Jasminum
Over Jasminum
Jasmijn, vorm, kruiden, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, vermeerderen, planten, teelt,
Uit flora de Filipinas.
Een geslacht van opgaande klimmende of hechtende struiken met aantrekkelijke bloemen, meestal zijn ze geurend, ook rechtop groeiende of zelfs boomachtige.
Bladen tegenoverstaand of afwisselend, bladverliezend of blad houdend.
Bloemen staan op het eind van de twijgen, geel tot wit en soms roodachtig.
Is nauw verwant aan Ligustrum en verschilt door de samengestelde bladeren en tweelingachtige vruchten.
Mogelijk omvat het geslacht meer dan 200-400 soorten.
Verschillende soorten van Jasminum zijn inlands in Europa, India, China en Australië, ze komen niet voor in Amerika.
Diverse soorten staan in hoog aanzien als koorts drijvend middel.
Oleaceae, olijvenfamilie, Jasminum klasse.
=6. Jasminum sambac, Vahl. (Arabisch zanbacq, Turks zambak; lelie) De altijdgroene bladeren zijn tegenoverstaand of in drieën. (Jasminum trifoliatum)
De Arabische is een nachtbloeier, dat betekent doorgaans dat de bloemen wit zijn, zo ook deze, maar kleuren naar purper als ze sterven.
Een 5‑6meter hoog slingert de struik omhoog.
De struik is een doorgaande bloeier, vooral in niet vriezende landen.
Is afkomstig uit Tropisch Azië. Is beschreven in 1665.
Naam.
Sambak of zamback, Arabische jasmijn, Arabischer Jasmin.
Bij Syringa wordt een witte en wat dubbele jasmijn beschreven. (Dodonaeus) ‘Syringa van Arabië, in het Latijn Syringa Arabica, wordt van Prosper Alpinus aldus beschreven: ‘Te Cairo in Egypte is een twijgachtige heester die voortkruipt en geleidelijk aan hoger op schiet met bladeren die op die van de oranjeboom bijna lijken die voortbrengt witte achtbladige bloemen die veel op de gewone jasmijn bloemen lijken, doch groter, meer bladeren en sterker en zoeter van reuk. Mattheus Cacchini heeft diergelijk gewas aan Clusius gezonden met den naam Syringa Arabica of Jasminum Arabicum of Sambac Arabum, anders Jesine, Jesmin en Gelzeminum Arabicum of ook Jasminum ex Gine. Hij schrijft dat ze uit Alexandrië van Egypte gebracht was en negentig cm hoog groeit of ook wel honderd twintig cm, de stam is beneden een duimdik en vast van hout en hard om snijden, twee vingers boven de aarde wordt die stam in verschillende dunne zijstelen verdeeld zoals de struik van de Spaanse of Cataloonse jasmijn. De bloemen beginnen voort te komen in april en ophouden te verschijnen in oktober zodat dit gewas vijf of zes maanden lang met bloemen geladen is. Deze bloemen zijn wit die nu tien en dan twaalf bladeren hebben en soms maar negen die op elkaar met twee lagen liggen en zeer goed van reuk zijn, ja beter dan die van de Spaanse jasmijn en bijna de reuk van oranjebloemen en jasmijnen tezamen gemengd hebben.’
Vormen.
Een volle dubbele vorm is bekend als de ‘Grand Duke of Toscany,’ (‘Grand Duke’) De elegante, de geurende met de heldere bedekking van schitterende sterren, dit alles gecombineerd maakt dat de jasmijn aanbeden wordt.
(Dodonaeus) 'Jesemijn met grote bloemen is van Lobel Gelsiminum grandiflorum peramoenum genoemd en heeft scheutachtige takjes van dertig cm lang of wat hoger, maar die op de duur zo groot worden als die van de gewone jasmijn, dan de bladeren zijn kleiner, zwarter en wat ronder. De bloem is ook diergelijk, maar viermaal groter die wijdt open en zo breed is als een daalder, wit en aan de onderkant rood. Sommige noemen deze soort Gelsiminum sive Jasminum Catalonicum sive Hispanicum omdat ze van Spaans of Catalaans zaad hier te lande gekomen is. Andere noemen het Apiaria peregrina.’
Historie.
De eerst jasmijn zou gebracht zijn door de Spanjaarden in 1560. In 1699 verkreeg de groothertog van Toscane een grote dubbelbloemige. Zijn tuinman kreeg een strikt verbod om de plant maar aan te raken of te verzorgen, dat deed hij zelf. Deze tuinman had een vriendin en op haar verjaardag schonk hij haar heimelijk een takje. Bekoord door de charme en geur van de zo liefdevol aangeboden plant zette ze de tak in de verse aarde en tot haar grote vreugde groeide die op tot een krachtige plant. Later, onder haar vriend raadgevingen, verkocht ze stekplanten tegen een hoge prijs en was zo in staat de trouwe tuinman te trouwen.
In gedachtenis aan deze periode dragen Toscaanse meisjes kransen van jasmijn op hun bruidsdagen en hebben een gezegde; ‘degene die waardig is om een jasmijnkrans te dragen, die is voor haar man een fortuin waard.’ Vanwege zijn zuiver witte, heerlijk riekende bloemen is het een symbool van lieftalligheid en minzaamheid.
Erotisch.
Zo kreeg de plant een min of meer erotisch karakter en deze karaktertrek verschijnt ook in Engeland. Milton plaatste het gewas onder de schitterende bloemen die het boudoir van Eva bedekt in het paradijs: ‘ all hues, roses and jessamine.’ Engels Arabian jasmine, white flowered Indian jasmine.
De jasmijn is onschuldig als de morgen, de lieflijke bloemen worden gebruikt bij jonge bruiden en werd een bekende verschijning in boeketten en kransen.
Is aan Siva gewijd, met jasmijnen siert men de beelden der goden. In China worden ze gebruikt om de thee te laten geuren. Hun schoonheid en geur betekenen veel voor de Chinezen.
Jasmijn, met zijn elegantie en exotische geur, samen met de heldere verzameling van zijn kleine schitterende sterren wordt bij Indiase poten vergeleken als het maanlicht van het bos. Een Indische poet vergelijkt de bloemen van deze jasmijn met de gouden paarden van Urvaci, de Indiase Helios. De campaa, de blauwe soort (Nyctanthes) die, volgens de Brahmaan tradities alleen in het paradijs bloeit, bekranst het haar van de Hindoevrouwen. Zijn adem overtreft die van andere planten en daarom geeft een verliefde die aan zijn liefste, het betekent een langdurige liefde. Het wordt dan ook in bruidskransen gedragen. De vrouwen van de Brahmanen versieren het hoofdhaar met een tros jasmijnbloemen, malipoe genaamd, waarvan de geur zo zich uitspreidt dat je die gewaar wordt voordat de vrouw zichtbaar wordt. Het is ook met deze bloemen waarmee men in India de goden en hun tempels versiert bij feestelijke gelegenheden. In O. India bestrooit men de kamer en tempel met een uit de bloemen bereid welriekend water. De bloemen worden bij de Indiase dames in het waswater gedaan om daaraan hun geur af te geven. Zulk waswater werkt verkoelend op de huid en ogen.
De jasmijn komt in Chinese sprookjes en afbeeldingen voor, van oudsher speelt het een rol.
In Arabië is het de bruidsbloem en wordt yas min genoemd wat betekent: wanhoop volgt. Het suggereert wat Omar Khayyam laat zien dat zijn geest behoedzamer moet zijn dan de zachtheid van de liefde. De jasmijn ademt een zeer erotische uitstraling en zijn subtiele odeur overtreft alle andere planten.
Maar net als de basilicum wuift zijn geur over de graven en draagt een belangrijke begrafenisbetekenis.
(Dodonaeus) 'De bloemen van de Arabische Syringa (zie Syringa) of Arabische sambac worden in Egypte meer gebruikt tot sieraad dan tot gezondheid van het lichaam, zegt dezelfde Prosper Alpinus. Nochtans maken ze er een olie van die ook Oleum Sambacinum mag heten die de vrouwen in de badstoven gebruiken om hun baarmoeder daarmee te verwarmen en te openen, want die olie is zeer nuttig om de knobbels en harde gezwellen van de schaamstreek en andere leden te verzachten en om het kinderbaren gemakkelijker te laten worden drinken ze die olie warm en smeren de baarmoeder daarmee van buiten. Tegen de hoest en benauwdheid bestrijken ze de borst daarmee en geven het warm te drinken en zelfs ook in de dodelijke zijziekte als het spuwen met grote moeite voortkomt en ook tegen de longzucht en sterke pijn van de maag, darmen en schaamstreek gebruiken ze deze olie zowel van buiten als van binnen.’
8. uit Curtis botanical magazine.
Jasminum multiflorum (Burm. f.) Andrews (veelbloemig (Jasminum gracillimum, Hook. (zeer bevallig) Een klein klimplantje met fijne groene blaadjes die ook als kamerplant gebruikt kan worden, 60-90cm hoog.
Geurende witte bloemen.
Uit N. Borneo is beschreven in 1881.
Star jasmine. Arabische, Indische jasmijn, melati.
11. uit www.kartuz.com
Jasminum beesianum, Forrest. et Diels. (kwekerij Bees Ltd in Ness bij Liverpool, Engeland) Bladeren zijn enkelvoudig en bijna zittend, 3-5cm lang, ei/lancetvormig en donkergroen die zeer lang aan de struik blijven.
Een opgaand groeiend klimstruikje met zeer dunne en steun behoevende, in de lengte gegroefde groene twijgen.
Valt op door de aparte kleur van de bloemen, roze/rood, maar ze zijn klein, bloeit in met iets geurende alleenstaande bloemen met lange buis en vlakke kroonlobben, 12-15mm in diameter.
Komt uit W. China en wordt 1.5m hoog.
Rode jasmijn.
13. uit Redoute.
Jasminum officinale, L. (geneeskrachtig) (Jasminum poeticum) (van de poëten) Is bladverliezend, blad 5-7tallig geveerd, zittend en spits toelopend, 2.5-5.5cm lang, topblaadjes is gesteeld en 5-8cm lang, frisgroen.
In de lengte gegroefde, kantige twijgen.
Geurende witte bloemen staan in lang gesteelde in weinig bloemige tuilen in juli/augustus, kelkslippen zijn 6-10mm lang, bloemkroon is 4-5lobbig en 2-2.5cm cm in diameter
De jasmijn is een 4‑5 m hoge dun rankende vorm hoewel weinig zelf klimmend.
Stamt oorspronkelijk uit de gebieden van Azië, Perzië en noordwest India. In Kasjmir wordt de plant gevonden op een hoogte van 900-3000m. De plant is al sinds 1548 in Europa in cultuur en komt in Z. Europa en Z. Amerika nu zelfs verwildert voor.
De geneeskrachtige wordt gecultiveerd, net als grandiflorum in de buurt van Cannes.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Wij weten dit kruid anders geen naam in onze taal te geven dan Jasminum, dan de Arabische naam is zambach zo die in de boeken van de geleerde Arabische schrijver Serapio gevonden wordt wiens overzetter dat in het Latijn Jesemin heeft genoemd en daarvan zijn de namen gekomen die men in de Latijnse schriften en elders gebruikt, te weten Jasminum, Jeseminum, Josmenum of ook Gelseminum. Sommige menen, zegt Lobel, dat deze bloem jasmin genoemd wordt wat zoveel betekent als een welriekende viool omdat men ze hier vroeger in Perzië in de olie legde, welke Jasme nochtans, als Dioscorides schrijft, een kwade reuk heeft waardoor hij te kennen geeft dat het onze jasmijn niet is. Het heet ook Jasine en Jotine bij sommige of Sambac, in onze taal ook jesemijn of jasemijn, in het Frans josemin.’
Jasminum is afgeleid van het Perzisch/Turkse yasamin en Arabische yasamin: (yas min: wanhoop volgt of Perzisch Yasmin; geschenk van God) via Germaans Iasminum en Ieseminum werd het in Engels jessamine, jasmine, Duits Echter Jasmin of Veilrebe, Frans jasmin en onze jasmijn. Spaans jazmin, Portugees jasmineira, Italiaans gelsomino. Chinees so-hsing en in Indi chambeli of jati.
Dodonaeus (b) ‘Bij Dioscorides is een bereiding van de olie van Jasminon die (zo hij schrijft) in Perzië uit de bloemen van de witte viool gemaakt wordt die nochtans, zo het schijnt, uit geen andere bloemen dan uit die van dit gewas dat we nu Jasminum noemen gemaakt wordt. Want Dioscorides rekent onder de violen (in het Grieks Ia) dikwijls allerhande mooie en lieflijke bloempjes al hebben ze met de violen of violetten niet veel gelijkenis. Zulks dat het niemand vreemd of tegen reden behoort te schijnen dat hij de bloemen van Jasminum de naam van violen meegedeeld heeft en vooral doordat het gewas zelf (als te geloven is) hem gans onbekend was. Immers dat hij de gewone violen of onze blauwe violen in die plaats niet verstaan heeft is blijkbaar genoeg doordat de bloemen van de blauwe violen niet dusdanige kracht in de olie doen kunnen zoals diegene die aan de olie van Jasminum toegeschreven wordt en daarboven ook doordat de gewone violen zeer zelden wit gevonden worden en als men ze vindt dan worden ze geenszins voor beter dan de blauwe violen gehouden.
De jasmijnen hebben in deze landen noch geen eigen naam kunnen krijgen hoewel dat er sommige zijn die het bijenkruid willen noemen en in het Latijn Apiaria omdat de bijen zeer graag omtrent haar welriekende bloemen zijn, dan die naam is niet eigen genoeg en daarom zal men ons met de gewone vergenoegen.’
Het is de jessamine van de poetry, poëten. Het is de Duitse Jasmin en Engelse jasmine, Frans jasmin des poetes.
Gebruik.
Zo was het gebruik vroeger. (Dodonaeus) ‘Olie van de bloemen van Jasminum gemaakt verdrijft en verteert de rauwe vochtigheden en is goed gebruikt van diegene die koud van gestalte zijn en met katarren en zinkingen gekweld worden en is zeer nuttig in de winterse en koude tijden. Dan diegene die wat warmer van gestalte zijn die zullen door het gebruik van deze olie pijn of weedom in het hoofd krijgen en indien ze die olie langer ruiken en voor de neus houden of in de neus strijken zal ze het bloed uit de neus laten springen of lopen zoals dezelfde Mesue betuigt.
Deze olie, zegt Dioscorides en na hem Aetius, werd van de Perzen in de maaltijden of grote banketten gebruikt vanwege haar zeer lieflijke reuk.
Ze is ook goed diegene die in de badstoven gebaad hebben en gewassen zijn en nodig hebben dat hun lichaam verwarmt en geopend wordt, dan ze is zo sterk en zwaar van reuk dat er veel zijn die het daarom niet graag gebruiken.
Oleum Jasminum of Jasmininum (van andere ook Sambacinum) dat is de olie daar deze bloemen tegen de zon in geweekt hebben wordt van sommige alzo krachtig gehouden als de olie van de lelies en wordt geprezen tegen de koude gebreken van de baarmoeder, van de ledematen en van de zenuwen.
De handschoenmakers persen een olie van deze bloemen om de handschoenen daarmee een goede reuk te laten krijgen, ze leggen een laag van deze bloemen en een laag gepelde amandelen en dan wederom een andere laag bloemen en noch een andere amandelen, zoveel lagen als hun goed lijkt en duwen daaruit met de pers een olie die ze daarna gebruiken.
Dan het meeste gebruik van dit gewas is om er priëlen mee te bekleden omdat het zulke lieflijk ruikende bloemen heeft en tot dat doel plag men dat op verschillende heesters te enten als granaten, slehen, Lentiscus, oranje en citroenbomen en vooral in hete landstreken.’
Jasminum x stephanense Lemoine (Stephan's ) is een kruising van deze x beesianum.
Een mooie klimstruik met meestal 3, ook wel 5tallige blaadjes, zijblaadjes zijn veel kleiner dan het topblaadje.
Bloeit in juni/juli met tamelijk grote zacht roze bloemen in lang gesteelde weinig bloemige tuilen.
Zou ook winterhard zijn. Chinese jasmijn.
16. Uit N. Meerburgh met Papilio helenus.
Jasminum grandiflorum, L. (grootbloemig)
Samengestelde bladeren met 5-9 ovale, spitse blaadjes.
Eindstandige bloemschermen met zeer geurende, grote, witte bloemen met wat roodachtige buitenkant in juli/september.
De Malabarjasmijn uit de Himalaya. Is beschreven in 1629. Wordt geteeld vanwege zijn geurende bloemen in Z. Frankrijk.
Naam.
Malabarjasmijn, Spaanse jasmijn, Catalonian of Spanish Jasmine, large flowered jasmine, Frans jasmin d’espagne.
Uit gardenoftomorrow.com
Jasminum polyanthum, Franch. (veelbloemig) Vijf tot 7tallige bladeren.
Okselstandige bloemen staan in trossen en zijn roze, van binnen wit met lange buis en sterke geur in de winter tot voorjaar. Bloeit al op jonge leeftijd.
Een klimplant die eerst wat lage takken vormt maar later sterk vertakt. Flink terugsnoeien na de bloei kan geen kwaad.
Uit Yunnan, China, is beschreven in 1891.
Gebruik.
Van de uiterst welriekende bloemen wordt met behulp van vet of olie de jasmijnpommade en jasmijnolie van gemaakt.
17. uit Curtis botanical magazine.
Jasminum nudiflorum, Lindl. (nudiflorum, zie nudist: het betekent naakt, florum: bloei) Afvallende, drietallige bladeren aan tot 12mm lange bladsteel, bladeren 1.5-2.5cm lang en elliptisch, vaak aan de top wat uitgerand, glanzend donkergroen.
De plant wordt enkele meters hoog met slappe 4kantige groene twijgen.
Zuiver gele stervormige bloemen die alleen staan of met enkele bijeen, kelkslippen zijn groen en lijnvormig, ongeveer even lang als de buis, bloemen met vlakke bloemkroonlobben tot ruim 2cm in diameter.
De winterjasmijn houdt van een zonnige en beschutte standplaats, kalkarm en schaduw.
Is afkomstig uit China en Japan. Door R. Fortune werd het in 1844 meegebracht.
Jasminum nudiflorum Lindl. var. nudiflorum en Jasminum nudiflorum var. pulvinatum (W.W.Smith) Kobuski.(kussenachtig)
Lyrisch.
Elk jaar in november vloeien de lange gele knoppen uit de met rood overtrokken groene takken. De buigen de twijgen met de gele vijfpuntige sterren stralen boven de met purper overwaasde winterbladeren van de mahonie. Jasmijn geurt oosters, waarin we een slanke en goed geparfumeerde dame in herkennen. Het zijn delicate kleine bloemen, niet zo groot maar sterk in kleur. Ze lijken wel beter te bloeien als ze goed gesnoeid worden, snoei als ze bloeien en geniet van het snoeien. Mooi hangen de takken in een chocoladebruine vaas.
De jasmijn is ook een teer plantje die gesteund moet worden om rechtop te staan anders buigt het naar je toe. Wordt er niets gedaan gaan de takken wortelen, verder groeien en verder groeien en overweldigen de tuin. Oude takken goed terug snoeien stimuleert de vorming van jonge takken met bloemknoppen.
Naam.
Naakt staat de struik te bloeien, het is de winterjasmijn, winter flowering jasmine, Duitse Winter-Jasmin, Nacktblatiger Jasmin, Gelber Winterjasmin en Echter Winterjasmin.
18. uit Curtis botanical magazine.
Jasminum mesnyi, Hance (Engelse generaal William Mesny, 1842-1919 die planten in China verzamelde en ze naar de botanist Henry Fletcher Hance stuurde.(Jasminum primulinum (gele bloemen als Primula) Drietallige bladeren.
Vierkante, rankende stengels.
Licht gele bloemen met korte bloembuis en wat donkerder hart staan alleen.
Lijkt veel op nudiflorum maar met grote bladeren die soms al geopend zijn met de bloei en veel grotere bloemen.
Uit Yunnan in China. Primeljasmin, primrose jasmine.
19. uit hortus camdenensis.
Jasminum fruticans, L (struikachtig) Bladeren staan verspreid en meestal 3tallig, blaadjes langwerpig en eindblaadje van 1-2cm lang, de zijblaadjes zijn veel kleiner aan de top vaak uitgerand.
Bloeit in juni/juli aan bebladerde kortloten in 2-5bloemige bloeiwijze, heldergeel en ongeveer 2cm in diameter met 5 lobben.
Bij ons wel de helft lager wordende klimstruik met scherp kantige groene twijgen.
Uit Z. Europa en N. Afrika, wordt 3m hoog. Is beschreven in 1570.
Naam.
Jasmin, Schasmin, Schelsamin, Veielreben of Violreben, (zie bij Jasminum officinalis) Engels common yellow flowered jasmine en make bate.
Uit; http://hortuscamden.com/plants/view/jasminum-humile-l
Jasminum humile L. (nederig, laag) wordt 150-400cm hoog en 3m breed.
Half altijdgroene struik met dikke stengels.
Donker groene stevige bladeren van 5cm lang met 7 deelblaadjes.
Bloeit met gele stervormige bloemen in mei-juni in trossen met meestal 6 geurende bloemen.
Uit Himalaya, zuid Azië. Winterhard, in strenge winters bevriezen de bladeren en knoppen.
Italiaanse jasmijn, Italian jasmie of yellow jasmine.
Jasminum odoratissimum L. (uiterst geurend) een struik die 180-240cm klimt.
Kleine gele geurende stervormige bloemen in het voorjaar tot de zomer.
Donker groene bladeren die vaak in de winter overblijven,
Is wredelijk winterhard, bedekken.
Yellow jasmine.
Uit China.
Vermeerderen.
De winterjasmijn is via deling, via winterstek, zomerstek en afleggers te vermeerderen. Knip eind februari, beter is al in november voor de vorst er over is gegaan, stengels van snoeischaarlengte, +20cm, onder en boven een knoop. Dan verwond je het onderste oog, niet erger dan dat je het met je duimnagel zou doen, en stek ze ter plaatse 3 bij elkaar en zo diep dat er nog maar een paar cm. van de top te zien is. De bovenste top hoeft alleen maar uit te lopen, de rest verdroogt dan niet en kan overal wortelen. Plaats er een merkteken bij zodat je in mei, dan beginnen ze te groeien, weet waar ze staan.
Ook kan je ze in een diepe pot steken en gewoon buiten neerzetten. Wat plastic eroverheen stimuleert een betere opkomst. Denk dan wel om het verbranden van het stek door de zon. Er moeten altijd waterdruppeltjes op het plastic zitten. Dan worden de zonnestralen tegen gehouden en weet je dat de luchtvochtigheid hoog genoeg is. Met warm weer luchten, halfweg mei kan je het plastic er af halen. Bij sommige planten is het gewenst dat ze een struikvorm hebben of meer vertakt moeten zijn. Top de eerste scheuten dan in mei op een 5-10cm boven de grond. Geef dan ook (kunst)mest.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl