schneckenklee.

Naam, etymologie.

Bij Dodonaeus was het nog niet zo bekend. (Dodonaeus) (a) ‘Wij hebben deze klavers Trifolia cochleata willen noemen, dat is klaver met gekronkelde of schelpvormige hauwen, andere noemen het slecken-huyskens en ander vijghkorfkens naar de gedaante van de hauwtjes, de Fransen noemen het lըerbe au limasson, dat is slakkenkruid.’

Medicago soorten worden rupsklavers, in Duits Schneckenkleeճ, Engels snail-clover, genoemd omdat de peulen sikkel- of slakkenhuisvormig gebogen kunnen zijn.

Dodonaeus (b) ‘De eerste soort mag men Trifolium cochleatum primum noemen, dat is eerste klaver met gekronkelde hauwen die sommige ook eerste Italiaanse klaver noemen. Dan het is te weten dat de Medica veelvormig is, als Camerarius betuigt.’

‘De ander soort noemen we in het Latijn Trifolium cochleatum alterum, dat is andere klaver met gekronkelde hauwen, sommige noemen het rupsen omdat de stekelige zaadhuisjes of hauwtjes die op ruige rupsen of ruypen die men aan de bomen en elders ziet groeien wat gelijk schijnen te wezen.’ (Medicago scutellata)

Dodonaeus (d) ‘De medesoort ervan is van Clusius Medica marina, dat is zee Medica, genoemd. Want meest alle nieuwe kruidbeschrijvers houden deze geslachten voor soorten van de Medica daar de ouders van spreken. Dan we hebben ze veel liever die voor vermelde namen van Trifolium cochleatum gegeven, gemerkt dat ze met de beschrijving van de Medica niet heel goed overeen komen al is het zo dat ze er misschien enige gelijkenis mee schijnen te hebben. Wij noemen dit kruid Medica naar de Griekse naam Medice en de Latijnse Medica die dat behouden heeft naar het landschap Medië van waar dat in tijden van Darius de koning van Perzië toen hij tegen de Grieken oorlog voerde in Griekenland gebracht is en daarna zeer naarstig aldaar onderhouden (als Plinius betuigt) en in Italië overgezonden en geteeld is geweest.’

Medicago, Grieks: uit Medië.

Plinius XVIII 43: ‘Medica externa etiam Graecia est, ut a Medis advecta per bella Persarum.’

Isidorus 4.8: ‘Medica dicta, quia a Medis translata est in Graeciam, tempore, quo eam Xerxes, rex Persarum, invasit. ‘ De naam Medicago wordt ook verklaard van medicum ago: ik verjaag de dokter. Duits Medischkraut.

Het kruid was vooral goed voor paarden. Bij de Grieken verschijnt de medike eerst onder Aristophanes en wel als paardenvoer. De paard vererende Perzen, (Medi) zouden het verspreid hebben, vooral met de veroveringstocht van Darius. Medica uit Media, zoals Plinius schrijft dat wanneer Darius Hystaspes zijn leger in Griekenland bracht hij een grote menigte zakken met dit zaad bij zich had tot voedsel voor zijn vee en zo werd de plant in Griekenland gestrooid. Vergilius noemde de plant zo ook naar zijn groeiplaats Media, Medica. Zo ook volgens Strabo. In Latijn werd dit medica (herba) en zo werd het in Engels medick.

Dodonaeus (d)’De Spanjaarden van Castilië noemen het mielguar en die van Valencia en Catalonië alfalfa met een Barbaarse of van de Arabische taal bedorven en verdraaide naam, want Avicenna, de hoogste van alle Arabische meesters, noemt Medica in zijn taal cot, alafeleti en alfasfafa.

De plant wordt alfalfa genoemd en nog zo in Spanje. De peul beschrijft twee en een halve cirkel en vormt als het ware een dubbele Griekse a, alpha. Toch is dit een Amerikaanse naam die ook op de Arabische afkomst kan slaan. Het Spaanse alfalfa kan afgeleid zijn uit Arabisch al-fakfakah: het beste voer. Tijdens de Arabische overheersing kwam het opnieuw in Spanje en door de Spaanse overheersing in de rest van Europa, vandaar de naam Spaanse klaver. Van Spanje uit kwam het gewas in de 16de eeuw naar Frankrijk en in 1565 naar België, Franse klaver. Omstreeks 1570 kwam het door de Wallonen naar Rheinpfalz.

Dodonaeus (e) ‘Deze klavers worden Italiaanse klavers genoemd, hoewel ze in Frankrijk algemeen zijn met de naam herbe aux Limassons en hierbij moet ook de Lauserde van Lobel beschreven worden.

Lauserde van de Provence is een soort van deze klavers die veel op de zee Medica lijkt, maar groter, als Lobel betuigt, en is het vee duidelijk aangenamer dan de andere voor vermelde gekronkelde klavers en komt naar zijn mening met de Medica van de ouders niet slecht overeen. Ze wordt in Provence vanwege haar nuttigheid veel gezaaid. Het heet in Frankrijk ook soms Luzerne en Luzett met een naam, die met de Lausche van de Provence wat gelijkenis heeft.’

De Provencalen haalden het uit Italië en noemden het naar een Italiaans oord, Clauserne of Lauzerne, waaruit luzerne ontstaan is. Engels lucerne, De Duitse luzerner Klee, Luserne, Luzerne en welscher Klee omdat het uit Romaanse landen kwam. Volgens anderen werd het in de 18de eeuw in Frankrijk ingevoerd en had de Zuid Franse namen la luzerne meegekregen dat sinds de 16de eeuw gebruikt werd. Dit stamt van Frans luzerne en dit van Provençaals luzerna, la lucerna: vuurvlieg, en is mogelijk met Gallisch lysan: kruit, verwant. De boonvormige zaden tekenen zich door een geel glanzend oppervlak. Semer de la luzerne betekende oorspronkelijk de lichtende zaden zaaien. Of dat het woord afkomstig is van het Arabische lazwardiija: azuurblauw, de kleur van de bloemen. Of verwantschap met Gallisch lysan: kruid.

Dodonaeus (f) ‘Sikkelvormige Medica wordt in Italië lunaria radiata genoemd en van Lobel hekelvormige of maanvormige hauwtjes dragende Medica, in het Latijn Medica lunata sive falcata of Medica radiata Italorum en wordt van sommige voor een soort van Cytisus aangezien en verschilt niet van de voorgaande soorten van klaver dan dat ze een blaasje of hauwtje heeft als een halve maan, zoals dezelfde Lobel betuigt.’

Medicago falcata als sikkellucerne, in Engelse yellow sickle medick, wild burgundisch Gras, gelbe Sandluzerne, Sichelklee.

Dodonaeus (g) ‘In Bourgondië groeit deze Herba Medica zo overvloedig dat het daarom in Frankrijk overal foin de Bourgoigne, dat is in het Latijn Foenum Burgundiaeum, in onze taal Bourgoens-hoy genoemd wordt,’

Bourgondische hooi en in Frans la fois Bourgogne, Engels Burgundy hay, Duits Burgundisch Heu in 1587, burgundisch Gras.

Dodonaeus (h) ‘Hoewel dat het op sommige plaatsen ook Italiaanse klaver heet, in het Engels horned claver, in het Latijn Trifolium Italicum en Medica sativa, en tegenwoordig wordt het in Griekenland ook atrimola of artimolo genoemd net zoals de aardangel en hier te lande gezaaid vergaat het alle jaren, maar Plinius en Plutarchus betuigen dat het in Italië niet alleen tien jaren, maar ook wel dertig jaren in het leven blijft.’

Bij de Romeinen werd het al eeuwige klaver genoemd omdat het gewas jaren achtereen op hetzelfde veld kan blijven staan en kan wel 20 jaar oud worden. De zeer lange penwortel kan wel tot 2m halen, daardoor lang leven. Eeuwige klaver en Duitse Ewiger Klee. Verder Adalbertskraut. Naar de zeer lange penwortel kan ze daardoor lang leven, ook met droogte, vandaar symbool van leven.

(i) M. media als bastaardlucerne, Duits blaue Sandluzerne.

(j) Paarse klaver, Engelse purple medick is meerjarig en kan 6 maal in jaar gemaaid worden en verarmt de grond niet. Integendeel, het gewas verrijkt de grond en maakt gezond vee vet, maakt de zieke heel.

(k) In Frankrijk heet het sain foin: gezond hooi, Sainfoin in Zwitserland. Het kruid werd veel aangeplant, vooral in de arme verbrande en in de zomer waterloze gebergtegebieden. De wortel gaat namelijk zeer diep.

(l) Holy hay, geeft een heerlijke geur, gelijk als lieve vrouwe bedstro. Het is een van de Franse St. Jansplanten.

Culpeper noemt het cock's head, red fitching of medick fetch. Een plant van Venus.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Het is een zeer goed voeder voor de beesten en maakt die vet, maar het moet niet te veel ingegeven worden want het maakt te veel bloed en verwurgt het vee of laat het daardoor verstikken en daarom zeiden Sotion en Varro zeer goed dat Medica het vee veel melk laat krijgen, te weten als ze dat niet overvloedig eten en Aristoteles zei er ook wel van dat ze het melk verdroogt, wel verstaande omdat ze het lichaam als het te veel gebruikt wordt overlaadt en slecht bloed laat krijgen omdat het niet volkomen verduwd of in de maag veranderd kan worden, maar het is zeer goed om de paarden vet te maken en kan die niet zo schadelijk vallen als het klein vee.

Die Medica heeft naast haar verkoeling een verdrogende kracht en daarom wordt van sommige een olie er van gemaakt die zeer goed is om de zenuwen te versterken en de beving te genezen.

Het zaad wordt van sommige bij de spijzen gedaan want het geeft die een betere en aangenamere smaak en vooral als het gedroogd is en dan wordt het vanwege zijn lieflijkheid gemengd met het zout daar iets mee gezouten wordt, als Lobel betuigt. Maar het groene zaad is zeer goed gelegd op de hete gebreken en zwellingen die verkoeling nodig hebben.

Sommige verzekeren dat het geheel kruid op de beten en steken van alle kwaad gedierte als adderslangen, schorpioenen en spinnen gelegd die geneest en dat ook doet als het in het lijf genomen is.

Gesnerus prijst het gedistilleerd water van de Medica zeer tegen het niergruis.’

Historie/Medië.

Medicago zou de Cytisus zijn van Vergilius, Columella e.a. Deze heester is gevonden op het eiland Cythnus en vandaar naar de Cyclades gekomen en verder naar alle Griekse steden waar het een grote vermenigvuldiging van kaas veroorzaakte. De Cytisus van de ouden was waarschijnlijk Medicago arborea, L.(boomachtig) De moon trefoil, of tree trefoil groeit wild in Albruzzo en Napels.

Een mooie struik met harige bladen en gele bloemen die lang bloeien. Een struik die door de dieren graag gegeten werd en als heilzaam door de oude dichters bezongen werd. Hiertoe topte men de struik om het gewas laag te houden, de uitschieters werden gegeten door de dieren. Niet alleen het vee maar ook kippen en bijen gaven meer. Door de specifieke vermeerdering van melk werd het zelfs aan zogende vrouwen in een aftreksel met wijn gegeven waardoor het kind sterk werd en zijn groei bevorderde. Zo werd het ook gebruikt als een middel om zwaarder te worden, speciaal om de borsten in omvang te doen toenemen. Dat goed werkt kun je bij de uiers van koeien zien.

De plant komt veel op de Griekse eilanden. De Griekse monniken maken van de wortels de kransen voor hun rozenkransen die hard als ebbenhout is.

Het is de grootste van dit geslacht en kan soms wel tegen de 5m komen.

Medicago kende Cato nog niet, wel Varro. Zo is het kruid in de tijd tussen het midden van de tweede eeuw v. Chr. tot de eerste eeuw na Chr. in Italië aangekomen en een 100 jaar later naar Spanje.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/