Frasera

Frasera carolinense uit P. Good.

Nauw verwant aan Chironia. Ze worden wel geplaatst onder Swertia.

Stevige, grote en glanzende kruiden die allen uit N. Amerika stammen met een enkele stengel die uit een dikke, bittere en meestal tweejarig wortel groeit.

Tegenoverstaande of in kransen geplaatste bladeren.

Trossen van dof witte, geel tot blauwachtig bloemen met meestal donkere vlekken.

Een 8 soorten die meestal in bossen of droge gronden groeien.

Gentianaceae.

Uit secondnaturearomatics.com

Frasera speciosa, Dougl. (fraai of opvallend) Bladeren staan met 4-6 in een krans, zijn gaafrandig en wat behaard, de onderste omgekeerd eivormig tot langwerpig, de bovenste lancetvormig.

Opstaande stengels zijn niet vertakt, wel met vele bladeren.

De eindstandige bebladerde tros van talrijke groenachtig witte en donkerder gevlekte bloempjes komen in juli/augustus.

Meestal een tweejarige plant met dikke wortels.

Uit Dakota tot Washington, Californië en New Mexico, wordt 60-125cm hoog.

Naam, etymologie.

Frasera, John Fraser, Schotse koopman en plantenverzamelaar, 1750-1811, die in Amerika in 1785-1796 verzamelde voor Kew Gardens en de keizerin van Rusland, publiceerde Walterՠs Flora Caroliniana.

American columbo root, gold seal of Indian lettuce. Deze plant werd voor het eerst verzameld door David Douglas (van de Douglas den) in het tegenwoordige Spokane gebied rond 1830.

Elkweed, green gentian.

Planten.

Plant de hier vermelde soorten in wat veenachtige, kalkarme, zonnige en half beschaduwde plaats.

Vermeerderen door zaaien.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl