Pelargonium
Over Pelargonium
Ooievaarsbek, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Pelargonium elegans uit H. Andrews.
Het zijn planten van verschillende vorm, sommigen zijn vlezig en bolachtig.
Die gewoonlijk voor tuingebruik gekweekt worden zijn opgaande of klimmende kruiden, soms zijn ze beneden wat houtachtig met zachte en soms wat succulente stengels of klein en stevig.
Bijna alle soorten stammen uit Z. Afrika, enkele uit Klein Azië en Australië.
232 soorten zijn er aanwezig volgens Engler.
Bladeren zijn meestal tegenoverstaand en meestal sterk geurend.
Bloemen staan meestal in schermachtige vertakkingen aan okselstandige trossen.
Gerianiaceae, ooievaarsbekfamilie.
2500-7500 cultivars.
6. sectie Jenkinsonia.
Uit L. Van Houtte.
Pelargonium endlicherianum, Fenzl. (St. L. Endlicher, Oostenrijkse botanicus, 1804-1849)
Lang gesteelde bladeren zijn rond/hartvormig en 5lobbig, blauwachtig/groen en behaard, 3-6cm in doorsnede met gekarteld/getande lobben, stengelbladeren zijn veel kleiner.
Opgerichte stengels zijn behaard, weinig vertakt.
Trossen met 5-15 vrij grote bloemen, de bovenste bloembladeren zijn lila/roze en ca. 3cm lang, de onderste kleiner en donker karmijn/roze in juli/augustus.
Deze kruidachtige meerjarige kan onder dek overwinteren.
Door de milde bloei met roze bloemen is het een mooie rotsplant.
Planten in zandige grond en een beschutte en vrij droge, goed doorlatende en zonnige plaats. In de winter is te veel vocht nadelig.
Vermeerderen door zaaien en stekken.
Het is een uitzondering hierop, die stamt uit de bergen van Syrië, Armenië en Klein Azië. Is beschreven in 1855.
Naam, etymologie.
Pelargonium komt van Grieks pelargos: een ooievaar, het is een verwijzing naar de bekachtige vorm van de rijpe zaadpeulen.
Turkish pelargonium.
Z. Afrika.
De meeste andere Pelargoniums zijn half heesterachtige, niet winterharde planten waarvan de grootste 3-4m kunnen worden.
Het is opvallend dat sommige Zuid-Afrikaanse soorten zich verheugen om in het seizoen onder een nevel van een waterval te groeien en toch in staat zijn, onder de klimatologische tegenstrijdigheden van hun land, ook droogte kunnen weerstaan.
Pelargonium triste uit Curtis botanical magazine.
Historie.
Door de oude Grieken was de naam Geranium al voor dit plantengeslacht gebruikt. De eerste soort die bekend werd in cultivatie was Pelargonium triste, uit Z. Afrika. Het was waarschijnlijk naar de botanische tuin van Leiden gebracht voor 1600 door schepen die bij de Kaap stopten. De Engelse hovenier John Tradescant de oudere bracht zaden mee van Rene Morin uit Parijs en bracht de plant naar Engeland. Linnaeus noemde ze ook onder de Geraniums, naar de gelijkenis van de ooievaars of kraanvogels. Toen er soorten ontvangen werden uit Kaap de Goede Hoop werd er, ondanks een overeenstemming in de vruchtjes, toch een verschil gezien tussen de Z. Afrikaanse en Europese Geraniums. De bloemen van de Z. Afrikaanse waren ook karakteristiek genoeg om ze te kunnen onderscheiden van de Europese zodat L’Heritier ze scheidde. De naam Pelargonium werd geïntroduceerd in 1738 door Johannes Burman en is afgeleid van het Griekse ελαργός pelargos; ooievaar. De ooievaarsbek heet in het Engels storks Ԣill, in Duits Storchschnabel, oud-Saksisch was het Storkesnevel, de Fransen hebben bec de cigogne en de Spanjaarden pico di ciguena. Het geslacht Geranium werd in 1787 in drieën opgesplitst. De Pelargoniums bezitten onregelmatige bloemen en de Geraniums regelmatige bloemen. De derde is Erodium met bloemen in groepen.
Toch bleef de naam Geranium voor de Pelargonium in het volksgebruik bestaan.
Uit J. Weinman,1, Geranium Africanum Malva folio. 2de Geranium Anemones folio.
Evolutie.
Dat komt door Mohammed. Die heeft zijn kleed eens gewassen en over het kaasjeskruid uitgespreid om te drogen. Toen hij het kleed weghaalde was de plant op wonderbare wijze veranderd in een prachtige geranium.
Diegene die de evolutie van de planten wil uitzoeken kan zijn hart ophalen in de Pelargoniums. Met een groot aantal soorten komt dit geslacht voor, waarvan velen zeer variabel en al verwarrend zijn in wilde staat. Met kweekvormen die op vele plaatsen verricht zijn in meer dan twee eeuwen enorm veel cv ‘s verkregen. Samen met een enorme literatuurstudie biedt het geslacht buitengewone voordelen en problemen op voor een student.
De meeste soorten kwamen door Hollandse en Engelse kwekers. Z. Afrikaanse planten vormden toen vrijwel een aparte afdeling van botanische kennis. Het geslacht begon de bloemenvrienden te interesseren en pelargoniums werden in een groot aantal soorten ingevoerd die in alle kwekerijen gekweekt werden waar men maar over kassen beschikte. Er ontstond een soort van geraniumgekte.
Omdat ze gewillig met elkaar kruisen ontstonden er al voor 1800 talrijke hybriden die weer onder elkaar bastaarden en tot talrijke soorten voerden. Zo is op het einde van de 18de eeuw het aantal soorten groter geweest dan tegenwoordig, waarvan men nu nog velerlei hybriden kent. In die tijd waren er in sommige werken wel 500 soorten en hybriden beschreven.
De eerste invoer kwam vanuit de Kaap in 1626. Linnaeus kende in zijn Species Plantarum, 1735, 25 soorten. Op het eind van die eeuw haalde F. Mason, de opvolger van Joseph Banks, 50 soorten uit de Kaap.
Willdenow, 1800, beschreef er al 120, Decandolle, vier jaar later, noemde er al 369, waaronder vermoedelijk bastaarden. Harvey kon in Kaap de Goede Hoop, 1859, maar 163 soorten vermelden. Velen schijnen veranderlijk van vorm te zijn, polymorphisme, toch zou het aantal soorten meer dan 230 belopen.
De eigenaardige en zachte schoonheid van de stamvormen vindt men alleen nog maar in botanische tuinen en bij verzamelaars terug.
Uit Favourite flowers of garden and greenhouse.
Vormen, sectie Ciconium.
1) De zonale, horseshoe of fishgeraniums.
Uit de boomsteppen van Z. Afrika kwam in het begin van de 18de eeuw de Pelargonium tot ons. Dit was de zogenaamde fishgeranium. Die is wat meer vettig dan de zonale en soms wat kleveriger met rode bloemen.
Dit is Pelargonium inquinans, (L.) Ait (bevlekt of besmet) van Linnaeus die de soort vestigde op voorgaande beschrijving. Is beschreven in 1714.
Een half dozijn soorten werden er gekweekt in Eltham, in de beroemde tuin van James Sherard. Dillenius beeldde een var. van Pelargonium inquinans af in zijn Hortus Elthamensis, 1732, als Geranium Afric arborescens Malvae folio pingui-flore coccines. Uit die tekening is te zien dat zelfs in de vroegere dagen de soort al varieerde in vorm.
Het zou de ouder zijn van de latere rode Pelargoniums.
De twee originele planten van Pelargonium zonale, Willd. (van een zone of gordel voorzien) werden in Engeland binnengebracht in 1710 en 1714.
Die hebben vrijwel kale stengels, bladeren en kelk.
De rond/hartvormige bladeren zijn in het midden getekend met een brede hoefijzervormige band die parallel met de rand loopt. Door die kring werd het door Willdenow zonale genoemd.
Deze twee zijn met elkaar en onderling zoveel gekruist dat uit de tegenwoordige Pelargonium de ouder niet meer terug te vinden is.
De oorspronkelijke kleur was bij beiden helder rood, toen kwam er paars/violet en de kleur werd nog zachter en ging naar rozerood tot roze naar wit, zelfs met gevulde bloemen.
Een violette kleur kwam door Pelargonium peltatum, Ait. (schildvormig)
De oude vormen van grootbloemige en grote trossen vormende pelargoniums waren bekend als nosegay geraniums vanwege de boeketachtige vorm waaraan graag geroken werd.
In 1863 duiken de eerste gevuldbloemige zonalpelargoniums op wiens bloemen echter veel kleiner waren dan de enkele. De eerste gevulde zijn gevonden te Clermont‑Ferrand in de Botanische tuin. De zeer gevulde verliezen echter veel van de sierlijkheid en charme van de enkele vorm. Ze zijn nu meestal vervangen door halfdubbele. Toch zijn ze altijd nog beter dan die ballen van gekleurd papier of plastic.
Pelargonium peltatum uit E. Step.
Bloemvormen.
In het begin legde men zich toe om grote bloemen te kweken, totdat men over ging naar kleinere bloemen in dichtere trossen, zogenaamde ‘Fancy‑fantasie,’ pelargoniums.
In de ontwikkeling van de pelargoniums zijn er 2 idealen.
De eerste, het Engelse model, is een vrijwel ronde bloem met brede bloembladen die elkaar overlappen.
De ander komt meer van het vasteland met een soortement tweelippige bloem waarbij de bloembladen apart staan en bij een bries van de wind bewegen.
Bladen.
Met de bloemen kan men nu alle kanten op, ook met de hoogte en bandkleur der bladeren. Sinds 1732 kende men soorten met wit gerande bladeren waar in 1822 ook een geel gerande bijkwam, dan doken er met drie, zelfs met vier kleuren op.
Doorbloeiend.
Hoewel omstreeks 1840 enkele soorten als bloemperkplant dienden begon het gebruik toch eerst na 1860. Sinds 1900 heeft men doorbloeiende rassen gevonden die voor bloei op balkons e.d. meer gewaardeerd worden.
Enkele zijn van een zacht rode schakeringen, maar de meeste vuurrood, showflowers. Dit zijn steriele vormen die jaarlijks uit stek worden aangekweekt. De dubbelbloemige steriele vormen zijn in Californië, 1905, gewonnen.
Pelargonium x hortorum, Bailey. (van de hof of tuin) Hartvormig/rode en behaarde bladeren waarop een gordel of ring van licht tot donker bruin staat, 7-12cm breed.
Dikke vlezige stengels van 30-40cm hoog.
Opstaande bloemstengels eindigen in een dichte, kogelvormige bloemscherm van kleinere of grotere bloemen van rood tot roze, zalmkleurig, purper en wit en tussen kleuren, hoge en lage, half dubbel als dubbel en met bonte bladeren.
Zonale hybriden zonale of tuingeraniums zijn vertakte planten.
‘Mrs Pollock,’ met bladeren die in het midden groen zijn en een rood/bruine ring eromheen dat naar de randen goud/geel tot roomwit wordt.
Vroeger werden de geraniums algemeen gestekt. Tegenwoordig komen er al vrij goede Pelargoniums uit zaad. De Zonale groep heeft nog steeds de donkere rand op het blad. De enkele bloem bestaat uit 5 bloemblaadjes en staat in veelbloemige schermen. F1 hybriden zijn ziektevrij en bloeien al snel nadat ze gezaaid zijn.
Uit E. Step.
Pelargonium grandiflorum, wel een Odier pelargonium.
Uit; https://fr.wikipedia.org/wiki/Pelargonium_grandiflorum
Pelargonium grandiflorum Willd. (grote bloemen)
Opgaand warrig kruid van een 75cm.
Blauwachtige stengel is zacht en glanzend.
Grijsachtige bladeren die diep palmachtig gelobd, meestal 5cm lang en 8cm breed, de randen spaarzaam getand en sommige bladeren hebben een zone markering.
Grote en mooie bloemen van crème wit tot roze met donkere blokken op de bovenste bloembladeren. Dat is dus niet deze plant.
Odier.
Een ander ras kwam door Duval, bloemist op de villa Odier van prins Napoleon Bonaparte. Die vorm werd gewonnen uit de in 1797 vanuit de Kaap ingevoerd Pelargonium triste Ait. (triest of treurend)( Pelargonium quinquevulnerum, Willd. (met 5 wonden of vlekken) x Pelargonium diadematum, (versierd) die bladeren gaf die groter en gevlekt waren, dit werden de zgn. Odier‑Pelargoniums.
De edel- of odierpelargonium is het product van vele kruisingen uit de stamvormen van grandiflorum, cucullatum, cordatum, angulosum en hun hybriden.
In het begin gaf dit product veel moeilijkheden, wel gaven ze grotere en mooie bloemen, maar de groei was zwak en bovendien waren ze slecht vertakt zodat ze als potplant een ongunstige indruk maakten. Een Duitse kweker kon daarin verbetering brengen zodat er nu planten met een gedrongen gewas ontstonden die tegelijk een lange en over de hele zomer uitstrekkende bloeitijd hadden. Het is een eigenaardigheid van de odier pelargoniums dat de bloemen met zwarte of purperen vlekken versierd zijn.
Is bekend als Franse geranium. Is er in verschillende kleuren.
Uit Favourite flowers of garden and greenhouse.
2. Klimopbladige groep, sectie Ciconium (ooievaar) Hanggeranium.
Dit zijn de afstammeling van Pelargonium peltatum, Ait. (schildvormig)
Het blad is dik en glimmend.
Het is een plant met zwakke en door elkaar groeiende takken en lange slappe stengels.
Tweelippige bloemen zijn roze of rood.
De klimopbladerige of hang geranium pelargonium. De klimopbladige, ivy leaved geranium, is beschreven in 1701.
Nu zijn er ook dubbele vormen. Wegens hun hangende groei dienen ze hoofdzakelijk voor balkongebruik, het soortengetal is kleiner dan de vorige.
Deze vorm komt niet meer voor, wel als hybride, kruising van peltarum x lateripes
Peltatum hybriden hebben zwakke en lange stengels.
Glanzende bladeren van 5-7cm lang en breed zijn klimopachtig.
Ze bloeien van mei tot oktober met een kleine scherm van roze, rode, violette of witte bloemen en alle kleuren daartussen.
‘Amethyst,’ met gevulde, donker paarse bloemen.
‘Cattleya,’ met half dubbele, lila kleurige bloemen.
‘Enchantress,’ met dubbele, zalm/roze bloemen.
‘Etincelant,’ met half dubbele scharlaken/rode bloemen.
‘Madeleine Crousse, ‘(Groczy) met half dubbele zalmroze bloemen.
‘Marquis,’ met dubbele scharlaken/rode bloemen.
‘Mexican Beauty,’ gevulde, purper/roze bloemen.
‘Mini Cascad,’ met enkele roze bloemen.
‘Pascal’ met half dubbele helderrode bloemen.
‘Roi des Balcons,’ met enkele, karmijn/roze bloemen.
‘Sybill Holmes,’ met dubbele lila/roze bloemen.
‘Ville de Paris,’ met enkele oudroze bloemen.
Pelargonium x peltati-zonale,Voss.(schildvormig met zones) = kruising van peltatum hybriden x hortuorum.
Sterk groeiende planten die wat op peltatum hybriden lijken.
‘Achievement,’ groeit breed uit met groene bladeren en een lichte rand, half dubbele roze bloemen.
‘Alliance,’ met half dubbele, vleeskleurige witte bloemen.
‘Gertrud Vieweg,’ met half dubbele lila/roze bloemen met karmijnrode vlekken.
3. De Domesticum groep. sectie Pelargonium.
Deze opmerkelijk vorm, die geen enkele wilde soort vertegenwoordigt, wordt thuis, domestica, gekweekt.
Uit W. Hooker, Pelargonium pulchellum.
Een belangrijke stamsoort was Pelargonium cucullatum, Ait. (van een kap voorzien) De dominante ouder van de bloemenpelargonium kwam in Engeland omstreeks 1690. Dit was een grote struikachtige plant die veel vertakt is, zacht en dicht behaard. De plant had niervormig blad en rode of roze bloemen. Dit gewas is heel gewoon rondom Kaapstad waar het vaak als haagplant gebruikt wordt.
Uit yaymicro.com
Met Pelargonium angulosum (hoekig, kantig) en andere werd het de ouder van de oude show- of fancygeraniums. Die anderen waren crispum en graveolens, de daaruit voortgekomen kruisingen werden weer gekruist met angustifolium, mogelijk met pulchellum en glaucum, vrijwel zeker met grandiflorum en vooral fulgidum.
In Engelse landen is deze groep ook bekend als ‘Lady Washington,’ geraniums. Deze planten kwamen veel voor op tentoonstellingen. Ze bloeien kort en zijn niet bestand tegen warmte.
Pelargonium x domesticum, Bailey. (gekweekt) of Pelargonium grandiflorum hybriden is de verzamelnaam en wel bekend als Franse geranium en Engelse geranium, 5vlekkerige geranium en edel pelargonium.
Niervormige 5lobbige bladeren zijn 5-10cm lang en 8cm breed.
Grote trechtervormige bloemen staan in 5-10bloemige tros en zijn van karmijn tot rood, roze en wit en tussen liggende kleuren, de 2 bovenste bloembladen zijn groter dan de onderste en meestal met een rode vlek, hoog en laag, half dubbel of dubbele etc. in mei/oktober.
Struikachtig en vrij hoog groeiende, behaarde geraniums, 30-50cm hoog.
‘Deutsches Hoffen,’ met zalmroze bloemen en purper/roze vlekken, compact.
‘Grand Slam,’ met felrode bloemen met donkere purperen vlekken.
‘Lavendel Grand Slam,’ met donker lila bloemen.
‘Knauffs Leuchtfeuer,’ met oranje/rode bloemen.
‘Nelly,’ bloeit vroeg met licht roze bloemen met rode vlekken.
‘Marie Vogel,’ met purper/rode bloemen met zwart/purperen vlekken.
‘Martha Suptitz,’ met lila kleurige bloemen met donker lila vlekken.
‘White Swan,’ met witte bloemen met karmijn/rode vlekken.
4) Verschillende geurgeraniums, meestal zijn ze bekend als rozengeraniums. Ze zijn afkomstig van verschillende soorten, met hun hybriden en afstammelingen.
Als een van de eerste kwam de geurende citroenplant, Pelargonium citrosum (Pelargonium radula, L’Her, (vijl of rasp) in 1724. Verder Pelargonium graveolens, (sterk ruikend) Pelargonium odoratissimum (zeer geurend)
De rozengeranium zou een scherpe stof bezitten waarmee vele wijnen doortrokken werden. De rozenpelargonium, met zijn welriekende bloemen, werd veel in Engeland, Z. Frankrijk en N. Afrika gekweekt voor de winning van een parfum. De cultuur van vluchtige olie begon in Frankrijk in 1847.
Pelargonium x ‘citrosum’ Mats. Is de citroengeranium, die zeer naar citroenen geurt als je het blad wrijft, verdrijft muggen en muskieten, Engels citronella plant, mosquito plant of citrosa geranium.
Sectie Pelargonium.
Uit E. Step.
Pelargonium graveolens, L ‘Herit. (sterk geurend)
Lang gesteelde en 5-7lobbige bladeren die aan beide kanten zacht behaard zijn en bij wrijven een geur geven.
Roze/purperen bloempjes vallen niet zo op.
Wordt 70cm hoog. Is beschreven in 1774.
Komt uit Mozambique en Z. Afrika.
Naam.
Rozengeranium, rose scented geranium, sweet-scented geranium, old fashion roze geranium. Levert de pelargonium-olie die in parfumindustrie gebruikt wordt als vervanger van de dure rozenolie.
Sectie Reniformia,
Pelargonium odoratissimum L’ Her. (zeer geurend) heeft ronde bladeren en kleine witte of wit-roze bloemen aan kleine ranken.
Ruikt naar citroenen en appels. Apfelduftpelargonie of Zitronengeranie.
Sectie Pelargonium.
Pelargonium quercifolium, Ait. (eikbladig) Groene bladeren met hartvormige basis en verder gelobd, gegolfd en getand zijn 5cm lang en 3cm breed, harig aan beide kanten met paarse vlek.
Opmerkelijke geur.
Wordt tegen een meter hoog. Is beschreven in 1774.
Oak leaved geranium of scarlet flowering roze geranium.
Sectie Pelargonium.
Pelargonium tomentosum, Jacq. (viltig behaard)
Hartvormig/ovale bladeren zijn zeer lang gesteeld, 3-7 lobbig met kleine tanden, zacht en vet aan beide kanten.
Tamelijk dikke en zachte stammen en wordt vrij lang, geheel behaard. Kleine witte bloemen met rood hart.
Geurt als pepermunt.
Is beschreven in 1790.
‘Peppermint’ heeft hangende stengels en fluwelig groene bladeren.
Sectie Jenkinsonia.
Uit www.bihrmann.com
Pelargonium antidysentericum, Kostel. (anti dysenteria) heeft bolachtig verdikkingen die zo groot zijn als een mannenhoofd. De bol wordt bij de inlanders voor vele zaken gebruikt. Deze wortels variëren veel in vorm en lijken meer op koralen dan landplanten.
Pelargonium hederifolium uit l’illustrion horticole.
Uit; https://nl.pinterest.com/Nourishbodylife/herbs-umcka-pelargonium-sidoides/
Pelargonium sidoides DC. (als Sida rhombifolia) een rozetvormende plant.
Lang gesteelde bladeren zijn hartvormig en fluweelachtig.
Donkerrode purperen of bijna zwarte bloemen zijn er vrijwel het hele jaar, mest in voorjaar en zomer
Wordt in Zuid-Afrika als medische plant gebruikt, kalwerbossie of in Zoeloe taal umckaloabo.
Symbolen.
De meeste mensen kennen de Pelargonium onder de naam geranium.
Het zijn gewillige gewassen die veel in tuinen, borders en huiskamers geteeld worden. Ze zijn en waren enorm populair. Doordat ze bij feesten altijd aanwezig waren, zijn hun bloemen en bladeren veel gebruikt om als symbool te dienen.
Een volle, bloeiende plant geven is het symbool van sierlijkheid.
De zonale, diegene met rond‑hartvormige bladeren die in het midden getekend zijn met een brede hoefijzervormige band die parallel met de rand loopt, met rode bloemen is het symbool van troosten, comforting.
Met roze bloemen is het symbool van voorkeur.
Een witte bloem, symbool van sierlijkheid.
Met zeer donkere bloemen, paars‑violet, het symbool van melancholie.
De dubbele rode, de zeer gevulde verliezen echter veel van de sierlijkheid en charme van de enkele vorm. Ze zijn nu meestal vervangen door half dubbele. De dubbelen zijn het symbool van teleurstellende ervaring.
De geranium met klimopachtig blad, Dit zijn de afstammeling van Pelargonium peltatum, is het symbool voor “ik vraag je voor de volgende dans, bruid gunst”.
Meestal wordt die soort gebruikt als hangende vorm, de zeer hangende vorm is het symbool van een zwaarmoedige geest.
De citroengeranium is het symbool van een verwachte ontmoeting.
Een smalbladige geranium een symbool van vindingrijkheid.
Een zilverbladige een symbool van herroeping.
De zeer grote geraniums, show- of fancygeraniums, een grote struikachtige plant die veel vertakt is, zacht en dicht behaard, maar kort bloeit en niet bestand is tegen warmte is het symbool van “de lady vervaardigt zich te glimlachen”.
,, eikenbladig, echte vriendschap.
,, rode, symbool van dat haar glimlach de ziel laat zien.
Teelt.
In augustus nemen we van oudere planten stekjes ter lengte van ongeveer 10cm. we snijden het stekje recht onder een blad af. Verwonden en groeistof hoeft niet. Ze kunnen gelijk in stekpotjes gestoken worden. Ook is het mogelijk enkele stekjes in een plastic salade bakje te plaatsen, vochtig maken en hier plastic overheen doen. Door er een elastiekje omheen te trekken heb je een klein broeikasje. Het stekje komt een 2cm diep in de grond. Elke week wordt het plastic er even af gehaald en de planten gelucht. Bij droogte wat water geven en zieke planten weghalen. Komen er weer nieuwe blaadjes aan is het een seintje dat er ook nieuwe wortels aanwezig zullen zijn. Dan kan het plastic er af. Tijdens de winter bewaren we de stekken op een droge, licht verwarmde kamer. Bij te veel vocht gaan de stekken rotten. In het voorjaar oppotten en mest geven. Halfweg mei kunnen ze dan naar buiten. Ook kunnen oudere planten koel bewaard worden. In het voorjaar snoeien, overpotten en bemesten.
Zaaien bij 20 graden.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl