Aethionema

Over Aethionema

Steenkers, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt. file:///Users/niekkoomen/Sites/Volkoomen/A/Aethionema.html

Dit zijn kleine en struikachtige kruiden die geschikt zijn voor de rots- en kruidborder. Het geslacht verschilt van Iberis doordat alle bloembladen gelijk zijn en van Lepidium doordat zijn vier stuifmeeldraden langer zijn, gevleugeld en getand.

Bloemen zijn er in verschillende tinten van roze, purper of rood en staan in kroonachtige trossen.

Ze lijken op Iberis in groei en bloeiwijze, maar verschillen door de regelmatige bloemkroon.

30 soorten komen voor, de meeste in het M. Zeegebied en W. Azië.

Brassicaceae, kruisbloemige familie.

Synoniem Eunomia.

Uit Curtis botanical magazine.

=Aethionema cordifolium, DC. (hartvormige bladeren)

Een mooie vorm met lijn tot lancetvormige, blauwachtig groene en 2cm lange blaadjes.

Flink vertakte stengeltjes eindigen in talrijke mooie zachtroze bloempjes waarvan de bloemblaadjes ongeveer 2.5 maal zo lang zijn als de kelk in april/juni.

Vruchtjes zijn omgekeerd eivormig.

Uit Klein Azi wordt 10-15cm hoog.

Lebanon candytuft, Lebanon stonecress. Libanon-Steintschel.

Uit wikipedia.org

Aethionema armenum Boiss. (uit Armenië) (Aethionema x warleyense) (gewonnen door Miss E. A. Wilmott te Warley bij Londen)

Een lage en breed uitgroeiende soort die rijk bloeit met helder/roze bloempjes.

Armenisches-Steintschel.

Met de cv’s van de Warley hybriden als =’Warley Rose’ en ‘Warley Ruber’ zijn dit de beste tuinvormen. 

Uit kallima.sk

Aethionema grandiflorum, Boiss. & Hohen. (grootbloemig)

Opgerichte en weinig of niet vertakte stengeltjes.

Lijn/lancetvormige, blauwachtige/groene, gladde en 2cm lange blaadjes.

Mooie purper/roze bloemen waarvan de bloemblaadjes 3-4 maal zo lang zijn als de kelk in juni/augustus.

Ronde vruchtjes.

Uit de Kaukasus en Perzië, wordt 15-30cm hoog.

Persian stonecress, Persisches-Steintschel.

Uit theseedsite.co.uk

Aethionema pulchellum, Boiss. & Huett. (fraai, mooi)

Lijkt veel op Aethionema grandiflorum maar verschilt daarvan door de kleinere bloemen en sterker vertakte stengels, verder door de omgekeerd hartvormige vruchten. Bloeit in april/juni.

Uit Armenië en Perzië, wordt 10-15cm hoog.

Uit J. Seboth.

Aethionema saxatile subsp. ovalifolium, Boiss. (met ovale bladeren)

Lijkt veel op Aethionema saxatile maar verschilt door de lagere groeiwijze en kortere, bredere blaadjes en grotere purper/roze bloempjes in april/juni.

Uit de Pyreneeën, Griekenland en Klein Azië wordt 8-15cm hoog.

=Aethionema saxatile, R. Br. (op steenachtige gronden groeiend)

Dikke, omgekeerd eivormige tot lijn/lancetvormige, gaafrandige en stompe, blauwgroene en kort gesteelde blaadjes.

Een sterke rotsplant die met opgerichte stengeltjes groeit.

Talrijke dichte trosjes van purper/roze bloempjes in april/juni.

Elliptische tot ronde vruchtjes.

Uit de Alpen en Pyreneeën, wordt 10-20cm hoog.

Naam, etymologie.

Aethionema, Grieks aitho: zengen of verschroeien, nema: draad, of aethis: ongewoon, waarschijnlijk naar de vorm van de meeldraden die verbrand zouden lijken.

Steenkers, Duitse Steinkresse of Alpen-Steintschel, Engelse burnt Candytuft, stonecress of Candy mustard, Frans Aethionema des rochers.

Planten.

Ze zijn compact en vertakt. Waar ze zich eens fier gevestigd hebben blijven ze daar vele jaren zonder verplanting of vernieuwing.

Ze zijn winterhard en houden van een droge en zonnige standplaats met goed doorlatende grond. Tegen te veel vocht in de winter kunnen ze niet.

Vermeerderen kan door voorzichtig te scheuren in het voorjaar, door zaaien in het vroege voorjaar bij een 12 graden, het zaad komt onregelmatig op, of door zomerstek wat moeizaam gaat. De tweejarige soorten worden vermeerderd door zaad. Ze hebben meestal maar een paar wortels, zaai ze dan ook in potjes.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl, en: volkoomen.nl