Galinsoga
Over Galinsoga
Knopkruid, vorm, kruiden, soorten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik.
Uit Plants for a future.
Dit geslacht bevat een 10-13 soorten waaronder Galinsoga parviflora, Galinsoga urticifolia en Galinsoga quadriradiata die shaggy soldiers genoemd worden.
Kleine eenjarige planten met tegenoverstaande ongedeelde bladeren.
Korfvormige bloemen zijn in de regel klein, met gele buis en witte tongbloemen.
Ze komen uit tropisch en subtropisch Amerika.
Asteraceae, Galinsoga klasse.
Galinsoga parviflora, Cav. (klein bloemig) de getande en lancetvormige bladeren van het knopkruid staan tegenovergesteld.
Bloemen komen in kleine hoofdjes op het eind van de recht opgaande stengel. Meestal zijn het 5 witte getande straalbloemen, de schijfbloemen zijn geel. Het knopkruid kan wel 50‑ tot 100 000 zaden per plant produceren, ook behouden ze hun kiemkracht lang.
Is daardoor een algemeen onkruid. Ook kan de plant goed tegen bestrijdingsmiddelen, als klein plantje werd het vervolgens vaak over het hoofd gezien zodat ze nu algemeen voor komt. Een zeer agressief onkruid.
Heeft als echt akkeronkruid behoefte aan losgemaakte grond en komt zodoende alleen voor op losse wegbermen, akkers en opgehoogde terreinen.
Komt oorspronkelijk uit Midden-Amerika.
Naam, etymologie.
(a) Galinsoga is zo genoemd naar de botanist Don Ignacio Mariano Martinez de Galinsoga, hofarts van de koningin van Spanje en directeur van de botanische tuin te Madrid, 1766-1797. Frans Galinsoga petites fleurs. De Engelsen verbasterden galinsoga tot gallant soldier en dan tot soldiers of the Queen.
(b) Knopkruid, zie ook de Duitse naam Knopfkraut, dit naar de kleine, witte bloemen met een geel hart, Fries buormanskwea, Engelse yellow weed.
Duitskruid, breidde zich vooral uit tijdens de oorlog 1940-1945, moffenkruid, in Duits Kleinblutiges Franzosenkraut of Wucherblume. (158)
(d) Fransosenkruid stamt uit het Andesgebergte van Peru die daar paico jullo wordt genoemd. Het heeft zich sinds 1812 uit de Botanische tuin van Berlijn over geheel Europa verspreid. In Kew was het in 1796 en in 1863 signaleerde men het kruid overal rondom Kew en Richmond. Vandaar werd het een lastig onkruid te Surrey in het begin van deze eeuw. Volgens anderen was de eerste plant in een Parijse plantentuin van 1794. Op een of andere manier kwam het in Duitsland, eerst in Karlsruhe waar het in 1805 werd opgemerkt. In 1807 was het al tot Oost-Pruisen doorgedrongen en in de jaren 1890 - 1900 was geheel Midden Europa er mee genfecteerd. Het was in bepaalde Duitse streken nodig dat er wettelijke voorschriften in het leven werden geroepen om het plantje te bestrijden. Gelukkig is het plantje wel voedend en werd in Duitsland wel Rahmgras genoemd omdat men daar meent dat het de melkproductie bevordert.
Uit botany.cz
Galinsoga quadriradiata Ruiz & Pav. (viermaal gedraaid) (Galinsoga ciliata Blake) (met wimpers) komt uit Midden- en Zuid-Amerika.
Wordt 20-45cm hoog.
Kruisgewijs geplaatste bladeren zijn donkergroene en vooral aan de onderkant bezet met lange haren.
De zijtakken van de stengel hebben dicht afstaande, witte haartjes, terwijl kaal knopkruid geen of weinig aangedrukte haartjes heeft.
Gele buisbloempjes staan in 5mm grote kegelvormige bloemhoofdjes met 5 witte, driepuntige lintbloempjes, juni-herfst.
Komt ook uit Z. Amerika en is mogelijk gelijk met G. parviflora hier gekomen, Duitse Behaarte Franzosenkraut.
Harig knopkruid, klein knopkruid, Duits Behaarte Knopfkraut, Engels hairy galinsoga.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl