Holosteum

Over Holosteum

Heelbeen, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik

Uit O. Thome, www.BioLib.de.

Een geslacht dat met 3-4 soorten voorkomt in Z. Europa, centraal en W. Azië en Afrika.

Eenjarige kruiden die soms de winter overblijven.

Dunne wortels en dunne stengels die opgaand zijn of kruipen.

Bloemen met 5 bloembladen die wit of zacht roze zijn, onaanzienlijke in het voorjaar.

Caryophyllaceae, anjerfamilie.

Holosteum umbellatum, L. (schermdragend) Blauwgroene planten, bladen zijn langwerpig

De stengels zijn van onderen glad en harig aan de bovenkant. De stengel heeft naar boven toe 2 of 3 paar bladen die onder de bloeiwijze meestal klierachtig behaard zijn

Witte bloemen die met zijn vijven in een tros staan, soms met een roze tint in april, bloemstengels buigen na de bloei naar beneden.

Heelbeen is eenjarige plant van 10-20cm hoog uit Eurazië.

Naam, etymologie.

(Dodonaeus) (a) ‘Dioscorides beschrijft het Holosteum in de navolgende manier; ‘Holestion, zegt hij, of Holostion is een klein kruidje dat ter aarde ligt en bij de drie of vier vingers groot, het heeft bladeren en twijgachtige takjes die op die van Coronopus of van gras lijken.’ Plinius schrijft dat Holostium een gewas is dat gans geen hardheid heeft en recht anders van de Grieken genoemd is al of het heel hard en ruw in het aanvoelen is en dies aangaande zo komt deze soort van weegbree die we alhier beschrijven zeer goed met het Holostium overeen want het is met zijn witte zachtharige bladeren heel donsachtig om aan te tasten. Holostium plag in de tijden van Galenus in de wonddranken gebruikt te wezen en hoe krachtig dat het is om de wonden toe te helen kan voldoende hieruit blijken dat als het met het vlees gekookt is en al was het ook in vele kleine verschillende stukken gesneden en gekapt dat ze dat weer bijeen haalt en zo vast ineen sluit en dringt dat het maar een stuk schijnt te wezen, als Dioscorides en Plinius betuigen.’ Lobel; ‘ Holostium Ruellij. Dit wordt van Ruellius en van de herbaristen en van die van Parijs Holostium genoemd of Olosteon van Aegineta. Kwalijk wordt het van Fuchsius voor een soort van gras gesteld en is Gramen Leucanthemum van Dodonaeus. Italianen heten dat Chamesictos Oribasij. Tragus ogentroost gras en tenslotte zo is het tweede gramen Floridum van Matthiolus, mogelijk ook het Holostium van Lacuna. In Engels Stitch wurt.’

Plinius XXVII 65 : ‘Holosteon sine duritia est herba ex adverso appellata a Graecis.’

Holostea komt van het Griekse holos: geheel, en osteon: been, dus benen helend, een naam die dateert van Dioscorides. Frans holoste hirsute, holoste en ombelle.

Heelbeen, Fries skermmier, Engels break-bones of all bone verwijst ook naar zijn denkbeeldige krachten. De knopen van de plant zijn gezwollen als de lendenen en zo heelt het mogelijk ook de gebroken beenderen. (of naar het gemakkelijk breken van de stengels)

(b) Franse queue de souris: muizenstaart, de aar, ook holoste.

In Duits Weiser Wegerich, de witbloeiende plant heeft een weegbreeachtige aar, ook Dolden-Spurre, weiss Ackernagleingras of Blumengras, Engelse jagged of umbellate chickweed, zie Stellaria.

(d) Vriendelijke schitteroogjes lonken je toe aan bosranden. De namen bossterretje en ogenklaar zijn wel typerend. Het volksgeloof verbindt de naam met iets dat angst aanjoeg. De bloemen lonken ‘s avonds en ‘s nachts onder de hagen op als witte ogen, duivelsogen, vergelijk Engelse devils ‘s eye en Duitse Teufelsblumen. Die plant behoorde tot de duivel en slangen. Kinderen in Cornis vreesden de bloemen te plukken, als ze het deden zou de adder hen bijten. Vaak komen in het voorjaar de adders uit om zich te zonnen in de hagen van de west country die gewit zijn door dit kruid.

(e) En dan om het duivelse te bannen, werd het met de Maagd, met Hemelvaart en ster van Bethlehem verbonden, dit naar de witte sterren, de easter bell, in Frans is het naar de Maagd genoemd, collerette de la Vierge: onze Vrouweճ kleine kraag.

Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/