Arbutus
Over Arbutus
Aardbeiboom, vorm, heesters, soorten, cultuurvariëteiten, geschiedenis, historie, naamgeving, etymologie, afkomst, gebruik, planten, teelt.
Uit D. Oskamp, www.BioLib.de
Een geslacht van mooie houtachtige planten die gekweekt worden om hun altijdgroene bladen en aantrekkelijke wit/rode bloemen en rode vruchten.
In dit geslacht vinden we bomen en struiken, 5-25m hoog.
De stengels en takken zijn opvallend vanwege de afpellende rode bast in dunne platen.
Duidelijk gesteelde, gaafrandige of gezaagde ovaal tot breed lancetvormige bladeren, staan spiraalvormig om de takken geschikt.
Bloemen zijn wit of licht roze in eindstandige pluimen, kruikvormig met aan de voet verbrede meeldraden, vruchtbeginsel is kaal.
Vrucht is een besachtige rode of oranje steenvrucht en geel vruchtvlees, ruw, met vele zaden.
14 soorten komen voor in West, Noord en Centraal Amerika, Zuid en west Europa, Klein Azië, noord Afrika en de Canarische eilanden.
De Noord-Amerikaanse leden van het geslacht worden ‘Madrones’, genoemd wat van het Spaanse ‘Madroo’ komt. De Europese soorten worden aardbeibomen genoemd, vanwege de oppervlakkige gelijkenis van de vruchten met aardbeien.
Ericaea, Ericaceae klasse.
=Arbutus unedo, L. (1 eet ik er maar) Knoppen zijn spits eivormig en aan de top zeer spaarzaam behaard.
Bladstelen zijn 5-7mm lang en met klieren bezet.
Aan de gladde, klierachtig behaarde twijgen en kaneelbruine takken verschijnen de langwerpige gezaagde en glimmende bladeren. Het blad is ellipsvormig en een 7-10cm lang, 2.5-5cm breed, met spitse top, diepgroen en van onderen glanzend lichtgroen met een scherpe rand, de tanden geklierd en naar de top toe gebogen.
De bloei is in februari en de herfst met witte bloemen in eindstandige, hangende bloemtrossen, behaarde kelk wordt spoedig kaal, kelkslippen zijn gewimperd, bloemkroon is 6-8mm in diameter en soms wat roze.
Het rijpen van de vrucht duurt een jaar en, met het vallen van het jaar, levert dit een mooi gezicht op als de wasachtige bloemen en de 2cm grote rode, ruwe bessen tussen de groene laurierachtige bladeren hangen. De aardbeiboom draagt, net als de citroenboom, gelijk vruchten en bloemen aan een tak.
Kan wel een 10m halen en zelfs als boompje gekweekt worden, wordt meestal breder dan hoog. Als sierboom is er een met dubbele bloemen en anderen met verschillende bladvormen.
De aardbeiachtige vruchten zijn eerst groen, later geel en dan rood gekleurd.
De aardbeiboom groeit op de maquis, rotsen en dergelijke in Spanje, Turkije, N. Afrika, Libanon en Ierland. Met zijn eeuwig vernieuwend loof geeft het gewas een adembenemende draaikolk van kleuren weer, geheimzinnig stralend en op zoek naar de betovering van het ogenblik.
Symbool van: ‘alleen van jou hou ik’.
Naam, etymologie.
(Dodonaeus) (a) ‘Deze boom heet in het Grieks Comaros en in het Latijn Arbutus. De vruchten of bessen heten in Frankrijk arboutes of arbousier en de vrucht arboux, in Italië albalro. Deze boom groeit veel bij Napels en heet daar arbuto, cerase (kers) marine of ciragia selvaggia of embriaghe.’ Arbutus is afgeleid van arboise, ar: ruig, but: bos, Keltisch voor ruig fruit. Engels arbute tree, Frans arbousier, arbuto van de Italianen.
Aardbeiboom, Duitse Landbeere en Erdbeerbume, Engelse strawberry‑tree, Dalmatian strawberry tree en in Iers caithne.
(b) ‘De vruchten of bessen heten in Spanje madrons, madrono of adronho, medronheyro en medronho, in Italië van sommige imbriagolo in het Grieks Memaecylon of Memacylon zo andere dat woord willen veranderen, in het Latijn Memaecylum of, zoals andere zeggen, ook Arbutum’.
De Spanjaarden noemen deze altijdgroene boom madrona en in Constantinopel komaria.
Dodonaeus ‘Plinius noemt het ook Unedo, 1 eet ik er maar. Een andere gedaante van vlees hebben de aardbeien (zegt hij) dan de medesoort van die men Unedo noemt welke vrucht op een boom groeit en de voor vermelde aardbeien heel goed lijkt wat in geen andere bomen gebeurt dat ze vruchten als het aardgewas dragen. Galenus heeft nochtans de Unedo voor een andere vrucht gehouden, te weten voor de Epimelis of gewone mispels. Lobel noemt het Epimelis perpetam Geleno’.
(d) Engelse Cane apple. Bij de oude schrijvers werd het wel Kain appel genoemd, mogelijk herinnerde de kleur van de vrucht hen aan het bloed dat gegoten werd toen hij de eerste moordenaar werd. Duitse Meerkirsche of Hagapfel.
Gebruik.
Het gebruik was vroeger zo. (Dodonaeus) ‘Plinius zegt dat deze vrucht slecht om te verteren is en voor de maag niet nuttig en dat ze daarom Unedo heet, als een vrucht daar men niet meer dan een tegelijk van mag eten zonder schade. Atheneus zegt ook dat die meer dan zeven van deze vruchten eet pijn in het hoofd zal krijgen. De vrucht van deze boom is wel eetbaar, zegt Dioscorides, maar zuurachtig van smaak of, zoals ik denk, zonder smaak en onsmakelijk en het woord Achyrodes dat in de boeken van Dioscorides staat en van Ruellius uitgelegd wordt al of het zuurachtig betekent zou misschien bekwamer en beter Achylodes, dat is zonder smaak of onsmakelijk mogen vertaald worden. Dan nochtans de Spanjaarden plegen er veel meer tegelijk te eten zonder er enig letsel van te voelen, al is het zo dat ze geenszins zo aangenaam van smaak zijn als aardbeien, dan nochtans omdat ze zo groot zijn en zo overvloedig voortkomen daarom worden ze van de arme mensen in Portugal veel gezocht en gegeten, doch als men ze eet steken of schrabben ze de tong wat al of ze vol kleine graatjes waren. Daarboven zijn ze de maag lastig en worden in Italië voor een grove en boerenkost gehouden. Het poeder van de bladeren heeft ook een zodanige stoppende kracht dat het alle buikbloeden stelpt als men de buik eerst met Myrtus olie bestrijkt en het poeder daarvan op strooit.
De droge bladeren worden ook gebruikt om het leer te looien.
Dit geboomte dient ook om hagen en doolhoven van te maken omdat het altijd groen en lieflijk om te zien is.
De lijsters en ander gevogelte worden met deze vruchten bedrogen en gevangen.
Voorts zijn die vruchten de maag tegen en schadelijk en maken pijn in het hoofd en dienen bijna nergens elders toe dan om het wild gevogelte 's winters te voeden.’
De vrucht werd wel in marmelade en in Algarve voor de voor in dat gebied typische drank gemaakt die Medronho heet. In Sardinië is er een honing, Amaro de Corbezzolo. Im Portugees heet de boom medronheiro, in Grieks koumaro. Op Kreta is er ook een Koumaroraki, een drank met hoog alcoholpercentage. Ze komt in het wapen van Madrid voor, ҅’l Oso y El Madroo’ (de beer en de boom) en in het centrum van de stad Puerta del Sol staat een standbeeld van een beer die vruchten eet van de aardbeiboom. Verder zie je dit op helmtekens, taxi’s, kelderdeuren en andere onderdelen in de stad. De naam Madrid is in feite afgeleid van het woord ‘madroo’. De N. Amerikaanse soorten worden madrones genoemd van de Spaanse naam madroo. De Europese soorten worden meestal strawberry trees genoemd.
Historie.
Theophrastus zegt dat de vrucht een heel jaar nodig heeft om te rijpen zodat men dikwijls de bloemen aan deze boom en de rijpe bessen op een tijd mag komen te zien. Hetzelfde betuigt Plinius ook.
Varro rekent de vrucht, met eikels, bramen en poma (appel of bessen) tot de voedingsmiddelen van de oerwereld, zo ook Ovidius. Theophrastus noemt ze zonder meer eetbaar zoals ook Galenus waar landlieden ze plachten te eten. Vergilius, Eclogues iii, 82: ‘Dulce satis umor, depulsis arbutus haedis’. ‘De regen is zoet voor het jonge koren en Arbutus voor de zuigelingen’. Ovidius plaatst ze tussen de vruchten waarmee de eenogige Polyphemus Galathea probeerde te verleiden. Dioscorides maakt al voorbehoud. De rode schijnvruchten smaken aangenaam zuurzoet en zouden licht bedwelmend werken en hoofdpijn veroorzaken.
Nu geldt de vrucht in Italië en Griekenland als ongezond en verdovend en laat men ze aan de vogels die ze een lekkernij vinden.
De ouden prijzen het gewas, Horace, ‘strek je nu uit onder Arbutus groene schaduw’. Vergilius, ‘met bladige Arbutus worden je geiten voorzien’.
In Griekenland en delen van Corsica en Italië werd de vrucht wel gebruikt voor jams en marmelades. Ook voor een brandewijn. Arabieren noemen een likeur ervan oued‑Allah.
Het blad en de bast werden medicinaal gebruikt. Het hout werd gebruikt voor draaiwerk en levert goede houtskool. In Griekenland werden fluiten gemaakt van het hout. Theophrastus schrijft dat het hout door de vrouwen gebruikt werd om er weefgetouwen van te maken.
In Ierland groeit het gewas in grote overvloed over de heuvels en eilanden van Killarney. Ongetwijfeld is het hier wild, ofschoon er onbevestigde verhalen zijn dat de plant in de 6de eeuw gebracht is door monniken van St. Finnian. In Killarney worden ze wel gegeten. Het blad werd gebruikt om te looien en een likeur werd van de bessen gemaakt.
(Dodonaeus) ԉn de valleien of dalen van de berg Athos in Griekenland blijft deze boom niet zo klein als elders, maar schiet hoog op en wordt een grote boom, als Bellonius schrijft. Koning Juba heeft ook geschreven dat deze boom in Arabië wel vijftig kubitus, dat is over de een en twintig meter hoog wordt, als blijkt uit Plinius in het 24ste kapittel van het 15de boek’.
Een kruising tussen Arbutus unedo en Arbutus andrachne leverde Arbutus x andrachnoides op.
Uit Curtis botanical magazine.
Arbutus andrachne L. (Andrachne of postelein) is een traag groeiende altijdgroene struik of kleine boom tot 6m. rode schors die afgepeld kan worden in papierachtige vellen.
Spatelvormige bladeren.
Witte klokvormige bloemen in pluimen.
Oranje bessen met een diameter van 12mm.
Komt uit M. Zeegebied tot Z. W. Azië.
Griekse aardbeiboom, Greek strawberry tree, Duits staliche Erdbeerbaum, Andrachne unedo is dan de Westlichen Erdbeerbaum. Manzanita.
Planten.
Groeit wel op kalkrijke grond, wat apart is voor deze groep.
Is hier waarschijnlijk niet geheel winterhard.
Uitzaaien van Andrachne unedo in heidegrond, vlak na het rijpen, maart, geef ze 18 graden warmte. Jonge zaailingen zijn zeer gevoelig voor vorst. Afleggen in augustus is ook heel goed mogelijk.
De aardbeiboom is ook via winterstek te vermeerderen. Knip eind februari stengels van 10cm, onder en boven een knoop. Dan verwond je het onderste oog, niet erger dan dat je het met je duimnagel zou doen, haal dit door 1% ibz groeistofpoeder en stek ze ter plaatse 3 bij elkaar en zo diep dat er nog maar een paar cm. van de top te zien is. De bovenste top hoeft alleen maar uit te lopen, de rest verdroogt dan niet en kan overal wortelen. Plaats er een merkteken bij zodat je in mei, dan beginnen ze te groeien, weet waar ze staan.
Ook kan je ze in een diepe pot steken en gewoon buiten neerzetten. Het is een heideachtig, die houdt van wat zure grond, dus gezeefde tuinturf gebruiken. Wat plastic eroverheen stimuleert een betere opkomst. Denk dan wel om het verbranden van het stek door de zon. Er moeten altijd waterdruppeltjes op het plastic zitten. Dan worden de zonnestralen tegengehouden en weet je dat de luchtvochtigheid hoog genoeg is. Met warm weer luchten, halfweg mei kan je het plastic er af halen. Bij sommige planten is het gewenst dat ze een struikvorm hebben of meer vertakt moeten zijn. Top de eerste scheuten dan in mei op een 5-10cm boven de grond. Geef dan ook (kunst)mest.
Zie verder: volkoomenoudeherbariaenmedisch.nl/ en: volkoomen.nl