Sibbaldia

Over Sibbaldia

Kruipsterretje, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit L. Watson.

Naam, etymologie.

Sibbaldia is zo genoemd naar Robert Sibbold, Schotse natuurhistoricus, 1643-1720.

Lage en plat groeiende meerjarige planten.

De afwisselend geplaatste bladeren zijn 3delig met duidelijke puntjes.

De kleine gele bloemen staan in trossen.

Een 5 soorten die in de koudere delen van de N. gematigde zone voorkomen.

Door Bentham & Hooker worden ze als een afdeling van Potentilla, maar door de meeste auteurs als een apart geslacht gezien.

Rosaceae.

Sibbaldia procumbens, L. (neerliggend) Bladeren zijn 3tallig en blauwachtig/groen, behaard, met eivormige en aan de top 3-5tandige slippen.

Losse zodenvormende plant met liggende tot opgerichte, vertakte stengels.

Trosjes van 3-6 kleine gele bloemen met 5 meeldraden in juli/augustus.

Komt uit de Alpen, Pyreneeën, Jura en Vogezen en wordt een 15-25cm hoog.

Duitse Odermennig, Alpen Gelbling.

Planten.

Planten op goed op vochtige maar luchtige, kalkarme grond in zonnige tot half beschaduwde plaatsen.

Vermeerderen door zaaien, scheuren en stekken.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl