Brachychiton
Over Brachychiton
Australische vuurboom.Vorm, afkomst, geschiedenis, etymologie of naamgeving, vermeerderen, cultuurvariƫteiten.
Uit A. Cunnigham en F. Muell.
Australische bomen of grote struiken die daar met 30 soorten voor komen en 1 in Nieuw Guinea. Nauw verwant aan Sterculia.
Ze groeien 4-30m hoog en sommige zijn in de droge tijd bladverliezend, verschillende zijn in staat om in hun stevige stengels water op te slaan.
Bladen zijn afwisselend geplaatst, gaaf en zelden diep gelobd met dunne bladachtige lobben aan de basis, 4-20cm lang en breed.
Mannelijke en vrouwelijke bloemen komen aan dezelfde plant en staan in trossen, belvormig.
Sterculiaceae of Malvaceae.
Brachychiton acerifolius, Muell. (met bladeren als de esdoorn, Acer) (Sterculia acerifolia)
De bladeren zijn lang gesteeld en 5 tot 7 lobbig, meer dan 20cm en soms 50cm in doorsnede. De lobben zijn ovaal/lancetvormig.
Bloemen zijn rijk rood en staan in losse trossen of kleine aren in de oksels van de eindbladeren. Bloeit na dat het blad is gevallen.
Geeft donker en, bij rijpheid openspringende vruchten die aan een lange steel hangen.
De groene en taaie stam is meestal kort met een opvallende kegelvormige kroon.
Groeit vrijwel overal, mits warmte en in de zon.
Het is een grote timmerhoutboom in zijn thuisland en wordt meer dan 20m hoog. Er zijn ook hybriden.
Naam, etymologie.
Brachychiton, Grieks brachys: kort, chiton: een kleed, waarschijnlijk naar het verliezen van de zaadbedekking.
Australische vuurboom, Duitse Flammenbaum, naar de kleur van de vuurrode kelk, Engelse flamboyant of flame tree, kurrajong, bottletree. Kurrajong is een Aboriginal woord voor vezel leverende plant en verwijst naar de bast van vele soorten die gebruikt werd om er netten, touwen en manden van te maken.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl