Illecebrum

Uit J. Kops, www.BioLib.de.
1soort.
Caryophyllaceae, anjerfamilie.

Illecebrum verticillatum, L. (kransvormend) Bladen zijn breed eivormig en glad, 0,2-0,5 cm lang.
De kleine witte bloemen die rond de stengels groeien in okselstandige kransen zijn opmerkelijk vanwege hun dikke vruchtbodem, juli tot september.
Eenjarige van 5-30cm.
Knotgras naar zijn in elkaar gedraaide rode stengels, die liggen min of meer in een ster en vormen op de knopen wortels.
Wordt gevonden in veenachtige gronden en stilstaande wateren van W. Europa en N. Afrika.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Daar zijn bij Dioscorides drie geslachten van Sempervivum beschreven geweest, te weten het groot, de kleinere en het derde of allerkleinste wat Illecebra genoemd wordt. Muurpeper is van Dioscorides voor de derde soort van Aeizoon gerekend geweest en daarom is het van sommige ook op het Latijn Sempervivum tertium genoemd dan, zo Plinius schrijft, de Latijnen noemen dat Illecebra.’
Illecebrum, Latijn illecebra: aantrekkelijk, de sierlijke vorm. Oorspronkelijk was het wel de naam voor een bijzonder mooie of sterk ruikende plant, een eigenschap waar het huidige geslacht geen overeenkomst mee heeft.
(b) Knotgras, van de stengels werden vroeger wel knotten gemaakt waar je over kon struikelen, grondster, Fries grunstjerke, hardkelk, Duits Knorpelkraut- of blumchen, groeit op zandgronden, Natterblume: adderbloem, Frans illcbre verticill, paronique, Engels illecebrum, coral necklace of whorled knot-grass. Grondster, de stengels ligge n m in of meer stervormig op de grond. Een van zijn oude namen was whitlow gras vanwege het genezen van whitlows; nagelzeer, vergelijk Duits Nagelkraut.
Spaans nevadilla.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl