Cecropia
Over Cecropia
Trompetboom, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten
25 soorten komen voor van Mexico tot Brazilië.
De trompetbomen zijn een tropisch bomen met open kronen, snelle groeier die groeien in tropische regenbossen.
Ze bezitten holle takken waar bijtende mieren in komen die door de witte latex aangetrokken worden en gebruikt worden om er windinstrumenten van te maken. De holle stengels worden vaak doorboord door mieren die er in nestelen en dat trekt weer andere dieren aan. Ameisenbume.
Trompettenbomen of kanonnenbomen zijn melksap voerende bomen met een hoge stam, 5-15m, sommige soorten 40m.
Enkele bomen worden 100 jaar oud, anderen niet meer dan 30-40jaar, het zijn pionier planten.
De lange en gesteelde bladen zijn groot en staan afwisselend, blad cirkelvormig van vorm met 7-11 deelblaadjes.
Bloemen zijn zeer klein en zitten in cilindrische hoofdjes.
Moraceae, moerbeifamilie, nu Urticaceae.
=Cecropia palmata, Willd. (handvormig) Een bladverliezende boom van 6m hoog met 7-9 lobbige bladeren.
Smalle stam met een gladde, grijze bast, open vertakking en grote palmachtige bladeren.
Kleine onaanzienlijke bloemen en penseelachtige vruchtpeulen met vele smalle zaden.
Uit Brazilië wordt ambaiba genoemd. Is beschreven in 1820.
De droge wortel wordt met een stuk hard hout gewreven om vuur te maken. Het witte en vette merg dient tot genezing van de wonden, wratten, urinewegen en nierziektes. Een thee ervan tegen astma.
Uit L. Descourtilz.
Cecropia peltata, L. (schildvormig) (Cecropia adenopus, Miq.)(klieren vormend) De trompetboom heeft weinig, maar zeer grote, donkergroene schildvormige en van onder witviltige altijdgroene bladeren, de deelblaadjes lijken op duimen, 7-11 lobbig.
Wordt 9-12m hoog met een door driehoekige bladnerven gevlekte, slanke stam die op korte en steltachtige luchtwortels staat.
Dit is een altijdgroene en melksap bevattende boom met holle takken, een goede plaats voor mieren die het doorboren en erin nestelen.
De groei is snel, als een kruid, en bedekt vaak snel hele velden die verbrand zijn.
De imbauba uit Jamaica is in 1778 beschreven.
Naam, etymologie.
Cecropia, is een klassieke naam en zo genoemd naar Cecrops, Oud Grieks Kkrops, zonder dat het naar deze boom verwijst. Cecrops was een Autochthon, dat betekent dat hij een zoon van Gaia was, een miswezen uit mens en slang. Beter zou de naam afgeleid kunnen worden van Cecrops II, de zoon van Erechteus en vroegere koning van Attica. Het eerste exemplaar van de echte vijg (Ficus carica), een gewas van de Moraceae, zou in Attica gestaan hebben en ook dit geslacht werd vroeger onder die familie gerekend zodat deze naam zinvol zou lijken. Of naar een Grieks woord dat verwijst naar het gebruik van het hout om er windinstrumenten van te maken.
Imbauba, ambauba, armlichterboom of slangenhout.
Het lichte hout is buigbaar en werd gebruikt voor vlotten, voor blaas- en windinstrumenten, het is de trompettenboom en vandaar zijn muzikale naam. Engels snake wood en trumpet tree, pop-a-gun, tree-of-laziness embauba, imbauba, umbauba, Frans bois canon, bois trompette, trompettier, Duits Trompetenbaum. Bladeren bevatten een middel om de geboorte te bespoedigen, wat bij dieren gebruikt wordt, ook de nageboorte. Traditioneel tegen vele ziektes gebruikt.
De zuurzoete vruchten werden gegeten. De schors dient om te verven en de bast wordt gebruikt om er strikken van te maken. Door wrijven maken de inlanders er een vuur van. Op St. Eustatius gebruikt men zijn in schijfjes gezaagde takken tot visdobbers. De holle stammen worden, vanwege hun lichtheid, gebruikt tot onderlaag voor vlotten.
Van het melksap wordt caoutchouc verkregen of India rubber.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl