Moneses
Over Moneses
Eenbloemig wintergroen, vorm, kruiden, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik,
1 soort, een laag meerjarig kruid. Nauw verwant aan Pyrola. (Pyrola uniflora)
Uit Mary Vaux Walcott.
Moneses uniflora, A. Gray. (1 bloem) heeft vrijwel geen stengel en draagt verscheidene, gesteelde en licht gezaagde, ronde 1-cm grote, ronde, gekartelde of gezaagde bladeren die glad zijn met nerven.
De witte bloem staat alleen, er komt er 1 per plant, en geurt als het lelietje der dalen, juli, aan de 6-12cm hoge bloemstengel. Voor het zijn knop opent is de bloem rond en altijd hangt zijn hoofd als een sneeuwklokje.
Een dunne, vertakte wortelstok.
Meerjarige uit schaduwrijke plaatsen en bossen van het Noordelijke Halfrond.
Pyrolaceae, nu Ericaceae.
Naam, etymologie.
Moneses, Grieks monos: alleen, of 1, naar de alleenstaande bloem, esis: verlangen, naar de mooie aardige alleenstaande bloem.
Eenbloemig wintergroen, Fries inkelde pearelblom, Duits Moosauge, Einblutiges Wintergrun, Engelse one flowered pyrola of wintergreen, single delight of large flowered Moneses, Frans pyrole une fleur. St. Olaf’s candlestick. (Noorwegen)
Zie verder: http://www.volkoomen.nl/ en : http://volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/