Feijoa

Over Feijoa

Ananasguave, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,

mUit www.rbg.vic.gov.au

2 soorten komen er voor in dit geslacht.

Myrtaceae, mirtefamilie.

Feijoa sellowiana, Berg. (Duitse botanist Friedrich Sellow, 1798-1831) (Acca sellowiana) een groenblijvende struik of tot 7 m hoge boom met een lichtgrijze schors en jonge twijgen die wit behaard zijn.

Tegenoverstaande ovale bladeren die tot 8cm lang kunnen worden, kort gesteeld, glad en glanzend aan de bovenzijde, ovaal, gaafrandig, leerachtig en 3-6 cm x 2-3 cm groot. De onderzijde van het blad is zilverig behaard.

De afzonderlijk, 3-4 cm brede, in de oksels staande bloemen lijken op die van de gewone mirt maar zijn veel groter en lang gesteeld. De binnenzijde van de bloembladeren is purper/rood en de meeldraden zijn bloedrood met gele helmknoppen.

De vruchten zijn ei- of peervormig, bleekgroen of geelgroen en 4-8 x 3-7 cm groot. Aan de basis van de vruchten blijft de bloemkelk behouden. Het vruchtvlees is wit met een doorschijnend midden, korrelig en sappig. Het smaakt zoetzurig en ruikt naar ananas, kunnen zo gegeten worden.

In Californië en andere subtropische streken wordt het gewas als ooftplant geteeld. In Z. Engeland komt de plant tegen zuidzijde van muren tot bloei, maar vormt geen bruikbare vruchten.

Het is een heester of kleine boom.

Een heester die in Z. Brazilië en Uruguay voorkomt. In Europa is het gewas in 1890 geïntroduceerd en wordt gekweekt langs de Riviera. Vanuit Italië kwam het in 1900 naar Amerika. De plant wordt wereldwijd in de (sub)tropen gekweekt op plaatsen waar het voor de guave, Psidium guajava, te koud is.

Naam, etymologie.

Feijoa, de Duitse botanist Otto Karl Berg noemde het naar Joo da Silva Feij, een 19deeeuwse Braziliaanse botanist.

Feijoa, ananasguave of pijnappel guave, pineapple guava of guavasteen, Frans le goyavier du Brasil, Duitse Brasilianische Guave Feijoa of Ananas-Guave.

Gebruik.

De zeer geurige en goed smakende vruchten hebben de grootte van een klein ganzenei. Ze zijn geelachtig groen, soms met rode vlekken en bevatten in het vruchtvlees talrijke zaden, net als onze kruisbessen.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl