Curcuma
Over Curcuma
Geelwortel, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten
80 soorten komen voor in tropisch Afrika, Azië en Australië, meestal in Z. Azië en Indonesië.
Het zijn opgaande kruiden, sommigen komen tot 3m met meestal grote bladeren.
Geelwortel of Curcuma soorten bezitten allen gele wortelstokken.
Ze hebben slechts korte schijnstammen en vrij brede, vaak duidelijke gesteelde bladschijven.
De gesteelde bloeiwijze is een cilindrische aar en op het eind van een bebladerde stengel bezitten de schutbladen een u of v vormig profiel.
Het blad sterft periodiek af, zodat dan bovengronds enige tijd niets van de plant te zien is.
Zingiberaceae, gemberfamilie.
=Curcuma alismatifolia Gagnep (bladeren als Alisma) is een tropische plant uit noordelijk Thailand en Cambodja.
Kan binnen geteeld worden en ook gebruikt als snijbloem.
Siam tulip of summer tulip.
Uit web3.dnp.go.th
Uit F. Kohler, www.BioLib.de
=Curcuma longa, L. (lang, de wortels) (Curcuma domestica, Valet)(gedomesticeerd)
Geelwortel met een dikke ronde wortelstok vanwaar uit elk oog 6‑10 bladeren kunnen groeien die tot een meter lang zijn.
Het kruid geeft geelwitte bloemen in aren, in augustus.
Is medisch gebruikt en werkt bloedzuiverend.
Uit O. Indië, is beschreven in 1759.
Naam, etymologie.
Herbarius in Dyetsche heeft het niet en van Ravelingen weet er weinig van te vertellen. Onduidelijkheid bij deze plant, Curcuma was bij de ouden bekend en ook was er nog zo iets als Indische saffraan dat van Ravelingen apart houdt. (Dodonaeus) ‘Curcuma van de apotheken, in het Latijn Curcuma officinarum die anders Terra merita heet die sommige voor Cyperus Dioscoridis houden of Cyperus Babylonicus is een bittere wortel die de gedaante van gember heeft en in Oost-Indien groeit en, naar de mening van Lobel, dichter bij gember dan bij Cyperus komt, nochtans is ze de Cyperus daar Dioscorides de gember mee vergelijkt en zegt; ‘De wortels van gember zijn klein, witachtig en welriekend als Cyperus’, maar met de echte Cyperus heeft ze zo weinig gelijkenis zoals elders gebleken is.’.
Engels turmeric, Duitse Turmaric, Tumerik en Turmarik is een grabbelnaam van Frans terre-merite. Dit komt van middeleeuws Latijns terra merita: goede aarde, aarde met merit.
Dodonaeus (b) ‘Indische saffraan, in het Latijn Crocus Indicus, is ook een wortel die op de Curcuma van de apotheken veel lijkt, als Garcias te kennen geeft, zodat sommige dat voor een ding houden. Het groeit omtrent Cananor, Caleent en elders in Oost-Indi en heet daar ald, aled of alet of beter manjale en cunher, in Perzi darzard, dat is Lignum luteum of geel hout, in Turkije saroch of sariod, in Arabi haber (of ook Curcum zoals a Costa betuigt) en wordt uit die landen in Turkije en elders gebracht en bij de spijzen gedaan om die geel te verven omdat het goedkoper is dan echte saffraan en men doet het ook bij de oogzalven en men gebruikt het tegen de schurft en allerlei jeuk, met sap van oranjeappels of olie van de Indiaanse noot vermengt. En dit is niets anders dan een wortel die vers van binnen saffraangeel is en van buiten veel op gember lijkt. Carcuma of Carcumani van Avicenna is hetzelfde als het voor vermelde Indische saffraan, zegt dezelfde Garcias, nochtans vindt men dat bij Avicenna in het 162ste kapittel het woord chorcumani of chorcumina niet anders betekent dan de droesem van de saffraan olie. Hoe het is, de naam Curcum schijnt van het Griekse of Latijnse Crocum verdraaid te zijn en wordt ook Cynomorphon van de Grieken genoemd net zoals het gewone saffraan.’
De naam was in de middeleeuwen Curcuma wat de Perzische naam is voor saffraan.
Gilbwurzimber en gelber Ingwer, Gelbwurz, onze geelwortel.
Maleise koenjir en Javaanse koenir. Het Chinees heeft yu‑chin.
Gebruik.
De gemberachtig Oost-Indische, saffraangele stam werd vroeger in de artsenij en kruiderij, nog als kleurmiddel gebruikt, E100 om voedsel tegen zonlicht te beschermen Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus, 562) ‘Het is zo lang en dik als de kleine vinger en van binnen geel en het kan ook geel verven en wordt daarom van de schilders en alchimisten meer gebruikt dan tegen enige ziekte. Nochtans wordt ze in de apotheken veel gebruikt in dingen daar de Cyperus goed toe is.
Ze kan allerhande delen van het lichaam die met haar begroeid zijn, als een papje er op gelegd, kaal maken en het haar laten uitvallen en ook heeft ze een blaar of blaren makende kracht.
Dioscorides zegt dat als ze gekauwd wordt de kracht van saffraan heeft en dat ze bitter is en sommige krachten van gember heeft, hoewel dat ze slapper en onlieflijker van smaak is, doch beter om het ingewand te openen. Daarom wordt ze van sommige onder de gember gemengd om de geelzucht te genezen want de hete kracht van het kaal maken schijnt op den duur te versterven en verandering van de lucht omdat ze uit zulke verre landen gebracht wordt en ook om dat ze dikwijls wormstekig is aan welk gebrek ze ook zeer onderhevig is, doch minder dan gember.
Die Curcuma geeft de doeken of kleren van de Roomse vrouwen een mooie gele kleur mits er wat schillen van eikenbomen, roet, kruidnagels en saffraan bij te doen. Ze kleurt ook geel als men het kauwt en geeft de bleke was ook een goede kleur en daarom heet ze ook saffraan van Indien als een medesoort er van.’
Ze worden gekweekt vanwege de dichte en zware, brosse en aromatische wortelstok. De knollen worden verkocht als ronde Curcuma-wortel (C. rotunda), de vingers als lange Curcuma-wortel (Curcuma longa) Uit- en inwendig zijn deze stengeldelen oranje- tot meniekleurig. Die bevat een gele of oranje substantie die verpoederd wordt tot curcumine. Die stof wordt gebruikt om kerrieschotels te kruiden en te kleuren, verder om kleding, gebak, kaas, vernis, zijde en soms mensen mee te verven.
In het Verre Oosten maken de vrouwen zich hiermee op om een goudkleurige gelaat te verkrijgen.
Boreh (Javaans) is de naam voor een welriekende zalf die bereid wordt uit Curcuma en klapperolie en is bestemd om het lichaam mee in te smeren en geel te kleuren. In bijzondere dagen, bij allerhande plechtige gelegenheden als bijvoorbeeld bruiloft, wordt het bovenlijf van bruid en bruidegom naakt met boreh ingesmeerd.
In Maleisië werd het na de bevalling op het onderlichaam van de vrouw en de navelstreng gedaan, als middel tegen boze geesten en om het genezingsproces te bevorderen.
De geelgekleurde wortel deed dienst tegen geelzucht. Dit ondervond men ook door ervaring dat het middel een gunstige invloed heeft bij lever- en galblaasaandoeningen die zo dikwijls met geelzucht gepaard gaan. Omdat het middel de ontlasting geel kleur heeft men natuurlijk direct aan een verband gedacht, maar daar is natuurlijk geen sprake van. Het effect moet echter aan de laxerende werking worden toegeschreven.
Het wordt in verschillende dranken gedaan, ijs yoghurt, cake, biscuit, granen, sausen, gelatine, curry poeders etc., zou depressies bestrijden.
Historie.
Al 4000 jaar v. Chr. zijn er sporen gevonden van zijn aanwezigheid in oud Mesopotamië. In een uit 600 v. Chr. daterend Assyrisch kruidboek werd het gewas vermeld als een kleurstofplant. Marco Polo vermeldt dat het kruid groeit te Fokien, China. Het is een kleurmiddel en vooral bekend van vlechtwerk.
Bijbel.
In Hooglied 4:13,14 komt het woord karkom voor, wat als saffraan vertaald wordt. Het Aramees heeft kurkema. (Zohary)
Dalman geeft als Arabisch woord voor Crocus sativus zaզaran en kurkum op, dezelfde woorden worden echter ook gebruikt voor Carthamus, de naam zaզaran geld ook voor Colchicum die ook voor geelverven gebruikt werd.
Saffraan was hier in gebruik als kleur en smaakstof, gelijk als de Curcuma of geelwortel bij de oosterlingen.
Curcuma, is een naam die afgeleid is van zijn Arabische naam kurkum. Duits Kurcuma. Curcuma is de naam van de wortels, kurkuma, enkelvoud kurkum. In oud Mesopotami is het met de Akkadische naam sam kurkanu gevonden: wat curcuma van de bergen betekent. Het kruid groeit dan ook in India op de bergen. Volgens Roxburgh is Curcuma longa, L. de curcuma van Avicennia en wordt in het Hebreeuws kurkum genoemd. Dit kruid is mogelijk de karkom of de Arabische kurkum. Als specerij en geneesmiddel wordt het in Arabi verkocht onder de naam koerkoem.
Als we naar het Hooglied omzien zien we nardus, kalmus, kaneel, samen met de karkom (saffraan?). Dit zijn allemaal uitheemse kruiden, afkomstig richting India, mogelijk via de zijderoute.
De saffraan krokus ging, in vroegere tijden, van west naar oost en kurkum van oost naar west. Als aromatische stof staat de geelwortel ver boven de vrijwel reukloze saffraan en komt dichter bij de in het Hooglied gebruikte kruiden. Saffraan komt dan als inlands gewas te kort voor in de Bijbel.
Uit W. Roscoe.
=Curcuma petiolata Roxbg. (van bladstelen voorzien) Blauwe bloemen komen in augustus.
De queen lily, is waarschijnlijk de mooiste plant uit deze groep.
Afkomstig uit Birma en in 1822 beschreven.
Uit N. Wallich.
Curcuma roscoeana, Wall. (Williams Roscoe, Engelse botanist, 1763-1831)
Knolvormige wortelstokken.
Lang gesteelde, lancetvormige bladeren van 45cm lang.
De bloeistengels zijn wel 60cm lang en eindigen in een wat aparte, kegelvormige groeiwijze met grote oranje schutbladen waartussen kleine bloempjes zitten in augustus/september.
Uit Birma is beschreven in 1837. Parel van Birma, oranje gember.
Uit F. Kohler, www.BioLib.de
=Curcuma zedoaria, Roscoe. (Zedoary) Rode bloemen in juli.
Het werd als specerij door Arabieren in de 6de eeuw naar Europa gebracht. Bleef meestal zeldzaam en werd wel vervangen door gember.
Is afkomstig uit vochtige plaatsen van O. Indië en in 1797 beschreven.
Geeft long zedoar.
De ronde komt van; Curcuma rotunda, die heet nu Boesenbergia rotunda (L) Mansf. In Hollands temoe koentji, Engels Chinese keys, finger root, resurrection lily, tropical crocus, Duits Chinesischer Ingwer, Fingerwurz, Gewrzlilie en round zedoary.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a)’BԂij de geslachten van gember wordt Zedoaria gerekend en die is drievormig.
Gewone zedoar is een effen en langachtige wortel van omtrent een duim lang en een kleine vinger dik, van buiten wat askleurig en van binnen bruinachtig en sterk van reuk, doch lieflijker dan gember en heet en bitterachtig of vreemd van smaak, anders gember gelijk. Deze heet in de apotheken eigenlijk Zedoar of Zedoaria, in het Latijn Zedoaria vulgaris of Zedoaria officinarum, dat is Zedoaria van de apotheken, in Hoogduitsland Zitwen.’
Dodonaeus (b) ‘Blok zedoar is heel rond zoals de wortel van oosterlucie, buiten zwartachtig of bruin en soms askleurig, binnen wit en smaakt zoals de gewone Zedoaria. Deze wordt niet zoveel gevonden. Deze heet blok zedoar of zeduwar blok of ook blok zewal, in het Latijn Tuberosa Zedoaria of Truncosa Zedoaria en Zurumbeth Serapionis. Sommige zeggen dat deze ronde en de gewone lange Zedoaris van elkaar niet meer verschillen dan de lange Cyperus van de ronde en dat blok zedoar niets anders is dan een rond aanhangsel van gewoon of lang zedoar is wat ze zeggen dat het dagelijks blijkt als men ze beide aaneen gevonden vindt. Die houden ze beide ook voor zerumba of zerumbeth van de Arabieren of zeruba die, als Avicenna zegt, soms wat verschillen naar dat ze in lange of ronde stukjes gesneden worden. Ze heten in Indien cachoraa of cua, als Garcias betuigt. Immers de zerumba, als Serapio betuigt, heeft ronde wortels die van kleur en smaak op gember lijkt en uit China gebracht wordt. De Grieken van de laatste tijden noemen het zadouria, andere houden het voor de Cyperus Indicus, andere voor Costus Arabicus van Dioscorides, maar het is eerder te geloven dat de oude Grieken deze wortels niet gekend hebben. Andere zeggen dat Crocus Indum of Curcuma de echte zerumba is en andere menen dat ze de Mamiras is, dan dat schijnt een geslacht van Doronicum te wezen.’
Dodonaeus; ‘Echte Zedoaria is noch zeldzamer te vinden en verschilt veel van de voorgaande soorten van zedoar want ze is bijna zo groot als een eikel en lijkt op die ook van gedaante. Ze groeit in de landen die aan China palen. Deze soort heet eigenlijk gedwar of geiduar daar de naam Zedoaria van verdraaid schijnt te wezen. Daarom mag ze echte Zedoaria heten want naar de vergelijking van deze wortels zijn de twee voorgaande kwalijk zeduwar of Zedoaria genoemd geweest.'
Mogelijk werd de naam ook gebruikt voor Curcuma. Het is een Oost-Indische grondwortel die niet van Kaempferia rotunda stamt.
Perzisch zadwar, werd via Arabisch zidwar, satwl of zadwr in midden-Latijn zedoarium dat in Italiaanse zettovario en in laat Hoogduits Zitewar werd, in midden-Hoogduits Zitwer en tenslotte Zitterwurzel gaf. Via oud-Frans zedoaire kwam het Engelse zedoary en onze zedoaria, Engels zodaory en setwall. Ook white turmeric, zedoary turmeric.
Oud-Hoogduits Citawar, verder Czitawar, Czytwer, heydens Sedewer, Zedewar, Zedoarwurzel, Zeitwan of Zeyterwurzel, Zistwer, Zitvar of Zitvar en Zitwar bij Hildegard, Zittwer Kurkume, Zittewas, Zitwer en Zydwein of Zydwyn. Frans Curcuma zdoaire, gingembre btard, zdoaire.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Allerlei Zedoaria is zo goed tegen het vergif dat vele zeggen dat alle dingen die het vergif en de pest weerstaan daarom Zedoartica genoemd zijn.
(a) Het gewone zeduar houdt men voor goed tegen alle snelle ziektes zodat die deze wortel in de mond houdt geen pestachtige of kwade luchten kan ontvangen en wie deze wortel met azijn inneemt en daarmee zweet terstond van die ziekte genezen zal worden. Ze dient tot de steken, weedom en winden van de inwendige leden. Het poeder daarvan en alleen of met galigaan neemt weg de stank van de adem van look, ui of wijn en die een stinkende adem heeft zal dikwijls zeduwar eten. Deze wortel versterkt het hart, maakt goed bloed en jaagt het kwade bloed uit het lijf en maakt vet en voedt door enige eigen kracht, stopt de buikloop en ontdoet of scheidt de zweren of gezwellen van de baarmoeder, belet het braken, verdrijft de koliek, pijn of krampen van de buik en maag, verdrijft de winden en is goed genuttigd voor een kwade maag want alleen of met galigaan uit azijn gegeten maakt dat ze de spijzen goed verteren zal en brengt lust om te eten.
(b) Blok zeduwar heeft dezelfde krachten omdat het dezelfde wortel is.
(c) Echte Zedoaria of geiduar is ook zeer nuttig tot vele dingen, zegt Garcias, maar voor alles tegen het vergif en de steken of beten van de kwade beesten, ja wordt in Indien zoveel geacht en zo duur verkocht dat de koningen alleen dat betalen kunnen.’
De wortelstok wordt in de apotheek gebruikt, Rhizoma zedoariae. De wortel is zeer scherp en heeft dezelfde kwaliteiten als gember. De kleurstof in de wortelstok heet curcumine. Het is een directe kleurstof en wordt, niettegenstaande zijn slechte licht- en was echtheid, in de katoen- en zijdeververij gebruikt.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl