Crozophora

Over Crozophora

Tournesol, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten,

Crozophora. Deze plant is zo genoemd door Jussieu.

Dit geslacht komt met 11-12 soorten voor in Z. Europa, Afrika, W. en O. Azië.

Het zijn kruiden of halfheesters waarvan een soort, Crozophora tinctoria, in Z. Europa en Arabië wordt gekweekt en de kleurstof tournesol levert.

Nauw verwant aan Croton.

Euphorbiaceae, wolfsmelkfamilie, Crozophorinae.

Crozophora tinctoria, Juss. (verf leverend) uit het M. Zeegebied levert een verfstof die gebruikt wordt, werd, om Hollandse kaas te kleuren.

Het gewas groeide wild in de Languedoc.

(Dodonaeus) ‘Klein Heliotropium schijnt het grote (Heliotropium) van bladeren ook zeer gelijk te wezen, maar ze zijn uit de groenen wat zwarter dan die van het groot, de bloempjes zijn geel waarna de vrucht volgt die van drie draadjes of korreltjes aan elkaar gemaakt is zoals die van de Tithymallen of wolfsmelk die aan dunne steeltjes of voetjes hangen. De wortel heeft ettelijke vezels.

Dit kruid wordt meest overal in Itali bij de wijngaarden gevonden en elders vindt men het ook veel daar de olijfbomen groeien. Dioscorides verhaalt dat het omtrent de moerasachtige plaatsen en bij de poelen groeit. In Duitsland is het vreemd en wordt daar nergens in het wild gevonden.

Het bloeit ook in de zomerse maanden. Het zaad wordt rijp in september. Dit kruid wordt van Clusius Heliotropium minus Tricoccum genoemd omdat in elk huisje of hauwtje drie zaden steken.’

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) ‘Heliotropion micron noemen de Grieken dit gewas dat is in het Latijn Heliotropium parvum of klein Heliotropion. Atius in het 3de boek van zijn vierde dierenboek in het 14de kapittel noemt dat Heliotropium Tricoccum. Plinius in het 21ste kapittel van het 22ste boek schrijft dat hij het ook Tricoccum genoemd heeft en dat het anders ook Scorpiouros genoemd wordt. Tegenwoordig wordt het van sommige Verrucaria of wrattenkruid genoemd, de Fransen noemen het tornesol wat bijna zoveel betekent als Heliotropion en zonnewende. Plinius meent dat dit kruid hetzelfde is dat Dioscorides Scorpiodes noemt. Die van Castili noemen het tornasol. In het Latijn wordt het van sommige Herba Clitiae genoemd omdat de poten versieren dat Clitia in diergelijk kruid veranderd is geweestծ.’Engelse dyerճ litmus plant of turnsole; zon draaiend. Duits Tournĕsol, Tournesollpppchen.

Gebruik.

Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Klein Heliotropium of tornesol met zijn zaad met water gedronken en mits daar Sal nitri, hysop en Kers bij doen verdrijft alle soorten van wormen van de buik, zowel de brede of platte als de ronde.

Dioscorides zegt dat hetzelfde kruid met zout op de wratten en andere diergelijke uitwassen gelegd die laat verdwijnen.

Kleine zonnewende is zeer krachtig tegen de kruipende kanker en diergelijke voort etende kwade zeren en allerlei vuile zweren.

De bladeren met olie van rozen op het hoofd gelegd genezen de smart daarvan in korte tijd.

In Frankrijk plag men linnen doeken met het sap van dit kruid te kleuren die daarna als ze droog zijn geworden een purperen kleur houden en dan dienen die lapjes, zowel in Nederland als in Frankrijk, om alle sausen, sappen en vruchten die men in het laatste van de maaltijden op tafel plag te brengen een rode purperachtige kleur te geven. Want al is het zaak dat het de andere oude schrijvers onbekend schijnt geweest te zijn, nochtans heeft Plinius dat zeer goed geweten die in het achtste kapittel van zijn 21ste boek verklaard van een soort van de purperen kleur die in het Heliotropium gevonden wordt.

De boeren van Languedoc (waar dit zaad zeer veel rijp is omtrent september) verzamelen het met grote winst, want ze verkopen dat aan de voorkopers en ook aan de chirurgen. Uit Spanje worden er ook lappen gezonden die met dit kruid geverfd zijn die ze ook tornesole of tornasol noemen.

Men zegt dat men met tornesol een mooie purperen of paarse kleur kan maken als men het sap van dit kruid onder de wijn mengt waarmee de hippocras, gelei en andere medicijnen rood gekleurd worden.

De hauwtjes van dit kruid aan papier, doek en laken gestreken kleurt die met een groene bloedende of glinsterende kleur die daarna snel in een mooie blauwe of blijde paarse verandert.

De lappen die uit Spanje gezonden worden en in het sap van dit kruid gedoopt zijn kleurt ook paars, net zoals diegene die uit Frankrijk gebracht zijn.

Als men de holen daar de mieren in plegen te nestelen met dit kruid dicht stopt dan laat men ze daar alle samen sterven zonder dat ze eruit mogen komen en als men de holen of gaten waar de schorpioenen in wonen met een kransje van dit kruid bezet dan durven ze er niet uit te komen en als men ze met het kruid zelf maar eens aanraakt dan sterven ze terstond.’

Deze tournesol of tournesolsche lappen (tournesol en drapeaux) was een handelsartikel waarvoor we een paar eeuwen geleden nog voor een 100- 200 000, - gulden aan invoerden. Dit werd gebruikt voor het rood verven of smeren van de wereldberoemde kleine kaassoort die de naam had van Edammer roodkorsten, bij de Fransen veritable croute rouge of tetes de mort en bij de Engelsen Dutch fool’s. Het gaf de kaas de rode kleur en bewaarde die voor uitdroging omdat de kleurstof niet door de korst heendrong.

Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl