Gratiola

Over Gratiola

Genadekruid, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Dit geslacht omvat meestal lage kruiden.

Tegenoverstaande bladeren.

Bloemen geel of witachtig en okselstandig.

25 soorten komen voor in vele delen van de wereld.

Scrophulariaceae, hemkruidfamilie, nu Plantaginaceae.

Gratiola officinalis, L. officinalis komt van officina: werkplaats, de werkplaats waar Gods genade bereid werd was meestal de apotheek, dus geneeskrachtig. Is beschreven in 1568.

Tegenoverstaand gezaagd blad dat drienervig is met klierpuntjes, 2.5cm lang.

Vierkante en holle stengel, 10-40cm.

De bloem is licht blauw tot lila, staan in de bladoksels. De stuifmeeldraden zijn prikkelbaar en gevoelig voor aanraken.

Genadekruid, een lichtgroen en laagblijvend, tot 40 cm. hoog plantje met een houtige stengel en wortelstok.

Komt verstrooit voor, in vele gebieden zie je het niet, op vochtige weiden, randen van dijken en beken, Midden-Europa tot West Azië.

Naam, etymologie.

(411) ‘De ouden schijnen het kruid niet gekend te hebben. Wel beschrijft Valerius Cordus, 15de eeuw, de plant onder de naam Limnesium terwijl de kruidvader Dodonaeus onder de naam Gratiola er een afbeelding en beschrijving van geeft. In het Luminar majus (groot licht) van J. de Bosco 1536 wordt herba gratie dei: godsgenadekruid, genoemd als bestanddeel van Unguentum gratia Dei: de zalf van Gods genade’.

(Dodonaeus) (a) ‘De nieuwe kruidbeschrijvers hebben dit kruid de Latijnse naam Gratiola en Gratia Dei gegeven. Het heeft hier te lande geen eigen naam tenzij dat men het Gods gratie of Gods genade naar het Latijns Gratia Dei wou noemen, hoewel men de Latijnse naam Gratiola in onze taal beter zou mogen gebruiken De naam Gratia Dei is dit kruid niet eigen want men vindt een soort van Geranium die ook zo genoemd wordt en daarom zal men de naam Gratiola hier het beste gebruiken.’

Gratiola, van Latijn gracia, gratie: genade, een verwijzing naar zijn medische eigenschappen. Frans gratiole. Of van Gratia Dei: Gods Genade Genadekruid, Godtsgenade, Duitse Gottesgnade, Gottesgaben, -hulfe, Grazei of Gnadenkraut, zou door Gods genade aan de mensen zijn geschonken en werd dus gebruikt als een geneesmiddel. De reukloze bladeren smaken bitter en later aanhoudend scherp. Het kruid werd vroeger bij geestesziektes gebruikt en nog lang als volksmiddel. Verder tegen slepende aandoeningen van de milt en lever, Magenkraut.

Dodonaeus (b) ‘Valerius Cordus noemt het op het Latijns Limnesion. Andere houden het voor het Eupatorium van Mesue, andere noemen het Centaurida of liever Centauris. Dan het mag met goede reden en eigenlijk genoeg Centauris genoemd worden want gemerkt dat het een medesoort van Centaurium, dat is duizendguldenkruid, schijnt te zijn, ja krachtiger dan de santorie zelf en daarom behoort de naam Centauris haar niet vreemd te wezen als een soort van klein Centaurium of de echte santorie te zijn. Anders heeft dit gewas vele andere namen bij verschillende kruidbeschrijvers, sommige noemen het Sesamodes, andere Centaurides, andere houden het voor een soort van zeepkruid en sommige voor wit Behen of Ocymastrum van de velden, andere Papaver spumeum omdat het kruid zelf enigszins witachtig van bladeren is. Andere noemen dat Herba pulicum of vlooikruid omdat het zo vet en klam van stelen is, sommige Hoogduitsers noemen het Weiss Aurin. De Hoogduitsers die dit kruid ook Tausent Gulde noemen gebruiken dat alzo veel, ja liever als de gewone duizendguldenkruid. Gratiola is voor de paarden zeer hinderlijk want als ze er van eten dan worden ze traag en slap en daarom is het in Itali stanca cavallo genoemd, dat is het paarden vermoeiend kruid.’

Duitse wilder Aurin, Erdgalle, weisses Gallenkraut.

Als het werkzaamste, maar niet ongevaarlijke afvoermiddel was het hoog geschat, is in sterke dosis giftig. Het is een goed purgerend kruid, Duitse Purgierkraut of Laxierkraut

(d) Haaghysop, Heckenysop en in Engelse hedge hyssop, poor man’s herb, Franse herbe au pauvre homme en zo ook het Duitse Armenmannskraut.

Verder Gichtkraut, Fischkraut, Niesekraut, Rosenmynthe of Rosmynthe.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (164, 309, 311) ‘Tegen verstopping van de lever en milt, jicht, lang durende koortsen, wormen, kwade schurft, water- en geelzucht: Geef hiertegen van de gedroogde en fijn gestampte bladeren een half vierendeel lood in. Of neem van de bladeren een half lood, laat het een nacht weken in wijn, als het opgekookt en door gezeefd is geef het nuchter in. Of neem een half ons bladeren van Gratiola, van Soldonella een vierendeel lood, van anijszaad een half lood, van gezuiverde rozijnen een half ons, kook dit tezamen in wijn totdat er maar vijf ons over blijft en dit zal ge lauw ingeven. Dodonaeus, Matthiolus, Joh. Wierus.

Dit kruid leidt uit het lijf en jaagt af van onder en van boven niet alleen de taaie fluimen en slijmerige, maar ook de galachtige dikke vochtigheden.

Men prijst Gratiola zeer tegen de verouderde heupjicht of flerecijn, ze zuivert de lever en de milt want ze ontsluit en verlost ze van alle verstoppingen.

Met een woord, Gratiola is zeer krachtig om alle verrotting en bederf van de vochtigheden of humeuren van het lichaam te beteren en te reinigen.

Gratiola is ook geschikt om de verse wonden te genezen en tot heling te brengen, hetzij vers, hetzij het droge poeder er van daarop leggen.

De boeren plegen tien bladeren van dit gewas dat klein gestoten is in een ouwel gewonden in te nemen tegen de koortsen die elke dag en om de andere dag plegen te komen. De oude vrouwen of kwakzalveressen van Duitsland geven dat in allerhande koortsen met enig nat te drinken.

Andere maken banketsuiker van de zaden van dit gewas wat ze gebruiken in tijd van pest en om de gebreken van het hoofd of de hersens te verhinderen als zijn de vallende of slapende ziekten.’

Het is mogelijk giftig. Het is een sterk afvoerende en baak verwekkende volksmiddel. In de vorm van pillen, poeder of afkooksels wordt het tegen chronische lever en miltverstoppingen, waterzucht gebruikt diverse keren per dag in hoeveelheden van 0-2 tot 1 gram gebruikt. Om de darmen te stimuleren wordt het in giften van 0, 05 tot 0,15 gram aanbevolen. De homeopathie gebruikt een uit het niet bloeiende kruid gewonnen essence tegen traagheid van de darmen, maagkramp en aambeien.

Planten.

Zaaien bij 20 graden.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl